GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

L. Loor-Goedhart, Penseelstreekjes.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

L. Loor-Goedhart, Penseelstreekjes.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenige jaren geleden was in onzen kring een bekend boek: „Wasdom" van Mevr. L. Looi-— Goedhart.

Het werd door de pers gunstig ontvangen en vond vele dankbare lezers: 't verscheen in een tweeden druk en was ook toen nog welkoni — 'twas een boek, dat erkenning genoot.

Die erkenning verdiende het, want het was goed als boek, maar vooral, het was als christelijk boek een getuigenis. Het verscheen in den tijd, dat de psychologisch-analyseerende roman hoogtij vierde, de ontleding in verbalenden vorm van wat er omgaat in de ziel van den mensch, ontleding tot in de fijnste bijzonderheden en van de heel gewone dingen van allen dag. 't Ging om een zoo precies mogelijk benaderen van het gedachtenleven en daarin van het ontwikkelingsproces, dat geleidelijk zich voltrok. (Thans is er nóg wel die analyse, maar vooral onder den invloed der jongeren betreft ze actieve elementen: conflicten, spanningen, problemen: meer incidenteele verhoudingen dus, die de zielsontwikkeling een bepaalde, dikwijls heel scherpe, wending doen nemen. Ze is nu veel meer middel, middel om een bepaalde levenshouding te verklaren, dan doel. Het verschil is b.v. duidelijk te zien als men eens een hyper-modernen roman, van Den Doolaard of Anton Helman legt naast een van Theo Thyssen of Herman Robbers.) In dien tijd nu van analyseerend beschouwen als voornaamste effect van romankunst kwam „Wasdom" met een toepassing van dit literair beginsel op het christelijk leven. Eerlijk en zuiver ontleedde het boek den ontwikkelingsgang van het geloof, van zijn eerste kieming tot de volle ontplooiing, den wasdom dus — en vandaar de titel — van het geestelijk leven in zijn natuurlijken groei. De Schrijfster koos den in dien tijd zeer gewilden en voor de analyse-bedoeling bij uitstek geschikten vorm van dagboek-mededeeling: ze gaf weer „bladen van een dagboek". En in die weergave openbaarde ze gansch de ziels^eschiedenis van het naar God gekeerde leven.

Aangezien zulk een stof raakt de voor dé menschen verborgen roerselen van het hart en dus een zeer confidentieel karakter draagt, was de uitgave van dit boek een daad. Maar juist daaraan dankte het zijn beteekenis: want die daad was een getuigenis. Ik heb er bij de bespreking van „Wasdom" indertijd op gewezen, hoe de kracht van den psychologisch-analyseerenden roman: zijn steeds dieper indalen in de verborgenheden van het hart, de moeilijkheid is voor den christelijken roman, omdat de persoonlijke verhouding van de ziel tot God behoort tot de levensintimiteiten, waarover men niet dan bij uitzondering en onder bepaalde omstandigheden zich tegenover een ander uitlaten zal, en althans niet in-een boek', dat onder ieders oogen komt. Wat diïs^ ae'? Söhrijfster, die alleen uit persoonlijke ervaring zoo schrijven Icon, gaf, was een getuigenis, klaar en schoon, en alszoodanig hoog te respecteeren. Haar boek sprak van den rijkdom, den alles-overstralenden glans van het geloof, dat in h'et leven ki-acht en bij het sterven vrede geeft en was daarom naar buiten een prediking en naar binnenj in den eigen kring, een versterking. Daarom vond het vele dankbare lezers en is het ook nu nog een boek, dat hartelijke aanbeveling verdient. Vooral voor jonge menschen is het lectuur, die van uitnemende beteekenis kan zijn.

Het was noodig aan dit boek te herinneren, - nu ik schrijven moet over een nieuwe uitgave van deze Schrijfster, die, voorzoover mij althans bekend is, sedert de verschijning van „Wasdom" zich op den achtergrond heeft gehouden. Zooals altijd is het ook hier een belangrijke factor, dat men weet, wie de Auteur is van het voorliggende boek en in welken geest hij of zij schrijft. In de lijn van „Wasdom" moet men van Mevr. Loor— Goedhart een boek verwachten, dat sterk den nadruk legt op wat ik noemde de naar God gekeerde zijde van het leven.' En als men dan inderdaad zulk een boek krijgt, moet het allereerst in die sfeer worden gezien.

Van dit punt van uitgang dan moeten we behandelen het nieuwe boek „Penseelstreekjes", dat voor enkele weken van de pers kwam'^). Zooals de titel zegt, brengt het een aantal losse, meest kleine schetsen: streekjes, dus met zorgvuldigheid aangebrachte effecten van enkelvoudige kleur.

Men moet hierop acht geven, om het, boek goed te verstaan. Enkelvoudig is de kleur en Mevr. Loor-Goedhart is de schilderes. Dat wil dus zeggen, men zal in deze schetsen telkens weer vinden de beschrijving van krachtig geloofsleven. En iedere verhaal-opzet is op dat doel ingesteld. De Schrijfster heeft zich in zooverre naar den modernen vorm gericht, dat ze nu ook conflicten en problemen, bepaalde .gebeurtenissen dus, centraal stelt: het overlijden van man of vrouw, het teleurgesteldworden in zijn liefde, het ontwaken tot de ervaring van een huwelijksvraagstuk e.d. Onder deze en dergelijke omstandigheden worden dan de menschen, die het „geval" aangaat, beschouwd en geanalyseerd, waarbij steeds weer uitkomt hoe een leven uit het geloof en een aanvaarden in geloof de donkerheden opklaart. Wel blijft dan de smart, wel schrijnt dan de geslagen wonde of de pijnlijke ervaring, maar het leed wordt door Ghristus geheiligd en de rouw wordt heerlijkheid.

