GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Paul Morand, Rien que la terre.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paul Morand, Rien que la terre.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds een paar eeuwen zijn de grenzen van het heelal wijd uitgezet. Om ze te meten, is men van aardstralen op lichtjaren' overgsgaan; en nog duizelt ons denken, als wij vaikmenschen over de afmetingen van het heelal (ons heelal maja, r!) hooren spreken.

Maar terzelfder tijd is onze arme aardbol onrustharend geslonken. Een van de vele gedachten, die de moderne mensch als veroiuderde en onbruikhaar geworden kleedingstiikken heeft af te leggen is de illuzie, dat de aarde grooit is.

Die heerlijke onbepierkte aarde met onbezochte gebieden on waarop nog land te ontdekken viel, behoort tot de romantische denkheelden, die de onze, healas! niet meer zijn. Het record van Jeaii Passepartout, dien wij in onze jonge jaren schier ademloos zijn gevolgd op 'zijn rondreis van tachtig dagen, kan door een of anderen nieuwen FergusorL op de meest vernietigende wijze worden verbeterd. En dan te bedenken, dat op die zoo deerlijk geslonken aardboil slechts een kwart vaste grond, en dat is, nog niet eeiis altijd yoör menschen bewoonbare, ruimte, is.. Hoe fauikend is het voor ons, Europeanen, op de aardglobe ons werelddeel te zien als een gehavend en uitgekerfd aarrhangsel van het massieve Aziatische vasteland met tegenover zich naar het westen de" dreigende en wanstaltige knotsen van de beide Amerika's.

Een tegenwoordig zeer op den voorgrond tredende figuur uit de wereld der Fransche letteren, Paul ï\Iorand, heeft over do beknoptheid van onze aarde een roman geschreven.

Van het voor de moderne Fransche letterkunde zoo kenmerkende region alisme is in het tot nu toe van Morand verschenen werk, geen spoor te bekennen. Geen zijner boeken heeft tot objekt of achtergrond een of ander schilderachtig hoekje van Frankrijk, met al wat het aan taal en gebruiken, .aan geur en kleur voor eigenaardigs bevat. Integendeel, zijn geest vermeit zich in het internationale. Morand is kosmopoliet.. Hij kan het zijn 'doox zijn reizen en trekken, hij verdient het te zijn door zijn geest, die de groote lijnen en de breede vlakken overziet en door de vaardigheid van zijn soliede schilderknuist, die in breede en Icrachtige toetsen de coimpositie opzet.

Rien que la terre. „Onze aarde maar", is de titel, dien hij aan zijn laatste boek heeft gegeven. Is het een roman? Ach, wie zegt eens duidelijk en klaar wat wij onder roman hebben te verstaan? Bij de verbijsterende en altijd nog toenemende productiviteit van de pers wordt.het steeds moeielijker het begrip „roman" 'te omschrijven. Wie is heden ten dage nog zoo kinderachtig te meenen, dat een roman een verhaal is! Misschien is dit nog de beste definitie: een roman is een boek van ministens 250 pagina's; op: geivaar, dat •schoolboeken en handleidingen voor fotografeeren en radio ook voor romans zullen worden gehouden.

Paul Morand voert zijn lezers met zich mee op een rondreis over Amerika, Japan, China, de Philippijnen, Achter-Indië en via Suez naar huis. Hij is zelf de hoofdpersoon; van zijn gezelschap worden wjj niets gewaar. 'Geen andere intrige dan de reeks tafereelen, die meestal dansend en trillend als fragmenten van een rolprent en - enkele keerea rustig en bezadigd als een lichtbeeld, op zijn scherm worden geprojekteerd.

Morand's beschouwingen over de mensohheid en het leven zijn nogal aan den pessimistischen kant; zijn woorden vlijmen als scheermessen. Met welgevallen citeert hij het woord van Voltaire — onze tijdgenoot Vpltaire, zegt hij geheel in den trant van zijn haastige en koortsachtige allures — „Comptez que Ie monde est un grand naufrage et que la devise des hommes est: Sauve qui peut". -

Het instituut Pasteur, de Rockefeller-stichtingen en .ijergelijke hebben, doordat zij het menschdom hebben verhinderd, in normale en iiuttige proporties te sten'-en, ons meer kwaad gedaan dan o; orlogswerktuigen. Morand meent deze boutade te moeten rechtvaardigen met een beroep op Michelet, die beweert, dat, tenzij de natuur geweldig huishield onder de haringen, deze in hun ontzaglijke vruchtbaarheid de oceanen met hun kroost zovrden hebben gevuld en drooggemaalit.

De Vereenigde Staten van Europa? Ach, in welk een eindeloos verschiet liggen ze. Heiligen en martelaars, een geheel speciale opvoeding, zijn er noodig om gewone individuen te doen samenleven, als zij dezelfde taal niet spreken. Neem tot voorbeeld Fjankrijk en Engeland. Deze beide volken, behoorend tot de meest vooraanstaanden onder de natiën, zijn door slechts enkele mijlen varens van elkaar gescheiden en toch evenver van elkaar verwijderd als Perzië van de Antillen, ondanks tien eeuwen van gestadige uitwisseling. In éénzelfde pogen hebbén zij hun bloed, gestort. Zij hebben, buiten rekening gelaten officiëele liefdesverklaringen, voor elkander niet dan onkunde en minachting. Alleen onze .huichelachtigheid verhindert ons de vreemdelingen zwijnen, honden, duivels of onreinen te noemen, zooals de Aziatische volkeren dat doen. Elke deugd, die men bij den .ander ontdekt, vormt een nieuwe hinderpaal. Over gebreken en ondeugden stapt men wel 'heen.

