GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onze rubriek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze rubriek.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds de oprichting van „De Reformatie" lag liet in het voornemen, zoo geregeld als met het oog op de plaatsruimise zulks mogelijk was, ook in een rubriek over „opvoeding en onderwijs" artikelen te plaatsen.

Af en toe zijn er stukken va, n dien aa, rd vjerschenen, maar tot een geregelde verzorging van artikelen kwam het niet.

Thans hopen we evenwel een begin te nia, ken met de uitvoering van het aloude plan.

Aan ondergeteekende is de verzorging dezer rubriek opgedragen, en hij is zoo gelukkig te kunnen mededeelen, dat eenigen, die op! het terrein van School en Opvoeding een goeden naam onder ons hebben, hun medewerking voor deze rubriek toezegden.

Er zullen zooveel mogelijk axtikelen van „verscheiden" aard worden opgenomen.

Korte stukskes, die bedoelen te oriënteeren op het terrein van onze belangstelling, artikelen, die meer gewichtige onderwerpen bespreken, en af en toe artikelen-r e e k s e n misschien, die ©en verhandeling geven over een actueele kwestie, in verband met aard en doel van ons blad.

Wij twijfelen niet, Oif onze lezers zijn voor het grootste deel ook belangstellenden in onderwijskwesties; terwijl vragen over „opvoeding" voor verreweg de meesten vragen zijn van eiken dag. Zóó hopen we dus, dat ook deze rubriek onze lezers gerieven zal en tevens (en boven alles!) de zaak van ons (lereformeerde leven zal dienen:

Dalende belangstelling?

Het is eigenaardig, dat men in den laatsten tijd telkens weer de klacht beluistert, dat de belangstelling van de ouders in het onderwijs, dat liim kinderen ontvangen, zooveel geringer wordt.

Voorheen leefde men mee. De vergaderingen der schoolvereenigingen werden uitnemend bezocht. De offervaardigheid was boven allen lof verheven. De druk van buiten was er, maar desondanks was ons onderwijs „in liefde bloeiende"; ook al moest men er • voor „bloeden". Het onderwijs bloeide, omdat de ouders „bloejden".

Er was wisselwerking tusschen liefde en offer.

Nu dreigt het anders te worden. En er valt menige klacht te beluisteren.

Het is niet oaize bedoeling nu reeds dieper in te gaan op de vraag, of er vele, en, zoo ja, welke oorzaken er zijn voor dat gebrek aan meeleven. Er worden vele oorzaken genoemd: de gelijkstelling; de acte-jagerij der onderwijzers, waardooi ze met de gezinnen niet meeleven; het gebrek aan interesse bij de onderwijzers voor dingen van kerkelijk, sociaal en politiek leven; de stage salaris-actie van sommige onderwijzers^organisaties, waardoor de aaiidacht naar het matèriëele geleid wordt; en van d'anderen kant: gebrek aan belangstelling bij d'ouders, doordien alleen de sociala kwesties de aandacht hebben; het minder schrijven over schoolkwesties, doordien de school u i t het centrum van het politieke interesse is verdrongen na de gelijkstelling; de wetenschap^ bij d'O'uders, dat nu „het personeel" met „het bestuur" 't alleen wel „af" kunnen; de min of meer groote „futloosheid" van onze menschen op alle terrein — enzoovoorts.

We herhalen — over de oorzaken van het inzinken der belangstelling handelen we niet. Meestal is het zóó, dat, wanneer onder vele oorzaken enkele o-m strijd genoemd worden als de oorzaak, en ieder meent op zijn manier het kwaad te kunnen signaleeien, de waarheid aan alle kanten tegelijk is. Voor dergelijke verschijnselen is meestal een veelheid van oorzaken, die onderling samenhangen, die elkaar beïnvloeden en die alle op haar beurt weer in verband staan met zekere andere kwesties.

Maar over deze oorzaken hopen we later nog wel eens te spreken.

Nu echter doen we opmerken, dat er toch inderdaad in de weinige jaren, die na de pacificatia zijn verloopen, niet zooveel is gewijzigd, dat eï niet heel diep' in het hart van ons volk nog een zeer groote liefde zou wonen voor onze scholen. Laat men maar eens probeeren onze scholen of de vrijheid van die scholen aan te randen, flan zal men merken, dat er wel degelijk een zeer groote belangstelling nog is, en dat men werkelijk het verleden nog niet vergat.

Men herinnert zich nog terdege den strijd, en ook den druk;

En dat is gelukkig. Want het is bij ons gereformeerde volk altijd zóó geweest, dat men het best principieel en het meest beslist dacht en hatldelde in 't gezicht van den vijand. En zoolang 'ile nog ons de aanvallen van den vijand herinnerei|i, leeft er ook bij onze menschen nog wel zeer sferk de drang, zich het goed, dat zooveel strijd kostte, niet te laten ontrooven.

Nu kan men als ideaal stellen, dat het ook mogelijk moet zijn, principieel' op te treden enkel terwille van het beginsel, zónder strijd. Dat men ook wete van bouwen in tijd van vrede. En zeker, dat i s het ideaal.

Maar zóó is toch de kwestie voor het heden niet zuiver gesteld. Er i s geen vrede. Van allen kaait poogt men nog wel degelijk de aanvallen op ons kind niet alleen, maar ook op onze scholen te wagen. Er Js alleen een minder waarneembaren vorm van strijd. Voorheen voelde men den druk. Thans is .er „gelijkstelling". Maar ons volk vergete nooit, dat de vijandschap^ b 1 ij f t.

iGelukkig is ook onder onze onderwijzers (enkele uitzonderingen — misschien! — daargelaten} werkelijk nog wel warme belangstelling. Maar voor hen is evengoed als voor de ouders „het mooie er af". Toch — dit weet ik zeker — zijn ze nog, in massa genomen, dat oude beproefde corps, dat krachtig in de bres treedt, zoodra de vijand zou optrekken en aanvallen.

Prachtig, dat dat alles zoiO' is.

Maar juist omdat dat nü nog zoo is, daiajrom is het nu ook nog tijd iets te doen.

Elke tien jaar, die we verder gaan, brengt ons een derde deel van een geslacht van ouders en onderwijzers, die van den strijd niet meer weten. En hoeveel oude getrouwen ontvallen ons niet in denzelfden tijd ?

Daarom moeten we als gereformeerden in ons vaderland wèl verstaan, dat de; werkelijk niet in alle deelen „opgeloste", schoolkwestie elk jaar m o e i 1 ij k e r valt op te lossen, en dat die oplossing elk jaar, dat we verder komen, méér gevaar loopt.

Wanneer we geweimen aan de rust — en er komt dan een acute kwestie — wie is dan bereid en gereed om op te treden?

Zal er aan zekere verlangens, die nog steeds onder ons gereformeerde volk leven, worden voldaan, dan moet dat spoedig geschieden.

Maar dan moeten we weten wat we willen.

Dian moeten ons d, e gebreken van de huidige wet en van de school vlan het heden helder voor oogen staan.

Dan moeten we. ons bezinnen.

En eensgezind zijn.

En daartoe moet het komen, hoe eerder hoe beter.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Onze rubriek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's