In zekeren zin verhoudt zich dus dit boek tot den tijd, zooals dat met „Wasdom" het geval was. Het behandelt de stof der moderne romanliteratuur, die van conflicten en problemen immers vol is, binnen de grenzen en onder de belichting van het christelijk leven.

Dat is de verdienste van dit boek en, omdat het geschreven is met de openhartigheid en zuiverheid, met de overtuiging ook, die we in „Wasdom" hebben leeren waardeeren en vooral ook hebben leeren respecteeren gezien geest en toon der moderne literatuur, kunnen we ons aansluiten bij degenen, die met erkentelijkheid van dit nieuwe boek hebben gewag gemaakt.

Maar er is tóch een bezwaar, voortvloeiend voor een deel wel uit den aard van het boek, uit het feit dat het een verzameling is van korte schetsen, die ieder opzichzelf een onderwerp behandelen, doch dat intusschen duidelijk zich doet gevoelen, als men het boek beschouwt in zijn geheel. Al te veel en te absoluut is de kleur, die de penseelstreekjes aanbrengen, het diepe zwart. Vrijwel uitsluitend handelen de schetsen over ziekte en ellende, over strijd en donkerheid, over dood en graf. Reeds blijkt dat, als ik alleen maar een deel van de inhoudsopgave overschrijf: Strijd, De Doodgraver, Storm, Schemering, Lijden, Sterven, Van nature broos. Het gaan der dagen. Ontslapen, Kerkhofbezoek. Het Kerkhof, Ziekenbezoek. En van de overige schetsen en verzen — want de bmidel bevat ook, maar alszoodanig weinig beteekenende, verzen — welker titel het niet aanstonds verraadt, is de kleur precies dezelfde. Zeker, over al dat nachtelijk zwart gaat in ieder der behandelde gevallen het morgenlicht der genade op, maar de onderwerpen zelf, de stof der schetsen, is veel te uitsluitend van dat eene en eenzijdige soort. Dat is een bezwaar, hoezeer ook het geloofsgetuigenis in ieder der geteekende omstandigheden hoofdzaak is. Een bezwaar, juist omdat dit boek is een christelijk boek.

Onze tijd is een donkere tijd. Economisch, sociaal, politiek, ook cultureel zijn de verhoudingen zwaar. Niet slechts drukken de zorgen, zoodra men voor buitengewone omstandigheden komt te staan, maar ook over de gewone dingen van het alledaagsche leven ligt een waas van somberheid. Telkens weer ziet men zich gesteld voor allerlei vragen, die evenzoovele complicaties zijn en uitzicht is er niet. De wereld zit, zooals men dat zegt, aan alle kanten dicht. Alleen is open, is vrij, het uitzicht naar Boven. Het christelijk belijden weet dat, ervaart het ook en kan daarom, ondanks alle problematiek rondom, spreken van vertrouwen en van blijdschap. Vooral van blijdschap. Want naannate de benauwing grooter wordt, gevoelt het te sterker zijn rijkdom en in het besef van rijkdom kan en mag men blijde zijn; dankbaarder, zooveel de nood hooger stijgt. Het christelijk belijden kent den weg, waarlangs men boven alle zorgen uitkomt, niet omdat die weggetooverd worden, maar omdat men zijn lot en leven weet in Gods hand.

Welnu, dan is het in dezen tijd van donkerheid óók de taak van de christelijke kunst, die rust op en getuigen wil van dat belijden, met nadruk van die mogelijke levensblijdschap te gewagen. En dat niet in woorden, maar in betooning uit de levenspractijk. Of anders, in het christelijk boek, in wat het vertelt of beschrijft, moet leven de echt-christelijke blijdschap. Want die blijdschap wekt de hoop, die, rustend in het gelooven, boven de zorgen verheft, 't Is daarom, dat in den Romeiner brief de wensch wordt uitgesproken , , de God der hope vervuile ulieden met blijdschap en vrede in het gelooven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes".

In de christelijke boeken van den laatsten tijd doet zich het verschijnsel voor — ik wees kort geleden ook daarop, naar aanleiding van een ander christelijk boek — dat ze donker zijn van kleur en het accent leggen op de levenszorgen en levensmoeiten. Ik geloof, dat daarmede de christelijke literatuur niet op den goeden weg is. 't Is de toon, die overal te beluisteren valt in de moderne romans, die zwaar zijn van levensonlust en vaak pijnlijk van levensproblematiek. Daartegenover moet de christelijke kunst een ander geluid laten hooren^ moet ze doen ruischen het lied der blijdschap, dat weerklank is van de hemelsche vreugde welke ze in het geloof verwacht.

Dat nu missen we in dit boek en ik noem het een bezwaar.

Zeker, „Penseelstreekjes" getuigt van stervensvrede en dat is van hoog belang, 't Is het rijkste, dat een mensch geschonken kan worden, vrede te kennen in het aangezicht van den dood. Daarom, nog eens zeg ik het, sluit ik mij gaarne aan bij degenen, die voor dit boek hun waardeering en dankbaarheid hebben uitgesproken. Maar de mensch, die het leest, die staat midden in het leven met zijn vele beslommeringen, heeft óók noodig levensblijdschap en in het christelijk boek, dat van het christelijk leven vertelt, moet hij die als een der rijke vruchten van het geloof geteekend vinden. En in dit boek vindt hij die te weinig, omdat de sfeer te somber is. Daarom is het, ondanks zijn verdiensten, minder dan „Wasdom" een getuigenis.


1) Konings Uitgeverij, Baarn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

L. Loor-Goedhart, Penseelstreekjes.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's