GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Jeugdherberg.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Jeugdherberg.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

A¥anne©r wij thans ons oordeel over de J. H. ga.an opmaken, moeten wij begiimen met de erkentenis, dat ook zij ons op verschillende dingen gewezen heeft, die te veel in het vergeetboek waren geraakt. Het is waar, dat onze cultuur zich te ver van de natuur heeft verwijderd. Het is daarom ook waar, dat de kinderen van deze cultuur zich eerder op allerlei andere lichaamsontsjanning werpen en daarvoor clubs organiseeren, dan op het wandelen, dat toch met het zwemmen de meest gezonde en doelmatige lichaamsbeweging is, en zoo maar binnen ieders bereik ligt. Ook wij, Nederlanders, maken hierop geen uitzondering. Wij loopen over 't algemeen te weinig. Wij fietsen en tuffen en .auto-en liever. Wel heeft met name de A.N.W.B. door het aanleggen van wandelwegen ook ten onzent het wandelen willen bevorderen, maar het heeft mij meer dan eens getroffen en ook gespeten, dat ik daarop niet meer touristen tegen kwam. 't Is evenzeer waar, dat wij over 't algemeen met ons vaderland niet al te best op de hoogte zijn. Wij hebben de eigenaardigheid, om harder weg te loopen met wat in den vreemde, dan bij ons zelf te zien is. Er loopen tegenwoordig ik weet niet hoeveel menschen rond, die allerlei buitenlandsche plaatsen bezocht hebben, waarvan ze zelfs den na, am niet kunnen uitspreken, terwijl ze in him vaderland nog ongeveer vreemden zijn. En dat terwijl Nederland niet arm is noch aan natuurschoon, noch , aan kunstschatten, noch aan historische merkwaardigheden. Het kan heusch geen kwaad, wanneer ons volk eens beter op de hoogte komt met wat binnen onze eigen grenzen is te zien. Wij kunnen 't daarom de J. H. ook toegeven, dat ze het onderwijs bevordert, wanneer onze jongens en meisjes bedrijven en historische gebouwen, waarvan ze op school hooren of in de boeken , lezen, ook met hun oogen zien kunnen. Reizen verruimt altijd den blik en verrijkt de kennis-en - het heeft vele voordeelen, wanneer onze horizon niet beperkt blijft tot eigen woonplaats of provincie. Eindelijk moet ook erkend, dat, naar den mensch gesproken, een intenser internationaal verkeer ook voor betere internationale verhoudingen bevorderlijk zijn kan. Vooral indien dit verkeer plaats heeft tusschen particuliere Christelijke belijders, en niet beperkt blijft tot officieele personen en afgevaardigden van vereenigingen en landen.

Er zou dan ook onzerzijds geen bezwaar tegen de J. H. bestaan, indien zij op deze dingen weer eens gewezen en er naar gestreefd had, hierin het evenwicht te herstellen. Maar zij ging en zij gaat verder. En juist dan rijzen de bedenkingen. Wanneer zij de aanschouwing tot eeni^ en althans eerste principe van het onderwijs verheft, loochent zij de schriftuurlijke prioriteit van het oor boven het oog, van het geloof boven de waarneming, van het onzienlijke boven het zienlijke. Wanneer zij zoowel voor herstel van de pïiysieke volkskracht als voor zedelijke vernieuwing uitsluitend tot de natuur teruggaat, blijkt ze meer verwant aan Rousseau dan aan de Reformatie te wezen. En wanneer zij uit het internationaal verkeer in haar tehuizen een iiieuw Europa ziet verrijzen, is dit een ideajigme, dat ons , wel een oogenblik boeit, maar gespeend is aan den gezonden nuchteren werkelijkheidszin, die ons door den bijbel wordt geleerd.

Desniettemin kunnen wij trachten, de gedachten die aan de J. H. ten grondslag liggen, weg te denken en haar een oogenblik beschouwen zooals zij zich practisch aandient, n.l. als een goedkoop en zindelijk en veilig nachtverblijf voor jonge trekkers, en dan vragen of ze ook door onze jeugd gebruikt zal worden.

Wie hierop terstond bevestigend zou antwoorden, zou zich voorstander hiervan verklaren, dat onze jongens en meisjes in grooter of kleiner club verre tochten maken, tot zelfs afstanden over de grenzen heen.

