GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE GEREFORMEERDE STUDENT EN DE ANTIREVOLUTIONAIRE POLITIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEREFORMEERDE STUDENT EN DE ANTIREVOLUTIONAIRE POLITIEK.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

V (Slot).

Inhoud van het eerste artikel:

Bij den Gereformeerden student is, bij vroeger vergeleken en iiitzonderingen daargelaten, het peil der politieke belangstelling ongetwijfeld gedaald. De een zoekt het bij de professoren, de : mder bij de studenten, nog anderen laten meer algemeene factoren het zwaarst wegen.

Inhoud van het tweede artikel:

Verkeerd is het, de voorname oorzaak bij de hoogleeraren te zoeken. Ook vroeger oefenden deze nóch in de collegezaal, nóch door samenspreking met studenten eenigen rechtstreekschen politieken invloed op hen uit. En wat de praktische politiek zelf aangaat, nemen de hoogleeraren der juridische faculteit ook nu nog evenzeer als vroeger daaraan deel en als de regeering of de partij van de overige hoogleeraren diensten verlangden, hebben zij zich, zoo zü meenden hiertoe geroepen te zijn, yoorzoover ons bekend, niet onttrokken.

Inhoud van het derde artikel:

Beweert men, dat er van de huidige hoogleeraren niet de politieke ki-aohtsontwikkeling uitgaat als van Kuyper en verwijt men hun mindere genialiteit, zoo is dit verwijt niet gericht tegen hen, maar tegen God, die het alzoo beschikt.

Daarbij heeft onze Universiteit 8 fasen doorgemaakt:1. een, waarin zoo goed als uitsluitend de Gereformeerde beginselen van onder het stof werden opgedolven, 2. een, waarin de Gereformeerde beginselen niet werden los gelaten, maar materiaal verzameld werd om daarmee op de fundamenten der beginselen, te bouwen, , 3. een, waarin beginselstudie ea detailonderzoek worden gecombineerd. In die laatste leven we nu. De eerste fase is uiteraard die van de geestdrift, de tweede die van het stUle werken, wat naar buiten weleens een indruk van matheid geeft, de derde daarentegen leent er zich toe het oude enthousiasme opnieuw te doen onlvonkcn, de heerlijkheid onzer beginselen te doen schitteren en tevens de wetenschap door détail-onderzoek verder te brengen. Daardoor zal de band met het volk weer hechter worden en ook de student - zal daarvan den invloed ondergaan.

Ook het studentenleven onderging verandering. Niet zulk een als men dikwijls wel meent. Men is zoo vaak geneigd een groep studenten, die men kent, als maatstaf te nemen en zoo te generalïseern. Maar dit valt wel waar te nemen, dat de tijd van het problemen-z o e k e n voorbij is. Men ziet thans vrijwel in, dat men daarmee niet verder komt en dat God ons geroepen heeft met de ten-deele-kennis, welke wü hebben, te woekeren, zooveel wij kuimen. Als men meent, dat de ernst onder onze tegenwoordige studenten gemist wordt, dat de fut eruit is, vergist men zich. Zoo kan ook uit het studentenleven alleen de verminderde politieke belangstelling niet worden. verklaard.

Er zijn hier vooral andere faktoren in het spel. Eén ervan is, dat men gehoopt had, dat de juristen, die de Vrije Universiteit afleverde, in de politiek een .voorname plaats zouden innemen en de. propaganda in handen zouden nemen. Sommigen hebben aan, die verwachting meer dan beantwoord. Het meerendeel echter niet. Dit gaf niet alleen teleurstelling aan ons volk, maar ook een ongunstig voorbeeld aan de tegenwoordige studenten, vooral aan die van de Juridische FakuUeit.

Hoe ernstig het laatstgenoemde bezwaar ook' zij, er zijn nog ernstiger faktoren, die hun invloed deden gelden.

'Gelijk algemeen bekend is, waren onze politieke voormannen gedurende geruimen tijd het onder elkander niet eens. Niet alleen over vraagstukken van pra; ktische politiek, maar over de partij-leiding liepen de verschillen, die vaak den vorm aannamen van geschillen. Wel werd deze strijd eerst binnenskamers gevoerd, maar ook toen lekte er af en toe 'wat van uit. Later werd de oneenigheid meer publiek.

Nu stellen we hier niet de schuldvraag.

Deze heeft in dit verband geen beteekenis.

