GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vondels' Kerstzang.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vondels' Kerstzang.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze gewoonte getrouw, vlan de gelegenheid'van den tijd ook deze rubriek yan ons blad te doen spreken, zou ik bij de nadering van het Kerstfeest onzen lezers willen voorleggen een van de beroemde reien van den „prins der Nederlandsöhe dichteren", Vondel.

Bij de veelheid van nieuwere sichriftuur, die steeds onze aandia, cht vraagt, raakt al te veel op den achtergrond de klassieke schooniieid, die onze glorietijd heeft voortgebracht, is er haast geen gelegenheid, ook eens iets te doen zien van den rijkdom, die b.v. in Vondels' werk besloten ligt.

Ieder kent Vondel, maar van-hooren-zeggen door' gaans meer dan van zelf-genieten; ons aesthetisch waardeeren is in zoo gansch andere richting geleid, dat velen de forsohe lijnen van Vondels' massalen bouw niet meer 'kunnen appreciëeren; of ook, men blijft staan voor de moeilijkheid van zijn 17e eeuwsche taal, w, a; ar immers niet-volkomen-begrijpen werkelijk genieten onmogelijk maakt.

Zoo gaan velen, tot hun schade, aan Vondels'' kunst voorbij!

Mede daarom kies ik thans een fragment uit zijn werlc, in de hoop, sommigen daarmede den weg te wijzen tot het vinden van veel ongekende schoonheid.

De Kerstzang, die hier volgt, is een van de reien uit het treurspel, „Gijsbrecht van Aemstel". Naar men weet handelt dit stuik' over de 'pverrompeling van Amsterdam, in den Kerstnacht van het jaar 1304. De vijand, wraak zoekend op Gijsbrecht van Aemstel wegens den moord op Floris den Vijfde, heeft voor zijn toeleg juist den Kerstnacht uitgekozen, omdat dan, naar Roomsche wijze, al het volk in de Kerk is, ter viering van het hooge feest.

Als geheel de 17e eeuwsche kunst werkt Vondel . graag met scherpe schaduwkanten, met sterk contrasteerende lichteffecten. In het tweede bedrijf, zien we de aanvoerders van den vijand in heimer lijk overleg, en den spion, die de verraders-list heeft voorbereid, in gesprek met zijn heer, niet ver van de stad, in het zwarte donker van het lage, natte land. En, diciht daarbij, in het katpelletje van 't Kartuizersklooster, viert men bij het stille licht van gewijde kaarsen den Kerstnacht!

Die tegenstelling nu wil Vondel doen gevoelen, door ten besluite van dit stu'k van zwaxte , menschenhaat den rei te doen zingen over den iglans der goddelij'ke liefde.

Men vergete bij ihet lezen niet, dat Vondel, toen hij dit stuk' schreef (1637), reeds stond pp| do kentering van zijn overgaan tot de Roomsche Kerk en dus hier en daar van Roomsche 'sympathieën blijk geeft.

Die rei zingt dan aldus:

Wijl, edelingen, blij van geest, Ter fcercke gaen op' 't hoqghsto feest Den eerst geboren heilant groeten, En knielen voor de kleene vaeten Van 't fcint, waer voor Herodes vreest: Het kint waer voor een star verrijst. Die wijzen met haer straelen wijst D© donkre plaets van Zijln geboorte. En leitse in Davids oude pioorie, Daer d'alderhooghste 'tlaaghste ptijSst. eerst pas. donker ^ onbekend, leitse = leidt hen. prijst = eer bewijst, dus: waar God Zijn liefde betoont aan den mensch.

Het oosten oöert wieroock, gout En myr, tot 's levens onderhoud Van hem, die neergedaelt van boven, In 't arme Biethlem leyt verschoven, Hoewel hij alles heeft gebout. 'tGevogelt, dat opi wiecfcen zweeft Zijn nest, de vos zij'n holen heeft. En woont in bergen en in basschen: Een stal van ezelen en ossen Den Schepper naulijx herbergh geeft. De kribbe hem een wieffh verstreckt, op: hem valt klemtoon.

Die 't aerdrijck met den hemel deckt, En ellecfc dier bestelt zijln voeder, elleck O fcint, gij zijt, gelijbfc uw moeder. Met pracht noch hoovaerdij bevleckt. Hier voert de neêrgedaelde Godt De trotse werelt om met spat In zijn triomf, tot smaed der haven elk. een beeld, ontleend aan de triomftochten der Romeinsche reldheeren, die hun overwonnen tegenstanders meevoerden op hun zegetocht, gebonden achter hun zegewagen.