Toch valt tegen een dergelijk standpunt wel het een en ander in te brengen. Het is ten allereerste buitengewoion betreurenswaardig, dat vele gezinnen in de vacantie uit elkaar gerukt liggen, liet eene lid ervan hier en het andere in een gansch anderen hoek van het land of de wereld huist. Deze tijdelijke verstrooiing zou nog niet zoo erg zijn, indien althans in den verderen gang van het jaar het gezinsleven normaal verliep. Maar dit is juist niet het geval, 't Is reeds meer dan eens gezegd, dat veler huis .gelijkt .op een duiventil^ waarvan de bewoners op ieder uur van den dag in-en uitvliegen en waar men alleen 's nachts tegelijk om te slapen binnen is. Zelfs Zondags brengt men het in menig Christelijk gezin niet verder dan het gemeenschappelijk gebruiken van den maaltijd. Het gezinsleven wordt op velerlei wijze bedreigd, en daarom moeien wij ons er des te meer op toeleggen, om althans de vacantie gemeenschappelijk als gezin door te brengen. Terecht heeft in het Alg. Handelsblad van 31 Oct. 1928 mejuffrouw E. C. Knappert de vraag gesteld: „Is het wijs, in een tijd waarin alles op losse schroeven staat, gelegenheden in 't leven te roepen, waardoor de jeugd nóg gemakkelijker het ouderlijke huis en het gezinsleven opzij zet? "'-) De regel moet zijn: in de vacantie als gezin bij elkander; en al het andere uitzondering. Het is thans niet de gelegenheid om dit verder uit te werken; maar het zou niet moeilijk zijn, om aan te toonen, dat deze regel door een belangrijk pencentag© gezinnen, ook financieel, nageleefd worden kon.

Behalve dat de jeugdherbergen met het daarbij behoorende trekken het gezinsleven al verder uit elkaar rukken, bestaat er nog een bezwaar. Men moet zijn kinderen goed kennen en ook weten wa, t men doet, wanneer men hun toestaat om in de vacantie op eigen houtje er op uit te gaan. Want dit beteekent dat men hun enkele weken geheel ongecontroleerde levens-en bewegingsvrijheid geeft. En dit kunnen niet allMi verdragen. Het_geeft dan ook wel te denken, dat noch in Duitschland, noch in ons land de opening van jeugdherbergen uitgegaan is van de georganiseerde jeugdbeweging, maar onder den drang van de vrije en ongeorganiseerde jeugdleiding. 2)

Hierbij komt nog een derde overweging. Het is een kwaal van onzen tijd, die overal zichtbaar wordt, dat wij boven onzen stand leven. Ge telt tegenwoordig niet behoorlijk mee, wanneer ge niet in Zwitserland of Noorwegen zijt geweest, en wanneer je niet als jong mensch een flinke buitenlandsche reis achter den rug hebt. En deze geest moet beslist weerstaan. De methode van Kana, o< m eerst den goeden wijn op te zetten en wanneer men wel gedronken heeft, alsdan den minderen, is op z'n zachtst gesproken liefdeloos voor de jeiigd. De wereld is werkelijk geen onbegrensd geluksland. We kunnen niet altijd excelsior. Wanneer we niet voor een langzame en geleidelijke klimming zorgen, kweeken wij een geblaseerd geslacht, dat met geen enkele ontspanning meer tevreden is en voor niets meer in bewondering kan geraken. Het is zoo erg niet, wanneer jonge menschen niet verder dan hun eigen land komen, en een reis naar de Zwitsersche bergen o£ de Italiaansche meren verscheidene jaren nog eeni ideaal blijft. Bovendien laten ook de financiën het niet toe om het heelo leven door den besten wijn te drinken. Er komen ook tijden dat de mindere moet genomen. Zelfs kan het voorkomen, dat er heelemaal geen wijn meer gedronken, dat is in dit geval heelemaal niet meer gereisd of getrokken kan worden. En 't is altijd beter, van het mindere tot het meerdere te komen, dan omgekeerd. Verscheidenen zullen, volwassen geworden, zich ongelukkig en ontevreden gevoelen, wanneer zij in hun jeugd volop konden uitgaan en daarvoor nu de middelen of de gelegenheid missen. Indien men de jeugd geen waarborg kan geven, dat ze later hun ontspanningen kunnen voortzetten en zelfs opvoeren, moet men kalm aan beginnen en behooren ook de vacanties op bescheiden voet ingericht.

