GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Augusta de Wits „Verborgen Bronnen".

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augusta de Wits „Verborgen Bronnen".

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de uitgaven der laatste weken behoort een herdruk, de vijfde, van den noveUenbundel „Verborgen Bronnen", waarmee de thans algemeen bekende Schrijfster Augusta de Wit in 1898 de rij van haar belletristische geschriften opende. Koirt te voren had zij haar debuut gemaakt met haar „Facts and fancies abont "Java", een reisverslag, beschrijving althans van een tocht door Java, maar veelmeer proeve van literaire impressiekunst en alszoodanig ook in de Nederlandsche bewerking („Feesten en verschijningen opi Java") opgemerkt en in ruimen kring gewaardeerd. „Verborgen Bronnen" trok mede aanstonds de aandacht en, ofschooai door grooter werk gevolgd en door latere boeken („Orpheus in de dessa", „De Godin clie wacht" overtroffen) — het bleef een nummer 'jrit de Holland-bibliotheek 1), dat gelezen werd en, de - vijfde druk getuigt het, steeds nieuwe lezers vond.

Als we dan in dit artikel wijzen opi dezen herdruk, bedoelen we niet een bespreking te geven: een boek, dat bijna 30 jaren oiud is en voor de vijfde maal wordt uitgegeven, wordt niet meer behandeld of gerecenseerd in den gewonen zin.

Ons doel is, aan de hand van wat dit eerste werk aan materiaal biedt, .een der merkwaardige eigenschappen van deze Auteur te doen zien, de eigenschap' die wellicht het geheim is van de bekoring, door haar werk geoefend: het verrassende van haar gegevens. Wie het onvergelijkelijk-mooie boekje „Orpheus in de dessa" gelezen heeft, weet aanstonds, wat wc hier willen zeggen: .wat daar geteekend wordt in de verhouding Bake—Si Bengkok munt uit door eenvoud en tragiek beide, is zonder eenig opizettelijk effect en toch van de hoogste spanning, is verrassend omdat het zoo

feeëriek ea tegelijk 'geheel werkelijk is. Dat ^Verrassende nu zal men overal in het werk van Augusta de Wit bespeuren, in „De Godin die wacht" evenzeer als in „De wake bij de brug" of „Het dure Moederschap"; zelfs het gewoonste gegeven krijgt, aangeraakt met de tooverstaf van deze kunstenares, sfeer, stemming. Natuurlijk hoiudt dit te constateeren niet in een steeds waardeeren; maar over dit punt handelen we nu niet. 't Gaat nu over het verrassende van de gegevens, waaruit Augusta de Wit haar verhalen en romans O'pibouwt en dan is het merkwaardig, hoezeer deze eigenschap reeds in den eersten bundel ^„Verborgen Bronnen" op te merken valt.

Daar is in het eerste verhaal 't gegeven van 'den jongen stroioper, die door de kommiezen gewond is en op zijn nachtelijke vlucht aangeland bij 'den ouden dominee. De groote lui houden het altijd met de politie en het tribunaal, aldus is de logica van den strooper Nellis, maar ditmaal gaat 't anders. De dominee zorgt voor hem, ondanks het tegenstribbelen van de meid, ondanks het ongunstige van zijn uiterlijk: hij krijgt eten, wei-doenden wijn, een warmen deken, ja, de dominee helpt hem om weg te komen als de burgemeester woidt aangediend. Getroffen door zulk ongewoon liefdebetoon wil do strooper zijn dankbaarheid bewijzen: hij strikt een paar 'vette hazen en brengt die triomfantelijk naar den dominee. Maar deze, in plaats van erkentelijk te zijn, weigert het geschenk, omdat het , .gestolen' 'is. Nellis begrijpit niets van die houding, voelt zich bitter miskend en loopt met zijn hazen weg naar de kroeg, waar hij zich bedrinkt en den kroegbaas hem de mooie beesten aftroggelt voor jenever!

Daar is in het tweede verhaal het vreemd-fantastische en toch psychologisch zuiver gestelde gegeven van den mismaakten jongen, die een onuitgesproken, maar heftige liefde beeft opigevat voor een kweekersdochter uit het dorp: . Haar aandacht op zich te vestigen is zijn voortdurend streven, tol hij op het wanhopige denkbeeld komt brand te stichten bij haar liuis en dan haar te redden. Hij volvoert werkelijk zijn plan, wordt zelfs bij het reddingswerk gewond. En dan begrijpt zij zijn liefde; hij ervaart dat juist opi 't moment, dat hij door de marechaussee wordt weggevoerd

Verder, in het derde verhaal, is er het gegeven van den meesterglaswerker, die zeldzame visioenen van kleuren en glanzen weet vast te leggen in zijn werk — en, tot groote verbazing van een enthousiaste edelvTOUw, die den „meester" in zijn „atelier" wil bezoeken, in armoede en ontbering op een zolderkamertje zit, werkend in loondienst voor een groote, „fijne" zaak,