Maar wel dient er op gewezen, dat, waar zulk een verdeeldheid heerschte onder onze politieke voormannen, er van krachtige politiek geen sprake kon zijn.

En had nu deze i> eriode slechts kort geduurd, de gevolgen zouden onder ons anti-revolutionaire volk niet zoo-diep zijn doorgedrongen.

Maar deze krisis-toestand nam niet minder dan ongeveer tien jaren in beslag.

Dat nu wer'kte desorganiseerend.

Het kwam niet zoozeer uiterlijk aan het licht in het uittreden uit onze kiesvereenigingen, als wel daarin, dat innerlijk de partijband hoe langer hoe losser werd.

Het gevoel van saambinding ging op bedenkelijke wijze achteruit.

Het enthoesiasme was op de vlucht gegaan.

In de plaats daarvan kwam een zekere onverschilligheid, persoonlijke gevoeligheden, lust tot kritiek, achteruitzetting der beginselen.

Nog zijn we die gevolgen niet geheel te boven.

Het politieke vuur heeft onder ons nog lang niet den wanntegraad bereikt Van voorheen.

OnTler die algemeene .politieke inzinking hebben, hoe kan het anders, ook de studenten geleden.

Want de studenten vormen niet een aparte kaste, die een eigen leven leidt.

Zij zijn uit ons volk voortgekomen en houden voortdurend gemeenschap met ons volk.

Vandaar, dat de algeiBeene politieke matheid ook op hen oversloeg.

Hen ook maar eenigszins als de oorzaa, k ervan aan te duiden, zou in hooge mate onbillijk zijn.

De student is niet de schuldige, maar in zekeren zin de dupe.

Zoódra ons volk in de politiek weer meer principieel leeft en de termometer der belangstelling stijgt, zal men, als bij de communiceerende vaten, dit ook in het studentenleven waarnemen.

Gelukkig is er in deze èn bij onze voormannen èn bij ons volk een keer te konstateeren.

Dat blijkt zeker niet het minst uit de hartelijkheid waarmee men Colijn bij zijn optreden als leider heeft begroet.

Die hartelijkheid gold zeer zeker ook zijn persoon en zijn verleden. Wat hij voor de mobilisatie gepresteerd heeft, mocht door anderen vergeten worden, door ons volk behield het zijn koers. Zijn redevoeringen, waarin hij het hart van de antirevolutionairen wist te raken, sloegen in. Zijn ijveren voor het miljoenplan wekte bewondering.

Maar meer nog danld hij het vertrouwen van het anti-revolutionaire volk daaraan, dat de profetenmantel van Kuyper op hem is gevallen, dat hij diens opvolger in de leiding is.

Niet verheeld mag echter, dat de omstandigheden, waaronder hij naar voren trad, niet bijzonder gunstig zijn. Hij heeft een ondankbaar werk op zich genomen, dat voor de natie van het hoogste belang is, maar waarin onze beginselen niet zoo tastbaar zijn.

En dat wil ons volk. Het. oefent daarbij niet immer het noodige geduld. Maar daarom is het te liopen, dat de bezuiniging zoO' spoedig mogelijki haar beslag zal hebben verkregen en de defensie van ons vaderland en zijn koloniën binnen niet al te langen termijn verzekerd zal zijn, opdat er dan kwesties aan de orde gesteld kunnen worden van den eersten rang, waarbij het Voor ons volk' intuïtief vast staat: hier gaat het om het koningschap van Christus en de eere Gods.

Het principiëele maakt de sterkte uit van onze anti-revolutionaire partij. De coalitie, hoe noodzakelijk op zichzelf ook, belemmert ons in menig opzicht ons principieel uit te leven. Toch zijn er ook gemeenschappelijke beginselen. Die moeten zoodra het maar even kan, op; den voorgrond geplaatst.

Dan zal de vroegere geestdrift weer varen door onze gelederen.

En onze studenten zullen niet tot de lauwen behooren.

Zij zullen, ik ben er vast van overtuigd', in de voorhoede staan.

Ook het stelsel van Evenredige Vertegenwoordiging doofde veel van het vroegere vuur.

Nu spreek ik over het stelsel zelf niet.

Het heeft de rechterzijde groote bate opgeleverd.

Maar de verkiezingsdagen zijn niet meer die hoogtedagen van voorheen.

De inspanning om den strijd te winnen is veel geringer geworden.

