DE MODERNE JEUGD.

III.

Jeugd en vereeniging.

De jeugdvorming vindt voor verreweg het grootste deel plaats in het gezin.

In dezen tijd van uithuizigheid mogen we vooral het geweldige belang van het gezin geen oogenblik: uitschakelen, vooral niet wat de vorming van de jonge menschen aanbelangt.

Bij het gezin alleen echter kan het rfiet blijven. Het vereenigingsleven vormt een oamisbare schakel in het groote geheel.

Ik bedoel daarmee niet de zangvereeniging en daarmee gelijkstaande vereenigingen. Neen, ik heb het oog op de vereenigingen, waarin de jonge menschffli studeeren in den Bijbel, aan 'de hand van leidraden de geschiedenis bestudeeren, hun "maatschappelijke en politieke vorming genieten, óï ora 't kort te zeggen: ik doel op de jongelings-en mèisjesvereenigingen.

Voor de algemeene ontwikkeling der Gereformeerde jonge jeugd acht ik het lidmaatschap en den arbeid, die daaraaii verbonden is, noodzakelijk.

Het is mij niet onbekend dat door vele jonge menschen groote bezwaren worden aangevoerd. Zag men voorheen buiten onzen kring op deze jongelingen neer, werd de spot met ben gedreven, die hier hun roeping verstonden, thans zijn er binnen onzen kring velen, die meenen op 'het vereenigingsleven te moeten neerzien.

Zeg ook vooral niet, "dat dit onderwerp zoo overbekend is, dat ge er beter over zwijgen kunt. "Wel heeft God het Gereformeerde vereenigingsleven rijk gezegend en kennen we twee bloeiende Bonden, aan den anderen kant is er een niet onbelangrijke gro©p, die met dit werk onbekend is of zich afzijdig houdt.

Welke zijn dan de voordeelen van het vereenigingsleven ?

Stel u niet voor den pedanten jongeling die zich zóó voelt, dat hij voor u, oudere, ongenaakbaar is. Zoo zijn er. Het is juist. Maar — Ijet zijn uitzonderingen en doe u de vraag eens, of hier Tiet karakter niet een zeer groote rol vervult?

Stel u niet voor het jeugdmeisje dat alle zachtheid heeft afgelegd, dat in scherpe woorden en priktaal zich voor u poseert als de heldin van den dag en dat met een verwaten lachje het beter weet dan wie ook. Zoo zijn er. Het is juist. Maar — die hiervan het vereenigingsleven de schuld geeft, ziet toch den persoonlijken aanleg voorbij.

Wanneer we over de voordeelen spreken van liet vereenigingsleven voor de moderne jeugd, dan moeten we ons andere beelden voor oogen stellen en andere menschen zien.

Dan zie ik de trouwe leden van de vereeniging als de beste catechisanten, als straks meelevende gemeenteleden, als trouwe menschen in heel den strijd voor het koninkrijk Gods.

Het is van veel belang, dat een jongen "kan voetballen.

Ik zaL niets afdoen a'an de schoonheid van het korfMlspel voor meisjes.

Het kennen en genieten van allerlei kunst zij de jeugd van harte gegund.

Toch is de algemeene vorming, die de Gereformeerde vereeniging aan onze jonge menschen geeft, van rijker beteekenis.

Laat ik het maar in één zin zeggen: de moderne jeugd leeft in een wereld van sterke verleiding en daartegen moet zij gewapend worden.

Op het werk, in winkel of fabriek, op kantoor en op straat komt de jonge mensch met allerlei politieke inzichten in aanraking. Het vereenigingsleven biedt de gelegenheid, zich op dit terrein een standpunt in te denken en straks in te nemen.

Er behoeft niet veel nadruk gelegd te worden op het feit, dat onze jeugd met de soöiale vraagstukken dagelijks in treffing komt. De jonge mensch kan zich ook hier in het vereenigingsleven bekwamen tot de vorming van een eigen meening.

Meer zal ik niet noemen. Dit op zichzelf is al voldoende.

In een veelzijdigen tijd als deze heeft de moderne jeugd vorming noodig. Ze \an niet buiten goede scholing. Ze moet in een zeer oppervlakkige tijd als de onze, over het algemeen "een degelijke vorming genieten. Deze biedt het vereenigingsleven.

