GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VRAGEN VAN JONGEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN VAN JONGEREN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Huwelijksplicht.

Een vrij groot aantal „vragen" dat binnen kwam, ligt op antwoord te wachten. We hopen in de e.v. weken in staat te zijn deze vragen naar volgorde af te werken. Ieder kan dus „zijn beurt" afwachten.

De eerste vraag die aan de orde komt is deze: Is een jongeman, die gezond is e a in een dergelijke positie verkeert, dat hij een gezin zal kunnen onderhouden, van God VERPLICHT een meisje ten huwelijk tevragen?

Ter toelichting schrijft de vrager het volgende: „Reeds dikwijls hebben wij onder elkaar als vrienden over deze zaak van gedachten gewisseld en komen steeds weer tot de conclusie, dat wij allééa dat meisje mogen vragen, wat naar Ds J. C. Sikkel's oordeel DE vrouw voor ons kaïx zijn. (Zie zijn „Verloving tot het Christelijk huwelijk" bladz. 22 en 23.) Wij' hebben allen wel omgang gehad met een meisje, de één korter de ander langer, dat naar we meenden onze verlangens zou kunnen bevredigen, doch steeds kwamen wij tot de pijnlijke ontdekking, dat wij ons hadden vergist."

Na mededeeling van eenige persoonlijke bizonderheden gaat de vrager aldus voort:

„U neemt, blijkbaar met instemming, in „De Reformatie" van 17 Oct. j.l. een stukje van een verslag over van een rede van Dr Lammerts van Bueren, waarin deze o.a. beweert: „Daarom heeft Luther niet nagelaten te verklaren, dat zijn huwelijk een daad van gehoorzaamheid was aan den wil van God om een voorbeeld te geven". Ook op de laatste Generale Synode is naar ik uit de verslagen meen te hebben opgemaakt, nogal sterke nadruk gelegd op den plicht tot trouwen.

Stel nu het geval, dat wij een meisje kennen, dat ons sympathiek is, waar we goed mee op kunnen schieten, dat God liefheeft en vriendelijk en welwillend tegenover haar medemenschen is, kortom dat veel in zich vereenigt, wat in groote trekken als „ideaal" voor ons staat, zijn we dan genoodzaakt ons met zulk een meisje in verbinding te stellen en in vertrouwen op Gods leiding ons na eenige kennismaking te verloven om daarna te trouwen? En moeten wij dan ons ideaal „Alléén haar en gjider's geen" opgeven?

Zou u zoo vriendelijk willen zijn uw meening in , , De Reformatie" hierover te willen geven? "

De vrager stelt ons voor een niet gemakkelijke probleemstelling.

Laat ik mogen beginnen met te doen opmerken, dat er zooals meestal bij eenige zaak, ook hier twee zijden aan het vraagstuk zijn. De vrager gaat natuurlijk u.it van eenige bepaalde praemissen (vóóronderstellingen). Dat moet hij doen. Dat doet elke vrager, die zijn vraag heeft overdacht.

Uit deze praemissen blijkt, dat hij een zekere ideaal-voorstelling heeft omtrent de belevingen van een jongen man, die het meisje zijner keuze heeft gevonden. Het is natuurlijk de vraag of deze ideaalvoorstelling niet een ietwat bui ten-werkelijk, of wil men, een ietwat onwerkelijk karakter heeft.

Het is bovendien een. bekend feit, dat jonge mannen, die boven de 25 jaar gekomen zijn, hun idealen \ve\ eens onbewust vermengen met allerlei theoretisch georiënteerde beschouwingen omtrent de eischen, waaraan de „toekomstige ega" moet voldoen. Daardoor geeft een jongeman van dien leeftijd zich minder gemakkelijk over. Hij is ook in deze zaken wel eens iets te verstandig en een klein beetje t e weinig spontaan. Daardoor bereikt hij' uiteraard minder gemakkelijk en minder snel den toestand van het blijde en zich overgevende enthousiasme van de jongemannen in de adolescentieperiode (18—21 jaar), die veel eerder komen tot de betuiging van het: „déze of géén."

Onze vrager en zijn vrienden moeten dus wel oppassen, dat ze niet door een al te veel redelijk en verstandig uitgeplozen ideaalsteUing het zich zelf moeilijk maken, en zich een groot stuk echt levensgeluk onthouden.