Ondanks dit alles zuUen er gevallen over bljjven, waarin de jonge menschen er alleen op uit moeten; en de vraag moet nog eens gesteld, of zij dan van de J. H. gebruik zullen maken.

Nu herinnero men zich hierbij wel, dat de , 1. H. niet louter logeergelegenheid, een soort hotel voor jeugdigen is. Zij wil ook gaarne jongelui van verschillenden stand en levensovertuiging en nationaliteit eenigen tijd samen doen verkeeren, om aldus allerlei verschillen en tegenstellingen uit het leven weggewischt te krijgen. Bovendien, is aan de J. H.-vader en - moeder opgedragen om de sfeer, den geest in het huis te scheppen en te bepalen; terwijl voorzoover mij bekend is, niel werd vastgesteld, van welke levensovertuiging zij moeten zijn! Zij kunnen evengoed Roomsch als Protestant of socialist ol nog iets anders wezen. Weliswaar schrijft een der huisregels voor, dat de bezoekers van de J. H. mede moeten werken om de godsdienstige en politieke gevoelens v^an anderen volkomen te eerbiedigen. Maar Dr O. P. iGunning, de voorzitter van de Nederl. J. H.-Centrale, heeft hierbij dit gezegd: „Het gevaar bestaat nog steeds, dat kleine groepen eigen speciale wenschen (op zichzelf menigmaal lofwaardig en aantrekkelijk) aan de geheele beweging willen opdringen en in de jeugdherbergen een geschikt terrein voor hun propaganda zien. Doen zij dat, dan zouden ze de fundamenten waarop het geheel rust, ondermijnen".') En de heer J. A. - Wiersma, de ass.-secretaris der Centrale heeft zich in dezen geest uitgelaten: „De propaganda voor de J. H.beweging zal in ons land, waar het sectarisme hecht wortel heeft geschoten, ongetvrijfeld op tegenstand stuiten. iG-roote volksgroepeeringen, gescheiden naar een godsdienstige of politieke antithese, zullen zeker niet zonder tegenzin deze voor Nederland nieuwe beweging begroeten".*) Deze min of meer officieele verklaringen toonen duidelijk, hoe het bedoelde artikel der huisregels moet worden verstaan.

De gestelde vraag moet dus tot deze herleid: Of het goed is, dat onze jeugd met geheel andersdenkenden enkele dagen een zomerverblijf houdt en zij zich van te voren bindt^ om voor haar Christelijke overtuiging, ook waar dit pas geeft, geen propaganda te maken? Mij dunkt dat de vraag, aldus gesteld, voor geen tweevoudige beantwoording vatbaar is.=)

In de enkele gevallen, dat onze jonge menschen er alleen op uit gaan, zou de J. H. dan door hen gebruikt kunnen worden, wanneer deze van karakter veranderde, de belemmerende bepaling aangaande het uitkomen voor eigen overtuiging wijzigde en men er geheel los op zichzelf kon verblijf houden, op soortgelijke manier als de volwassenen in een hotel. En ook dan zou er nog onderscheid moeten worden gemaakt. De rijpende jeugd behoorde er zeker geheel buiten te blijven. Van de rijpere jeugd zal de één kunnen wat de ander niet kan. Het best zou dan nog wezen, dat ze in club, onder behoorlijk geleide, gingen. Misschien

was 't wel eens goed te overwegen of Ja dan wel neen ook de Christenen hier iets behooren te beginnen.

Hiermede zijn enkele aangelegenheden betreffende de • lichamelijke vorming besproken, maar IS tegelijk het door de redactie vastgestelde maxitoum vóór een serie hoofdartikelen overschreden.

Hierom breek ik thans af en hoop in 't begin JMI het volgend jaar met de zedelijke vorming verder te gaan.


^) Aangehaald door B. H. de Groot, in een artikel over Jeugdherbergen, Dux, II, 172.

=) t.a.p. 172. ") Onze Jeugdherbergen, 10—11. *) In een artikel over Jeugdherbergen, in De ploeg, 8e Jaargang, 2e reeks. No. 5, Mei '30, blz. 140—144. Zie voor bovenstaande blz. 143.

") Zie hierover ook het advies, uitgebracht door de Centrale Commissie dier Geref. Jeugdbenden, o.a. besproken door (M.) G.(rashoff) in het Leidersblad, 14e Jaargang, no. 4, bldz. 46.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

De Jeugdherberg.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1931

De Reformatie | 8 Pagina's