GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET JAAR 1925.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET JAAR 1925.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Getemperde vreugd.

Wie 1925 vasthoudt als het jaar van Locarno, zal er altijd een Mijde herinnering aan bewaren.

En indien Locarno niet liegt, maar de vruchten afwerpt, vfaarvan het de bloesem droeg, zal het aan zonnigheid in de historie winnen.

Het biedt schoone beloften aangaande de aangekondigde ontwapenings-(lees: verminderde bewapenings-) konferentie.

Doch, als om te zorgen, dat wij niet boven de sfeer van de zondige realiteit zouden uitvliegen, werd ons in 1925 èn in het volkerenleven in het algemeen èn in ons nationale leven in het bijzonder veel beschikt, dat onze vreugde temperde.

Noem liet korte woord „Rif" en het gelaat van Franschman en Spanjaard rimpelt zich van zorg. Dat de oorlog tusschen volkeren als Frankrijk en Duitschland zoolang duurde, kwam de nationale „eer" niet te na. Maar dat Abd-el-Krim zoolang standhield! Dat is voor natiën, die op haar point d'honneur staan, hard te verduwen.

Noem Mosoel en Irak en Syrië en weer trapt men volkeren gevoelig op de teenen.

De vredesduif mocht te Locarno koeren, de oorlogshaan bleef, zij 't wat verder van ons weg, kraaien.

Ook dat hanengekraai heeft beteekenis.

Het waarschuwt, dat we ons niet willen overgeven aan pacifistische lethargie.

Het waarschuwt, dat niet de bergen van Azië of Afrika, maar van het nieuwe Jeruzalem waarachtigen vrede zullen dragen.

, Wij hebben te ijveren vóór den vrede met een kracht, als konden wij oorlogen keeren.

Wij hebben echter te rekenen met het Godswoord, dat oorlogen en geruchten van oorlogen als teekenen van het naderend einde zullen geschouwd worden.

Ontbraken de oorlogen in 1925 niet, evenmin de geruchten van oorlogen.

Hoe weinig heeft het gescheeld, of Griekenland en Bulgarije hadden hun legers tegen elkander losgelaten!

En als het op den Balkan begint, wordt het vuur Europa aan de schoenen gelegd.

Dan — 't gevaar werd gewend.

Maar voor 't eene gevaar dat vliedt, komen er zeven andere terug.

Wij zullen niet pogen precies zeven gevaren op te noemen, hoewel het ons helaas gemakkelijk genoeg gelukten zou.

Aan een paar heeft de peinzer over het oudejaar

Vooral wanneer daartoe het Bolsjevisme behoort.

Dat het Bolsjevisme in 1925 dreigender was dan ooit, •^an niet worden verklaard.

Het vertoonde zich in Europa het meest in de gedaante ^an den man met wankele gezondheid, naar het heet, Tsjietjerin.

Europa heeft aan den Bosporus ook eens zijn „zieken tnan" gehad, maar die in taaiheid van leven en taaiheid 'an diplomatie alle bejaarde diplomaten schier overtrof.

Het Bolsjevisme meldde zich in het afgeloopen jaar "og al dikwijls als ziek aan.

Toch kwam het Bolsjevistisch gevaar in verschillende Parlementen ter sprake..

Hoorde men zelfs niet van een anti-bolsjevistisch departement?

•Menig land zon op maatregelen om van de zegeningen ^an Moscou verschoond te blijven.

Wanneer een stelsel als het Bolsjevisme werkelijk ö'aakte, hét zoü' niét kunnen verwonderen.

En toch.... Europa slape slechts met één oog toe.

Men vertrouwe die Bolsjevistische ziekte niet.

Ze schijnt slimmer te zijn naar het Westen dan naar het verre Oosten.

In China doet het Leninisme zich geducht gelden.

En over heel de wereld zit zijn gif in het bloed.

Werden onze Bolsjevisten in Moscou nooit voor heelemaal vol aangezien en werd. ons land betiteld als dat van de slappe reaktie, de gedeeldheid in de Communistische Partij hier te lande verteerde veel bolsjevistische kracht.