Trouwens, die het vereenigingsleven voorbijloopt, gaat met zijn twee oogen dicht door het leven. Want de „jeugdbeweging" is algemeen. 'Onze Gereformeerde jeugd kan zich daar niet buiten stellen dan tot haar eigen schade. Gelukkig behoeven wij niet te zeggen, wat onlangs op een "öongres der jeugd-intemationale te Moskou de officiëele rapporteur Gorkietsj zeggen moest, n.l. dat de ontwikkeling der communistische jeugdbeweging onbevredigend geacht moest worden.

De Gereformeerde jeugdbeweging groeit nog steeds. En we hebben behoefte aan jongens en meisjes, die „bij" zijn. De moderne jeugd vinde ook daarin haar taak, en 3e ouderen roepen we op om van harte mede te werken met de steeds toenemende jeugdbeweging, opdat in het volle zomerleven door den arbeid in de lente de herfst met zijn vruchten kan worden tegemoetgezien zonder vreeze voor het aangezicht Gods.

Op gevaar af te worden beschuldigd van een vereenigingsonderwerp aan te vatten en te weinig in het algemeene te blijven, zeg ik toch nog iets van een nieuw jeugdverschijnsel op 'Christelijk en ook wel op Gereformeerd terrein.

"Vooral in de groote steden wordt het steeds moeilijker de moderne jeugd op de vereeniging te krijgen. Men voelt meer voor sport. Men zoekt liever zijn genot. Op de jeugdvereenigingen is het te saai. Om nu die jongens en meisjes te vangen, die dreigen te verdwalen of die reeds het georganiseerde jeugdleven den rug hebben toegekeerd, /ijn de Vierkants j ongens en "Driehoeksmeisjes in 't leven geroepen.

Het is hier riiet de plaats om deze beweging geheel te beschrijven. Het komt echter hierop neer, dat deze jeugdactie, die vele slappe jongens en meisjes trekt, eigenlijk drie vliegen in één klap tracht te vangen.

Eerstens is deze actie een verkapte padvinderij. De ietwat militaire reglementen, het bijzondere miiform herinneren aan de padvinders. Vervolgens hebben deze vereenigingen een evangeliseerend doel. En eindelijk verricht deze vereeniging voor een deel het werk, dat op de Gereformeerde jeugdvereenigingen de voornaamste plaats inneemt.

Tegen deze actie is van 'Gereformeerde zijde reeds menige opmerking gemaald. Ik meen echter, dat deze poging niet moet worden gesteund, of liever dat deze actie geen scherpe voor zal maken in het jeugdleven, omdat ze te breed is opgezet.

Die in één vereeniging teveel saamperst, verdringt zeker 90 percent van den arbeid, dien hij doen wil. En de ervaring leert, 'dat het meest hoogstaande het eerst de nederlaag lijden moet.

Juist omdat onze tijd reeds zoo overladen is, moeten we de jonge menschen ervan terughouden niets goed te doen door te pogen alles te doen. We moeten juist nu isoleeren. Genoemde jeugdactie gaat tegen dit goede beginsel in en dient daarmee de jeugd niet.

Dr H. Bavinck heeft in zijn boek over „Dte op^ voeding der rijpere jeugd" reeds er op gewezen, dat de jeugdvereenigingen zich moeten „Tieperken tot de bijzondere taak, welke zij op haar scTiouders nam". „De jongelingsvereenigingen hebben zeler geen e roeping, om een gymnastieklokaal in te i'ichten en een onderwijzer akn "te stellen", aldus Dr Bavinck.

Het te veelzijdige en drukke doel, dat de Vierkants-en Driehoeksactie beoogt, slaat m.i. haar arbeid temeer. Ze doet mee aan de overlading èn dat reeds onder de jongere jeugd, waar zulks nog nadeeliger is dan onder de reeds ietwat ouderen. Ik zie dit als een organisatorische onjuistheid. Want óf het veelomvattende geheel wordt oppervlakkig gedaan, wat in dezen oppervlakkigen tijd geen wijze les beteekent, óf een deel van 't geheel komt maar tot zijn recht, wat wil zeggen, dat de organisatorische opzet foutief is.

Onze moderne jeugd gevoele de noodzakelijkheid der beperkte doelstelling in de iwee Banden, die we als Gereformeerden rijk zijn en streve daar naar de inleving met verstand en hart in de Gereformeerde levens-en wereldbeschouwing.

Jeugd en lectuur.

Als een apart hoofdstukje zou ik om de groote belangrijkheid iets willen zeggen over de moderne jeugd en datgene wat zij leest. Al j)ast dit onderdeeltje misschien niet precies in 'tgeheel dezer artikelen, men vergeve rriij deze uitweiding.