De jacht om trage kiezers te overreden en op te halen, heet niet noodig meer.

Ieder is immers verplicht naar de stembus te komen en wie wegblijft, krijgt het met den rechter te kwaad.

Zij, die vroeger den geheelen dag in het stembureau zaten of door de straten draafden in auto's en aapjes, blijven aan den arbeid of wandelen in het Vondelpark of wat dan ook.

De studenten, die eertijds hierin enormen ijver betoonden, behooren nu tot de wei'keloozen.

Toch dient de vraag overwogen: wordt het geen tijd de vroegere kiezerswerving weer in eere te herstellen ?

De praktijk toch leert, inzonderheid in de. groote steden, dat de kiezers bij tienduizenden wegblijven en dat de rechter tegenover zulk een groote massa machteloos staat.

Ook van de anti-revolutionairen werd vaak de klacht vernomen: de onzen hebben slecht gestemd.

Zou het dan niet iioog noodig worden om er weer op uit te trekken en kiezers, die op het punt staan zich aan de zonde van nalatigheid schuldig te maken, van hun plicht te overtuigen?

Voorzeker zal men daarbij op de studenten geen vergeefsch beroep doen.

Het zal voor hen een goede oefensöhool zijn voor hun latere praktijk.

Zij moeten zich om te overreden in de kwesties inwerken.

De politieke belangstelhng wordt daardoor ongemeen bij hen bevorderd.

En de toekomst zal daarvan de gezegende vruchten plukken.

Een faktor van belang is ook het kontakt tusschen de kiesvereenigingen en de studentenwereld.

Vroeger bestond er een zeker natuurlijk kontakt tusschen beide. •

In Amsterdam was het de heer Van Oversteeg, die ongemeen de kunst verstond de studenten tegen den verkiezingstijd op te warmen en hen te werven voor den veldtocht.

Natuurlijk kon hij bij het klimmen der jaren niei alle werkzaamheden aanhouden.

Zoo moest hij zich ook uit het politieke leven meer en meer terugtrekken.

Maar wie zorgt nu in zijn plaats voor het kontakt 2

Ik heb zoo den indruk, dat er zulk een kontakt niet meer bestaat.

Gaat men misschien meer doctrinair te werk en redeneert men: alle studenten behooren lid der 'kiesvereeniging te zijn, haar vergaderingen trouw bij te wonen, een apart kontalct heeft geen zin?

Men heeft dan in het afgetrokkene gelijk, 'maai ta'ktiek stelt andere eischen.

Of vertrouwt men op oproep of advertentie? Dan kende men vroeger de mentaliteit (geestesgesteldheid) van den student toch beter dan tegenwoordig.

Het zal onze politiek in Amsterdam ten goede komen m.i., wanneer men opnieuw kontakt zoekl met ide studentenwereld.

Eigenlijk heb ik nog veel meer op het hart. Maar als eerste ventilatie is dit misschien voldoende.

Ik heb enkele oorzaken genoemd, waaruit de verminderde belangstelling van den Gereformeerden Student in de Anti-revolutionaire politiek vali te verklaren.

Tevens poogde ik wegen ter verbetering aan te wijzen.

Evenwel mag ik! niet verzuimen onze studenten

op te weli'ken om eigener beweging d'e correctie te helpen bevorderen.

Niet alleen stre'k't dit tot heil voor het heden, maar oofe voor hun toekomstige taak.

De theologen en litteratoren mogen niet onderdoen voor de juristen.

Want het is eisch, dat oofc' onze tegenwoordige predikanten zich intensiever met de politiek inlaten.

De ervaring bewijst het: de partij k'an niet buiten hun werk ook in deze.

Het type van den piolitieken dominee wenschen we niet terug.

Dat mocht in verleden dagen voldoen.

Maar nu niet meer.

Doch wel heeft iedere predikant zijn spreelcgaven in dienst te stellen van een politiek, die het Woord Gods tot uitdruHiing wil l^rengen in het staatsieven.

En onze studenten hebben zich voor die roeping voor te bereiden.

Zij hebben er de gelegeiLheid toe als geen ander.

Dat zij dan grijpen .de kansen, door God hun gegeven!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1924

De Reformatie | 6 Pagina's

DE GEREFORMEERDE STUDENT EN DE ANTIREVOLUTIONAIRE POLITIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1924

De Reformatie | 6 Pagina's