Dan is er het, minder frappante, maar in zijn grillig silhouet toch niet onbelangrijke gegeven van den vader, die zijn zoon, den eigenwilligen yersmader van zijn opofferende liefde, eerst uit zijn boeken en uit zijn hart heeft „geschrapt", maar dan, bij de tijding, dat hij, terugkeeren ml van over zee als de verloren zoon, en na een benauwenden droom, naar de kust trekt, om opi een uiterste rotspunt te waken en 's nachts do-or een houtvuur den weg naar de haven te wijzen. Tien jaar houdt hij dat vol: dan, op een stormavond valt hij, zoodat hij zijn vuur niet kan aansteken ~ en in 'dien nacht vergaat het schipi, dat den zoon huiswaarts voerde, vlak bij de kust.

Eindelijk zijn er de twee Indische verhalen, die eenzelfde gegeven verwerken: de noiodt-eindigende, nooit, dan door weerwraak, gestilde wraakzucht van den inlander. Bijzonder scherpi is de vertelling over Alian, wiens vluchtende vijand in zijn eigen mes gevallen is op het oogenblik, dat hij dezen treffen zou. Mian zit nu, heel een dag en een nacht door, bij den zwaargewonde, wachtend op de kans, dat deze zich ietwat herstellen zal, om dan nog zijn wraak aan hem te koelen! En als de vijand gestorven is, (zonder dat Mian de gewenschte gelegenheid gekregen heeft) en in ©en krokodil veranderd, naar het volksgeloof, is Mian er op uit iedere krokodil, die hij maar aantreft, te dooden om misschien! io? h nog op die manier zijn vijand te raken!

Overziet men nu deze gegevens, dan is het duidelijk, dat we reeds in dit begin-werk van de Schrijfster staan voor de merkwaardige eigenschap, die we noemden. Want elk van die gegevens heeft datzelfde verrassende dat het werk van Aug. de Wit zoo aantrekkelijk maakt .En vraagt men nu, wat dan dat verrassende is, dan moeten we, geloof ik, wijzen op het steeds harmonieus samentreffen van eenvoud en tragiek. Deze laatste spreekt daardoor zooveel krachtiger; het tragische, niet doo> r een theatrale beschrijving tot een heftige, wilde, hartstochtelijke of-wat-ook scène gemaakt, maar door eenvoudige mededeeling in zijn objectieve kracht gelaten, móet invloed oefenen op' den lezer, omdat het diens ziel grijpt en hem ontroert.

En nu is alles in deze schetsen (zooals ook in de latere romans, die we een en andermaal noemden) eenvoudig: tot een dramatische hoogte stijgen ze geen van alle en velerlei détails, die uitgewerkt hadden kunnen worden tot kleurige en spannende verbaal-tragmenten, zijn met een enkele vage lijnaanduiding afgedaan. Maar telkens weer is er bij dien eenvoud het tragische: in de figuur van Nellis, die het dankoffer, dat hij mëï'hëéï'^jn hart Kracht, "~ ten slotte jn de herberg verzuipt; "in de trieste gestalte van Gerrit, wiens groot, hem verdwazend verlangen bevredigd wordt, juist opi het moment, dat hij (en door eigen toedoen) er niets meer aan heeft; in de tegenstelling van de gruwe en lichtlooze armoede van den meester glaswerker en de schitterende en fonkelende kleuren van zijn werk; in het lot van Vader Ronald, wiens toewijding en bovenmen.schelijke zorg van tien lange jaren toch nog vruchteloos is; in de wraakobsessie van den inlander en de schijn-vrede, die de daad brengt — in deze allen en dat alles is tragiek, zuivere, echte tragiek, in haar doorwerking en invloed op de ziel van den lezer door niets bijkomstigs belemmerd en daarom zoo aangrijpend. Dat is het verrassende van Augusta de Wits gegevens en deze in de literatuur zeldzame vereeniging van twee veelal elkander opheffende elementen maakt haar boeken van zoo groote aantreklcëlijkheid.

Nu herhalen we, om niet misverstaan te worden, dat dit nog niet beteekent, dat we deze boeken en in casu „Verboirgen Bronnen" zonder meer kunnen waardeeren en aanvaarden, 't Gaat in dit verband om een literaire verdienste en er is gereede aanleiding, daarop te wijzen, waar een vijfd e druk noodig is gebleken van een boek', dat toch niet meer is dan een bundel losse schetsen. - Maar bovendien, een ernstig streven naar Yoor ons besef juiste, dat is aan ons beginsel gebonden literatuurwaardeering, sluit in, dat we ook oog hebben voor literaire qualiteiten, vooral wanneer ze van zoo superieuren aard zijn als in het werk van "deze ychrijfster.


1) Uitg. P. N. V. Kampen en Zoon.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Augusta de Wits „Verborgen Bronnen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1927

De Reformatie | 8 Pagina's