Hier voert hij 't nedrigh hart naer boven Met hem, in 't hooghgeboude slot. = 't hemelsch paleis, men lette weer op de scfierpe tegenstelling.

Hier sehuüt dat Godlijfck aengezicht, Waer uit do zonne schept haer licht, En alle starren glans en luister. Hier leit hij, zonder glans in 't duister. Die englen tot zijn dienst verplicht. Des hemels reien wiegen hem leit ligt.

In slaapi, met htmne zoete stem, Diie noyt van vaeck en was beschoten. hem.... die nooit door slaap was be­

En weckt het hooft van alle grooten vangen. = Herodes.

In 't koningklijck Jerusalem. Augustus rijck verliest zijn eer:

De Roomsche scepter reickt niet veer: Roomsche = Romeinsche.

Het Oost versmaed Latijnsche namen: Rome heeft het oosten niet geheel

Maer dees beheerscht het al te zaemen, kunnen onderwerpen. Christus wèl, en ook het westen.

Oock daer de zonne neemt haer Keer.

De hemel, 'taerdrijfek en de hel Die luistren scharp na zijin bevel. En siddren voor de zuivre wetten, Ddehijdoor visschers laet trompetten, scharp = scherp. visschers zijn de

En blazen over duin en del. De doecken, daer dit kint in leit Is 't purper van zijn majesteit, Waer in de harders hem aenschouapostelen. del = laagte. harders = herders. wen.

Dien Godt de zielen komt vertrouwen, Gelij'ck van ouds was. toegezeit: Dat God Zijii kudde weiden zal. En hoen vooir rampi en ongeval. En na'et verdwaelde schaepken vragen, = toevertrouwen. hoen = behoeden, na't = naar het.

En dat op' zijne schouders draegen Met vreughd bij' 'toverigh getal. Hier is de wij'sheid ongeacht: Hier geld geen adel, staet noch ptacht geld = geldt;

De hemel heeft het fcleen verkoren. staat = stand, het kleen = het kleine.

Al wie door ootmoed wordt herboren. Die is van 't hemelsche geslacht.

IK trachtte met enkele aanwijzingen de bedoeling te verduidelijken, opdat men Vondel volkomen zal verstaan.

Dit gedicht immers is als een middeleeuwsch primitief, als een van die vele fijne schilderijen of triptieken, die de geboorte van den Christus uitbeelden in de veAoudingen van den tijd, maar toch vol van wijding omdat ze spreken iv; an diepe devotie. '

Men vindt daar veelal ter zijde van het stuik, naast Maria met het kindeke, de knielende herders of wijzen en den bewonderenden Jozef: een ezel en een os — bij Vondel is de stal dei geboorte „een stal van ezelen en ossen"; doorgaans is het middeleeuwsch doek geflankeerd met engelen — bij Vondel zingen des hemels reien het kind in slaap; in middeleeuwsche voorstelling is de hemel een sterke burcht met liooge torens, — Vondel spreökt vlan hjct „hooghgeboude slot".

Maar ook ten aanzien van het karakter de voorstelling gaat de vergelijking door: de echte deVotie spreekt ook hier overal, uit iedere phase van dif beeldenrijk gedicht, uit eiken regel eigenlijk.

En ten slotte, de volle glorie van het k'erstfeit straalt in gouden glansen ons tegen: 't is de allerhoogste God, die in dit kindeke aan den mensch Zijn liefde betoont, de neergedaalde God, die komt om het nederig hart de zaligheid te bereiden, die zich volkomen vrijwillig van allen hemelschen luister heeft ontdaan en in het arme Bethlehem „verschoven" ligt. Maar ook', 't is de machtige beheerscher der gansche aarde, wiens scepter verder reikt dan die van keizer Augustus, die hemel, aarde en hel doet luisteren naar Zijn bevelen en engelen en menschen tot Zijn dienst verplicht — in één woord: 't is de groote God die zich in oneindige liefde neerbuigt tot den kleinen mensch!

En de volle, zuivere klank van het Evangelie van den Kerstdag jubelt in het slot-accoord:

„Al wie door ootmoed wordt herboren, Die is van 't hemelsche geslacht!"

Zoo is Vondel's Kerstzang wel waarlijk' een Kerstmeditatie, ook voor ons. Men overdenke haar met stille, gewijde a, andacht!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Vondels' Kerstzang.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's