Indien ze zich evenwel houden aan de door hea aangehaalde woorden van wijlen Ds Sikkel, zal daarvoor niet zooveel gevaar zijn.

Wanneer het bovenstaande wordt bedacht, en de vragers zichzelf ernstig onderzoeken of ze inderdaad niet méér met hun hoofd dan met hun hart te rade gaan, dan wil ik wel trachten ook de eigenlijke vraag naar mijn inzicht te beantwoorden.

Naar mijn opvatting mag een jongeman alleen daa een meisje ten huwelijk vragen, indien hij de overtuiging heeft, dat hij^ dat meisje innig liefheeft, en dat hij met zijn liefde haar het leven lang trouw zal blijven.

Hieruit volgt, dat iemand, die gedurende heel zijn leven niet een meisje ol vrouw ontmoet, jegens wie hij zulke gevoelens koesteren kan, ongehuwd dient te blijven.

Voor een huwelijk is méér noodig dan „sympathie" of „goed met elkaar kunnen opschieten". Al behoeft de jongensachtige „verliefdheid" niet steeds aanwezig te zijn, wel moet bij het aangaan van het huwelijk de liefde, de diepe innige liefde den band gelegd hebben om de twee menschen, die komen voor Gods aangezicht met de belijdenis, dat ze gelooven dat God hen heeft samengevoegd, en die plechtig als in de tegenwoordigheid Gods beloven elkaar trouw te zullen blijven.

Anderzijds t)nderscheide men wél tusschen „verloving" en „kennismaking". Een jongeman kan ook opzettelijk en toch onopvallend pogen een bepaald meisje verder te leeren kennen. Zelfs is het misschien niet af te keuren, wat meermalen geschiedt, dat bij wedcrzijdsche afspraak „kennismaking" wordt „voortgezet", zonder dat dit van een van beide zijden eenige verplichting geeft. Wel wiUen we er met nadruk op wijzen, dat deze „kemiismaking" juist dan wanneer ze door een soort „onvoldaanheid" van de , , eene zijde" geen verdere gevolgen heeft, aan de „andere zijde" ernstige desillusies ten gevolge kan hebben.

Groote voorzichtigheid is hier dus geboden. Ongeoorloofd is hier stellig het wekken van verwachtingen, van welke men nogi niet zeker is of meni ze eens zal kunnen honoreeren.

Wat nu het citaat van Luther betreft: ik meen, dat Luther dit sprak met het oog op het feit, dat hij als ex-priester trouwde om daardoor een voorbeeld der gehoorzaamheid te geven aan de protestantsche predikanten, tegenover de praktijk van de Rooms che priesters. En ook al zou Luthers woord anders moeten worden ver­

klaard, dan nog geloof ik, dat Luthers woord ons niet grooteren last opleggen mag dan Gods Woord.

Want nergens in de Schrift kan ik een gebod vinden, dat komt tot eiken mensch, of tot eiken man, en dat het huwelijk dwingend voorschrijft.

Wat op de laatste Gen. Synode daarvan werd gezegd is me bekend.

II? ) heb me daar !dan ook te^'en; de meening, dat het ieders plicht is, te trouwen, verzet. En men heeft in het Synodeverslag kunnen lezen, dat o.a. Prof. Greydanus met de Schrift zelf aantoonde', dat Gods Woord zulk een plicht tot huwen niet kennen kan. 'Ook Prof. Ridderbos meende het beroep op het bevel tot Adam („zijt vruchtbaar" enz.) te moeten afwijzen als grond voor den algemeenen huwelijksplicht.

Tenslotte: ook onze vragers mogen niet vergeten, dat wel, ook uit de Schrift, blijkt, dat het de gewone orde Gods is, dat de mensch huwt.

Niet trouwen is dus het nalaten van hetgeen als „normaal" moet worden beschouwd.

Uit zondige motieven als egoïsme of geldgierigheid mag dus niemand de stem. van zijn hart het zwijgen opleggen.

Het niet-huwen worde ook door hem^ die meent „alleen" te moeten blijven, als een uitzonderingstoestand beschouwd.

Maar met inachtneming van de genoemde reserves, blijft het antwoord op de in den aanvang van dit stuk in zijn algemeenheid gestelde vraag, ontkennend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

VRAGEN VAN JONGEREN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's