GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nog eens Art. 123 Reg. Reglement.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens Art. 123 Reg. Reglement.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkiheid van de redactie.)

Het is op persoonlijk verzoek van Ds Wielenga, dat ik de Redactie van „de Reformatie" vriendelijk kom vragen om een plaatsje voor „wederhoor".

Op zichzelf gevoel ik ér niet veel voor een kwestie als deze in de krant te behandelen, omdat ik de overtuiging heb, dat ze er niet verder door komt. De meeste lezers interesseeren er zich niet voor en een nog grooter getal kan aan ds practische oplossing niet medewerken. Ik heb meer hoop op succes van wat Ds W. aanraadt en waarvoor reeds een enkele stap werd gedaan, n.l. een samenkomen van de voormannen der zending om eens over de zaak te praten.

Ook het artikel in „Antirevolutionaire Staatkunde", (dit ter informatie van Ds W: .) schreef ik op vereerend verzoek der Redactie en waar deze zaak evenzeer een politieken als een kerkelijken kant heelt, was het m.i. in dat tijdschrift zeer zeker op zijn plaats.

Ga ik nu over om de bezwaren van Ds W. te trachten op te heffen, dan vraag ik hem in de eerste plaats: Wat wil U bereiken? Ik meen, dat hij dan zal antwoorden: Als 't kon opheffing van Artikel 123 en A^oorkoming van dubbele zending. Ds W; . vindt, dat hij daardoor op zoek is naar de quadratuur van den cirkel.

Dan zal hij moeten erkennen, dat zijn middel, waarover ik straks een woord ga zeggen, óók niet deugt, want dan deugt geen enkel middel, om de doodeenvoudige reden, dat de quadratuur van den cirkel er niet is.

Ik ga met hem althans niet mede op zoek.

Er zijn brs, die niets anders willeai dan opheffing van Art. 123. Dat wilde ook de synode van ‘14.

Het is eenvoudig genoeg daarvoor te ijveren, maar het succes is denkbeeldig. Waarom? Wel, de geschiedenis van 's Ministers wetsvoorstel leerde het o.m, opnieuw.

Straks, als de nieuwe Staatsinrichting voor K.-I. zal zijn ingevoerd, moet de Volksraad zich over elke wijziging daarvan uitspreken. Hoeveel gewicht aan zijn advies zal worden gehecht, blijkt uit het feit, dat terwfl nu dat advies nog niet wettelijk is voorgeschi'even, de Minister eenvoudig zijn voorstel niet eens indient, nu de houding van den Volksraad afwijkend is. Niemand stelle zich voor, dat zelfs een Roomsch-Socialistisch regeeringsblok in Nederland daaraan iets zou veranderen. Regeeringsbemoeiïng met de toelating der Zendelingen zal , b I ij v e n gevraagd. En nu kan men zich zeker stellen op streng principieel standpunt en zeggen: De Regeering mag zich met deze toelating niet bemoeien.

Ik ga ook in dat opzicht principieel mee met de synode van 1914. Ds Wielenga begrijpt dat niet. Ik natuurlijk wel.

Evenmin n.l. als de synode heeft geadviseerd Art. 123 te negeeren en te zeggen: En to: !i zullen wij doorgaan met in Indië Christus te verkondigen, zonder toestemming der Regeering, ook al dreigt ons gevangenschap en smaad, want men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den menschen (Handel, 5:29)" evemnin ontgaat miji, in het stadium, waarin Indië nu verkeert-en de verhouding, waarin het geestelijke en het maatschappelijke elkander raken in de Zending, zoodat Zending en Re­ geering elkander dagelijks ontmoeten, de noodzaalv, dat de laatste eenige zeggingschap moet toegekend worden inzake de toelating. En nu .zeg ik: aak haav zcio gernig mogelijk; laat haar als van zelve doodbloeden, Avat het principiëele aangaat; behoud haar haai.' Avat het zakelijke betreft. Dit is nu niet een middel ter v e r g e m a k k e 1 iji k i n g, zooals Ds W. meent, maar een middel van overgang; in 't eind zou iki) principieel geheel mijn zin krijgen. En ik meen aangetoond te hebben, dat wordt een voorstel in dezen geest Avet, zóó Artikel 123 sterft en dubbele zending wordt voorkomen.