Niet altijd is Morand in die mate bitter. Maar evenals alle geesten, die tot pessimisme overhellen, ziet en zegt hij de dingen scherp en raak: „Les races tropica.les sont simples dans la mort comme dans la vie, et acceptent de passer sans bruit il, d'autres existences". — „J'aime les chats. Les tigres sont^des chats plus faibles, pnisque malheureux et traqués".

Sprekend over de jonge Amerikaansche bestuursambtenaren te Manilla, constateert Moirand .dat deze, te midden van hun paradijsweèlde maar ëén gedachte hebbeai, n.l. weer zoo spoedig mogelijk in het moederland te zijn, waar zij, op de acht^enveertigste verdieping van een 'of andere bank, in hun - hemdsmouwen met elastieken erom, de mooie avonden aan den oever van ; de Pasig zullen vergeten, waar naakte negers met pijl en boog aan het visschen zijn.

Hoor, hoe hij spreekt over de zon der keerkringen: die daar eiken dageraad onvermurwbaar en zonder eenigen overgang, zich tot blakeren stelt, en als je de koorts hebt 'dwars door de gesloten oogleden heen boort en komt kloppen achteraan legen je schedel. De zon uit onze landen is vroolijkheid, gezondheid, leven en beweging. Daar in de tropen vlucht men en bergt zich midden oip'den dag. Het leven zet eerst weer in, als de duisternis zich spreidt. Dan eten de mannen, de vrouwen werken, de dieren gaan op roof. Dan is de groote verbijstering van den dag vooibij. De blakering die door de openingen in het groen heenzsefde als door het dakvenster van het Pantheon te Rome, is dan alleen nog maar een herinnering. Een herinnering, de onverwinlijke zon, die alle relief en a, lle perspectief in één gloeiend plat vlak bracht, en alle kleuren verslond tot één daverende felheid. De Brahmanen zeggen: de zon is de dood, daarom sterft alle schepsel, 't welk onder haar woont. Die aan de andere zijde wonen, zijn goden, daarom zijn zij onsterfelijk. Hare stralen zijn de strengen, waarmede de schepselen aan den wagen des levens gespannen zijn.

Hoe mooi, modern-poëtisch is ook deze „rêverie". Morand zit weer in Parijs, in zijn armstoiel, en mijmert over alle paketbooten, die op'; zee zijn. Sommigen snellen in het donker voort, glijdend over het diep© water. In hun ingewand, dames in avond­ 'Y-i: toilet, een jazz zwart en rood als een klopjacht van negers. Beneden de machine-kamer, boven de commando-brug, plichtsbetrachting, stilte. In het absolute duister, een enkel lichtend punt: het oompas, dat het gezicht van een zeeman eventjes beschi-jnt. Dan wennen de oogen a, ap. het donker en ziedaar een witte schim: de officier van de wacht, onbewegelijk, het hoofd opgeheven naar het Z.uiderla'üis. Mijn gedachten dwalen naar andere schepen, verder weg; de dag .breekt aan; het dek wordt gewasschen, men hoort het neerkletteren der machtige stralen uit de waterkranen en het geslier der bezems; of wel, terwijl de aistand met den tijd vermeerdert — want reizen is leven volgens de hemellichan'ien — Chineezen, die even geel zien als het koper, dat ze poetsen, en de eerste lui, die in hun pyjama reeds om hun slokje komen in de bar, die nog vol is van de asch en de lucht der sigaren van den vorigen avond, terwijl de werpsteenen van het poker verspreid liggen 'als uitgeslagen k; iezen na. een bokspartij (!).

Ziehier de tegenhanger van deze mijmerij: Men ligt in zijn smalle kooi en, van de ónbsweeglijkheid overgegaan in het zwallcen, denkt men aan zijn werkkamer in Frankrijk bij de antipoden, aan de goede „vaste wal" waar alles stevig staat, de boeken horizontaal liggen, waar de wind niet door een op-en raam spo-okt en de papieren van hun plaats waait, waar de inkt niet uit den koker vliegt en de lucifers niet vochtig zijn, maar branden willen. Sinds drie dagen is men niet anders dan op handen en voeten naar de eetzaal kunnen gaan.; de lift gaat schuin naar boven, de golE komt, spuwt en kletst tegen de patrijspoorten aan, gedurende een seconde alles duister makend....

Het kost mij moeite om niet meer Ie citeeren. Misschien dat ik er in geslaagd ben, u te doen zien, dat Rien que la terre door de eenheid en de kracht van vizie en uitdrukking beide, meer is dan een bloote reisbeschrijving, zooals La vie de a termites, het jongste boek van Maeterlinck, meer is ddjl een monografie uit het dierenleven, dat Rien que la terre de eenheid bezit en 'die het recht geven op den naam van roman.

Het heeft zeker gebreken: De Atjehers schieten niet met blaaspijpen en het is niet de thermometer, die den tornado aankondigt. De-geestigheid van Morand vindt wel eens een te gemakkelijken uitweg. Bovendien is het werk typografisch onvoldoende verzorgd.

Maar wat is er volmaakt o-p deze wereld?

J. W. MARMELSTEIN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Paul Morand, Rien que la terre.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's