GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Groote Blijdschap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groote Blijdschap.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal, n a ra e 1 iJ k, , dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids. Luc. 2:10, 11.

(Kerstfeest.)

Gods blijdschap is de eenige, die in deze wereld reden en recht heeft van bestaan.

Zij is de verheugenis over de zonnige levensbloei der menschenkinderen, spelend in de wereld van Gods aanschijn. Maar daarom, is ; ze weggebannen toen de zonde en de dood hand aan hand hun intrede hebben gedaan.

Er is nog wel blijdschap zonder en buiten God. Natuurlijk.

Want de gevallen mensch blijft altijd door hopen, dat de gouden eeuw nog eens lichten gaat aan de kimmen. Hij ontdekt in zijn onverwoestbaar optimisme steeds weer lichtpunten in de wereldnacht. Hij hoopt door al de tijden, dat hij de heilstaat eindelijk binnen zal kunnen gaan. En als er dan weer een nieuw Evangelie gepredikt wordt, een nieuwe weg wordt ingeslagen, een nieuwe bron van genezende wateren wordt aangeboord — dan juicht die mensch weer in zijn blijdschap, dat de genezing komt. Tot ook dat weer teleurstelling blijkt; en de hopende wacht, of weer een ander geneesmiddel voor zijn kwaal gevonden wordt.

Zóó, als een patient aan een ongeneeslijke ziekte hoopt. Als de temperatuur daalt, o, dan bloeit de blijdschap op in zijn ziel: de beterschap komt. Tot over enkele dagen weer een paar streepjes omhoog die blijdschap dooven. Maar die lijder blijft bij' elke keer, dat de thermometer iets lager wijst, weer zich hopend verblijden — tot het einde komt, en op een morgen de post u die zwart omrande boodschap brengt van tevergeefs gehoopte beterschap.

Neen, reden voor blijdschap is er in deze wereld niet. Ze hoopt wel. Ge hoort de menschen in deze tijden van ellende spreken over allerlei mogelijkheden, die ze in het Wiesten en het Oosten der aarde ontdekken; en dan klampt menigeen zich daaraan vast. En iets van hoop en blijdschap bloeit op in de ziel. Na deze tijden van depressie zal het wel beter worden. We zullen toch wel eindelijk de blijde morgen tegengaan van leven en heil.

Denk u nu even weg de kribbe van Bethlehem en het Kind, dat geboren werd — en dan i s er geen reden tot blijdschap. Wan.t er i s-geen genezing voor de wereld. Is er ook een geneesmiddel tegen de dood?

Maar het Kerstfeest is het feest van Gods gave, . en daarom het feest van Gods blijdschap. Gods blijdschap, en die is anders dan al wat ooit aan blijdschap na de droeve geschiedenis in het Paradijs is gezien.

Want het Kerstfeest is dit, dat God Zijn Zoon geeft als Zaligmaker. Er is redding. Hij neemt de schuld der zonde weg van de Zijnen. En dan stuk voor stuk al de bittere gevolgen der zonde, tot er geen spoor, ook het kleinste niet, van de zonde gevonden wordt.

Dat is Gods gave — de Zaligmaker; de Helper, die redt; de Arts, die geneest.

Daarom zegt die Engel aan dè herders, dat hij groote blijdschap verkondigt — omdat er genezing is bij die Zaligmaker.

Daarom is Gods blijdschap geheel anders dan die zonder en buiten haar wordt gesmaakt. Al de andere is de blijdschap van den ongeneeslijk zieken patient, die zich blij maakt met een enkele goede dag; ol met wat bloemen en met een ontspanningsavond.

Maar Gods blijdschap is de blijdschap van de patient, die weet, dat hij beter wordt. Dat is het wonder, het licht, dat op Kerstfeest in zondaaxszielen schijnt; de wetenschap: ik word beter; ik ben verlost. God heeft mij welgedaan. Er is verzoening gevonden ook voor de grootste van mijn zonden...

De herders zijn op het hooren van de tijding naar het Kind in de kribbe heengegaan. De eenig© manier, waarop de reden der blijdschap genieting der blijdschap wordea kan. Heengaan.

Laat ons dan heengaan naar Hem. Knielen voor Hem.. Vragen van Hem, dat het licht van die genezingsblijdschap weer of meer dale over onze ziel.

Heengaan, van alles weg; van alle tooisel en uiterlijkheid weg naar Hem. Zóó wordt het leven en licht.

Zóó zeggen zondaars heden nog: ik ben verlost. God heeft mij welgedaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Groote Blijdschap.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's