Maar, zegt Ds W., dan zou nooit de Geref. Zendin» zicli kunnen vestigen in een streek, waar bijv. de Roomschen werken. Die vrijheid moot blijven bestaan! Wat blieft U? En U is op paedagogische gronden tegen dubbele zending? Waarde Ds W, , als eens (ach Avanneer? ) heel Indië zal gekerstend zijn, zal er geen Art. 123 in welken A'orm meer noodig wezen. En zouden AVO voorshands maar niet eerst in Gods kracht ijveren, om de door ons „bezette" terreinen ook te „bcAverken" en God geve, toe te brengen?

Met deze vraag kom ik tot een ander bezwaar van Ds W. Het is dit, dat volgens mijn voorstel de Regeering zou uitmaken, of een corporatie in staat is zijn arbeidsveld te bewerken of niet.

Neen, dat moeten de corporaties zelf doen.

Om maar eens een voorbeeld te noemen: De Nedcrl, 'Zend. Vereeniging heeft één kleine gemeente en geen enkelen zendeling, in Banten. Moet nu ten allen tijde Banten gesloten blijven voor een andere corporatie, omdat de Nederl, Zend. Ver. deze Residentie „bezet" heeft? Moeten Ave dan op Zendingsgebied maar liever hebben, dat een terrein onbev.'erld blijft, dan dat liet bijv. door Roomschen wordt bezet? Zijn Ave inderdaad nog lieA'er Turksch den Paapsch?

Men Avikke en wege bij de aanvrage om een terrein, of men het behoorlijk bewerken kan. Dat moet niet de Regeering beslissen, maar de coirporatie.

Was daarmede meer te rade gegaan, aan de Roomschen was een zeer sterk argument uit de handen geslagen. En Avaar nu in punt 2 van mijn voorstel staat „tenzij de toelating wordt prijsgegeven", daar bezinne men zich of inderdaad niet te veel hooi op de vork is genomen. Eén klein overzichtelijk terrein, maar zóó dicht bezet, dat de zendingsposten ais aan elkander raken, zoodat de beArolking het in een Mohammedaansche streek als een vanzelfsheid gaat vinden, dat er in iedere desa een Christen^gemeente is, is altijd mijn ideaal geweest. Ik zou Avel gewild hebben dat de 10 zendelingen, die in mijn tijd de Nederl. Zend. Ver. op West-Java had, allen op 't plateau van Bandoeng Avaren geplaatst goAveest.

Ik Aveet heel goeü, dat dit uit historisch oogpunt niet ging, Avant ook daarin Avas leiding Gods, dat de verschillende plaatsen bezet Avaren, zooals dat geschiedde, doch in een Mohammedaansche streek is concentratie m.i. een der beste uitingen van practisch Zendingsbeleid.

En nu kom ik tot de oplossing, die Ds Wi. voorgestold heeft. Ds W; . Avilde opheffing van Art. 123, maar met de restrictie, dat subsidie's voor maatschappelijk AA'erk aan één, op een bepaald terrein Averkende Kerk of corporatie zal Avorden versterkt.

Dit kan niet. Om de eenvoudige reden, dat subsidie van 't Gouvernement nooit Avordt verleend aan de Z e n-ding als zoodanig, maar aan den arbeid op medisch-of onderwijsgebied, in Avelken vorm dan ook.

Wie voldoet aan de eischen voor de verki'ijgin? van subsidie, ontvangt haar. Zou nu de Regeering willen doen naar den Avensch van Ds W., dan zou ze in de subsidiebepalingen een artikel moeten opiiemen van die strekking. Maar dat gevoelt toch Ds AV, zelf, dat gaat niet. Stel er is een Residentie, bijv, Batavia; die Residentie is als zendingsterrein aaiige-Avezen aan de Nederl, Zend. Ver. Mag nu niemand anders daar een school oprichten dan deze corporatie? Niemand anders daar maatschappelijk AA^erk doen, niemand anders een hospitaal openen dan zij of 't moest zijn zonder subsidie. Misschien zegt Ds Wj.: jawel, als 't dan maar geen Zendingscorporatie is. Maar op grond Avaarvan Avordt dan het subsidie geweigerd? D a n zou juist de Regeering optreden op een terrein Avaar Ds W, haar niet Avil hebben.

En zelfs al Avilde hij er haar AV e 1 hebben, men zij gerust, z ij zal er zich niet op wagen.

