GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het einde der Sophismen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het einde der Sophismen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar zal zijn knersing der tanden. Matth. 25 : 30, Lukas 13 : 28.

De sofist is ©en typische verschijning in de bedorven wereld. Hij staat op de wegen des doods, en praat — over zichzelf en over den God der waarheid been.

Wat is het teekenende in den sofist?

Hier op aarde vindt de menscb zijn soifismen uit, om het eenvoudige ingewikkeld te maken, ©n alzoo zich van het pijnlijk-openbaar-makende licht der klaarblijkelijke openbaring Gods te bevrijden. Dit wordt een techni©k bij den beroeps-sofist, een bekende figuur uit d© geschiedenis van 't heidendom. Maar hierom is de sofist voor ons ©en baken in zee, omdat er in de practijk velen zijn, die zonder dat beroep te kennen, zijn methode volgen om zich te beveiligen tegen God-D'an komt er de practisch© sofist. Bij voorbeeld: ier op aard© ontdoet bet Jodendom zich van Jezus' wonderen, Zijn majesteit, en zegt: ij steken ons zwaard in een lasteraar van God, een al t© brutalen timmermanszoon. Ééns echter wordt dat sofisme zóómaar uit elkaar gehaald: zullen zij zien, in wien zij gestoken hebben". Hier op aarde spreekt een luie knecht bet sof isme van Matth. 25:24. Ginds ©rkent hij de waarheid van

vs. 26, 27. Hier op aarde vraagt iemand — en hij heeft natuurlijk dadelijk „succes" — aan een oud, afgesloofd, mager paardje: zeg, hebben jouw voorouders in het parad ij's soms ook verboden haver gegeten? Een listige vraag, die o^ver het eenvoudige verschil tusschen den verantwoordelijken m e n s c h en het niet verantwoordelijke dier heenloopt: want die verantwoordelijkheidsgedachte is juist zoo lastig. Maar als de Christus komt, als Rechter der gedachten, dan zal men onmiddellijk anders moeten zien: daar zal het solisme onmogelijk zijn. Want — om bij hetzelfde voorbeeld maar te blijven — dan zal ieder dadelijk toegeven: zelfs die verboden appel, en die verboden boom, waren V an G o d en ik, mensch, wist dat. Waarom knerst men hier de tanden? Niet door de ingewikkeldheid, doch door den eenvoud der probleemstelling. Men ziet zijn plaats weer, doch weet nu, dat men die verlaten heeft.

Ja, dat zien, hoe eenvoudig de dingen zijn - dat is het verschrikkelijke geen problemen meer parmantig op i& ods tafel durven leggen. Zi w ijg e n moeten voor 'God; heeft niet iemand eens beweerd, dat de regel: wie zwijgt, stemt toe" het principe der eeuwige waarheid is? Zwijgen voor God - want eeuwig toestemmen -; hier is het „sidderen" der duivelen, (Jacobus 2:19), die ook alles zoo simpel, en klaar, zien, doch alleen niet liefhebben wat ze zien, een analogie. Het is het zwijgen óók van Christus exlex voor Zijn rechters

De rots, waarop de sofisten in de wereld zullen stranden, is dan ook Christus in zijn wederkomst. Het spelen-kunnen met sofismen is dan voor eeuwig weggedaan.

Want sofismen, als welke wij zooeven het woord hoorden nemen, verliezen onmiddellijk haar speelruimte, voor wie bedenkt, dat in de hel Gr ö d als God der waarheid niet kan vergeten worde n, dat G ö d niet van Zijn plaats kan worden gezet, noch gedacht, dat God er niet kan zijn de Onbefcaide. Men zal uit de hel, zegt Christus, zien, o.m. al de profeten, en deze zittende om den troon van God. Al de profeten, ze worden gezien, oiok door den vroegeren sofist (Luc. 13:28). Niet anonym is God daarginds, maar panonym; dat is te zeggen: ijn naam wordt niet verzwegen, maar alles spelt dien naam. Dezelfde zinnen kan men schrijven met betrekking tot den hemel; dit echter is 'tgroote verschil daarbij, dat hier „die naam zoo héérlijk rolt", en in de plaats der duisternis tot pnre verschrikking. God_^ laat zich ginds weer zien, aan d^n mensch, Crod iïi Zijn eenheid, de mensch in zijn eenheid. En de oogen kunnen niet toe, en de ooren kunnen niet dicht. En daarom spreekt God overal, ook in de hel, om het in modernen trant to zeggen: k, Ik, Ik. En de gebonden menscl)' zegt altijd weer, en móet dat zeggen, en houdt met op van zeggen: ij, Hij, Hij. Hij zal geen hoofdletter dezen keer, den volgenden keer, ooit overslaan. Hij, Hij, Hij. Alleen maar: at zachte „Du" (het vertrouwelijke „Gij", van het kind tot zijn vader) dat ontbreekt. Tusschen „Hij" en dit „Gij" des geloofs, der gemeenschap, ligt de eeuwigheid: en absolute scheiding. Dat is de kern van waarheid, die wij — af ge dacht van de toelichting! — erkennen in iemands woord dat God het ware , , Du" (Gij-van gemeenschap. Gij in dezelfde , , dimensie") is van ieder „ik"; en dat, waar dit ontbreekt, slechts één ding rest: ertwijfeling. De , , aanspraakplaats" is weg: ertwijfeling! Maar ook de zelfgetimmerde uitspraak plaats, de katheder der sofisten, waarop zij de hoofdletters tot kleine letters maakten, is daar weg: ertwijfeling.

Vertwijfelden nu spelen niet met sofismen. En troosten zich ook niet in hun „wereld" over hun „wereld" mét hmi „wereld", zoo als de troo'stwijs der sofisten is.

Daarom is het zoo noodzakelijk, zoo anti-wereldgelijkvormig, te beproeven, welke de wil van God isi). Doet DAT, om uws levens wil! Wees Taang voor den sofist. Z, ijn aanvang is een spel: dat spel moet mede dienen, om den ernst, die hier doet tandenknersen, te verslaan; dus speelt hij, lacht, maar speelt reeds ongemerkt tooneel. Straks meent hij, dat het werkelijkheid is, en dat hij waarheid spreekt.

Maar 't eind is, dat die waan gebroken wordt, dan knarst hij tóch de tanden. Het is ontzaglijk, Christus als Profeet verhoogd te weten, en — te wachten in parousie.

I I Verbetering.

In het nummer van de vorige week leze men blz. 234 regels 49—53 als volgt:

Den dood zoeken: velen zeggen: houd stil, dat kon nog wel eens wat worden, ze krijgen werk met zichzelf, pas op, dat kon bekeering wezen. God zegt: dat is hetzelfde als wat hèlsch moet heeten in de Schrift, de kerk.


^) Hier denk ik aan het onderwerp van „Kerkelijk Leven".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Het einde der Sophismen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's