Lou de Visser at David Wijnkoop de kaas van het brood.

Is het gevaar voor ons bezworen?

Als de omstandigheden voor een revolutie gunstig zijn, wordt twist gauw bijgelegd.

Dan drinkt Albarda amicitia met Wijnkoop en loopt Wibaut gearmd met mevrouw Van Zelm.

Men juiche vooral niet te vroeg, dat het Bolsjevisme zich heeft overleefd.

Maar trachte liever op te sporen, waar de „cellen" zitten.

Van het Fascisme dacht men verleden jaar, dat het op zijn laatste beenen liep.

En nu? I

Mussolini zit weer stevig op zjjn zwarte paard.

Primo heeft de tenue van m/nister-president aangetrokken, maar is dictator gebleven.

Het Fasciüme breidt zicli, j»5*u', ngrijk uit.

Ook in ons land zag het in dit jaar zijn aanhangers vermeerderen.

Schijnen Bolsjevisme en Fascisme antipoden, het zijn zonen van één moeder: de overspelige Revolutie.

En al lijkt het, dat de maatschappelijke orde bij het Fascisme veiliger is, de basis van alle orde, het gezag, wordt geschonden.

Dat het Fascisme zulk een goeden voedingsbodem vond, viel te wijten aan den desolaten toestand, waarin in de meeste Europeesche landen het parlementarisme verkeert.

Men hoorde op staatkundig gebied van krisis op krisis.

Frankrijk spande daarin wel de kroon.

Doch wij zelf hebben aan onzen eigen last genoeg.

Hoe werd God in den zomer van 1925 gedankt, dat de verkiezingen het opnieuw optreden van een Christelijk kabinet mogelijk maakten.

Hoe werd er gezongen: „Geloofd zij God met diepst ontzag!"

En aan het einde van het jaar was het kabinet-Colijn demissionair.

Soms kunnen er zich van die tegenstellingen aan u opdringen, die gij liefst zoo spoedig mogelijk van u zet.

De overwinning in Juli en de nederlaag betrekkelijk kort daarop gevolgd, bewijzen, dat de epidemie, welke in de parlementen zoo huishoudt, ook ons niet heeft overgeslagen.

Bekijkt men het van dezen kant, ziet men hierin een epidemisch verschijnsel, dan komt de gedachte boven: zou zich een nieuwe staatkundige vorm aan het ontvi^ikkelen zijn.

Of worden slechts de parlementen gesloopt zonder uitzicht op betere staatkundige volkshuisvesting?

Waar gaan wij heen? Gaan we den dag tegemoet of den nacht?

Hebben wij als Calvinisten hier geen woord?

Het oude jaar stampte ons hoofd vol met gedachten.

Dat het nieuwe jaar ons biddend vond om te verstaan, wat God ook op staatkundig leven bezig is te werken.

Door Hem regeeren de koningen en stellen de vorsten gerechtigheid.

Door Hem beraadslagen de parlementen.

Maar hoeveel werd er in die parlementen niet beraadslaagd tegen Zijn ordinantie in!

Zou de Heere over deze dingen misschien bezoeking doen?

Het jaar van Locarno is ook het jaar van Borculo. Eens in de duizend jaar ongeveer woedt er, naar men zegt, in het stukske grond, waarop wij wonen slechts een cycloon.

Ditmaal moesten wij er getuigen van zijn.

Zij, wien de geweldige orkaan het dak boven het hoofd wegsloeg, zullen het heel hun leven niet vergeten.

Maar de anderen?

Over vijf jaar spreken zij misschien: zeg, hoe lang is dat ook weer geleden, die ramp van Borculo.

De moderne tijd maakt ons luchtig en vluchtig.

Onze indrukken vliegen vaak sneller dan de cycloon.

Aan de groote offervaardigheid van het Nederlandsche volks paarde zich niet een even groote boetvaardigheid.

Jammer!

Duizendwerf jammer!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

HET JAAR 1925.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's