Ik eindig. Laten Ave niet A^eel meer schrijven over Art. 123. Laten AVB elkander trachten te vinden. Daartoe is een samenspreken het beste middel en gelijlc ik in aanhef zeide: er is uitzicht, dat daartoe eerlang het initiatief Avordt genomen.

Met beleefden dank voor de plaatsing,

B. ALKEMA.

Maarssen, 1 Mei '25,

Hooggeachte Redactie,

Naar aanleiding van het artikel „Relatief isolement" van prof. Hepp, voorkomende in uw geëerd blad van 25 April j.l., zij het mij vergund iets te mogen opmerken.

Prof. Hepp schrijft o.m. in dit artikel:

„Er is een zekere strooming, welke meent, dat Aïij zwak zijn om iets tegen de ongeloovige machten van dezen tijd uit te richten, wanneer Avij ons isolement handhaven.

Wat beteekenen, zoo gaat prof. H. verder, wat beteekenen wij met ons klein getal tegen zoovelen? vraagt men.

Kunnen we niet beter op ruimer basis plaats nemen, waarop ook reeds anderen staan, met hen de gemeenschap zoo innig mogehjk maken, samen ons beveiligen tegen ongeloovige invloeden en alleen wanneer he' noodig is, van tijd tot tijd op ons paxtikuliere standpunt ons terugtrekken?

Ik kan echter niet anders zien, of de handelwijze, welke hierin wordt aanbevolen, spruit voor een deel (spatiëering van inzender) voort uit moedeiloosheid, ml overmaat van zwaktegevoel, "

In alle bescheidenheid, wil ik even naar aanleiding! van deze conclusie van prof. H. heriimeren aan de woorden van Jezus, gericht tot Zijne discipelen bij het laatste onderricht, die wij: inden in het Johannesevangelie, hoofdstuk 14:34, 35:

„Een nieuw gebod geel Ik u, dat gij elkander lielhebt, gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.

Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijne discipelen zijt, zoo gijl liefde hebt onder elkander."

Mag ik dan met den meesten drang de discipelen van Christus, waartoe voorzeker d© lezers van „De Reformatie" willen behooren, tot die liefdedaad opwekken?

Het spijt mij zeer, 'dat prof. Hepp in dit artikel nergens bij zijn reformatorisch pogen, het hoogste beginsel, waarin alle christenen de éénheid moeten vormen, als eisch van Christus ons heeft voorgehouden.

Met het volbrengen van dien eisch komt God toch ook aan Zijn eer?

In het licht van de geciteerde tekstwoorden breng ik noo-even een gedeelte van het slot van prof. Hepp's artikel naar voren:

„Al willen we geïsoleerd blijven staan naast Ethischen of andere Christenen, daarom is samenwerking, uitwisseling van gedachten en waardeering op verschillende punten niet onmogelijk. Als onze zelfstandigheid maar geen gevaar loopt, kan samenwerking op vast accoord niet anders dan toegejuicht."

Gaarne wilde ik met deze uitspraak mijn hartelijke instemming betuigen, en ik hoop, dat practisch de Gereformeerden deze zullen toepassen.

Met beleefden dank voor de plaatsruimte teeken ik

Hoogachtend, Uw dw.,

A. HENDRIKSE.

Amsterdam, 28 April 1925.

Toen do brief van inzender mij. bereikte, zat ik juist te schrijven „De ruimste samenwerking". Ik zou kunnen volstaan met hem daarheen tC' verwijzen. Echter wil ik nog even zijn aandacht vestigen op zijn verkeerd Schriftgebruik. Men mag niet zoo maar een lossen tekst voor zijn meenimg aanhalen, maar moet heel de Schrift er op onderzoekeu. Zoo moeten wij' niet alleen Jezus' discipelen liefhebben, jnaar ook onze vjjanden. Dus dan maar eenheidsaktie gevoerd met alle menschen, met als grondslag: de humaniteitsgedachte? D'at wil de schrijver natuurlijk niet. Hij onderscheide vooral tusschen persoon en beginsel. De andere kinken in den kabel van zijn redeneerüig gelieve hij met behulp van het bovenstaande er zelf uit te halen. Dat zal hem naar ik vertrouw niet moeilijk vallen. Als de liefde tot Hem, die de waarheid is, ons bovenal gaat, leeren we in deize dingen recht onderscheiden.

HEPP.


1) Zie mijn artikel in A, St,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Nog eens Art. 123 Reg. Reglement.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's