Eerstens wordt er door de tegenwoordige jonge menschen over 't algemeen, veel, zéér veel gelezen. Ge ziet ze in trams en treinen met het beduimelde bibliotheekboek in de hand. De jeugd leest 'tegenwoordig graag.

Wanneer we elkaar naar 't waarom daarvan vragen, doet het me toch pijn hierop het antwoord te moeten geven, dat de huidige boekenwereld veel interessanter en veel sensationeeler ïs dan voorheen. De inhoud der boeken is voor rnij grooteudeels de oplossing van het vermenigvuldigde leesraadsel. ' : : ij i ' :

Deze leesgrage jeugd, zooals .wij haar 'bezien, is deail 'tijd voorbij, dat de ouders op ieder boekje toezien, dat de jonge measohea in handen nemen. D i e tijd is er ook en moet ze^er door Se ou3ers benut worden. Maar de rijpende jeugd, waar wij ons nu mee bezig houden, is die dagen al voorbij. En nu doet zich de vraag bij ons op, "hoe we bevorderen het lezen van boeken, die goeden an gezegenden invloed hebben op de jonge mensohenzielen.

Over 't algemeen meen ik te kunnen zeggen, dat de jonge menschen (en zeer 'dikwijls buiten het weten der ouders en ouderen om, ) lezen wat los en vast is.

Lezen die boeken, die zondige, verdorven menschen zijn.

Lezen die boeken, "die verleiders zjjn. Want boeken zijn menschen en boeken kunnen verleiders zijn.

Daar is menige jonge ziel voor goed 'bedorven, en voor altijd bevlekt door lectuur, die de zinnen verrukte, "dè' lusten dpMwéöpte" eh' de' vêr¥éeTding ' bezoedelde.

We kunnen ons niet genoeg met deze kwestie bezig houden.

En nu geloof ik, dat we met de moderne jeugd ons doel kunnen bereiken, zoo we eerst de oogen wijd opendoen voor "het "hier dreigend gevaar. Vervolgeus verdient de oprichting van Christelijke bibliotheken hartelijken steun en kan wel gezegd, dat onze Gereformeerde menschen hiervoor vee^l meer moesten offeren. De zonde-in-de-stilte, het zoeken van zondige lectuur wordt 't best bestreden door het offer-in-de-stilte, dat gege-ven wordt voor de Christelijke bibliotheek. En eindelijk meen ikj dat de ouderen zelf veel moeten lezen om 'hun kinderen die ze kennen, te kunnen voorlichten. Wij moeten onze jonge menschen leeren lezen. We moeten door onze opvoeding onze jeugd trachten aan te wijzen op goede lectuur. De vorming der jonge keuze beslist hier voor heel het latere 'leven. De jeugd moet van sommige boeken zeggen: die wil ik niet lezen. De leeshonger moet opgevoerd tot hooger plan. Daarom kan er ook niet' genoeg voorlichting gegeven worden.

Voorlichting, die ook tracht de jeugd werken van blijvenden aard, boeken van diepe strekking en geestelijke kracht te leeren lezen.

Onze moderne jeugd loopt door 'haar leeswoede groot gevaar,

Zooals jonge menschen Icunnen afhoereeren mei de schunnige afbeeldingen in velerlei tijdschrift, , alzoo kunnen ze zich lezend bezondigen. Een verderfelijk boek in het geheim gelezen kan fataler werken dan de invloed van den levenden verleider.

Naast het Schriftuurlijke: kwade samensprekingen verderven goede zeden, kunnen we gevoegelijk zetten: dwaalt niet; kwade boeken verderven zeer goede zeden.

Onze jeugd leze hoogstaande lectuur. Dit terrein verdient al onze aandacht. Verkeerde boeken wekken hartstochten op, prikkelen de zondige verbeelding, roepen sluimerende duivelen op in den geest van jonge menschen.

Ik zou willen vragen aan de piodeme jeugd: Verstaat gij ook hetgeen gij leest?

En als ze me daa antwoorden, wat ik wel vermoed: en óf we 't verstaan, dan zou ik willen zeggen: Wanneer 't verstaan u niet zoo gemakkelijk afging, doch u ietwat meer mjoeite kostte, zou de stille omgang met uw boeken uw "jonge leven meer verdiepen en rijker maken.

P. Ch. VAN DER VLIET.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen