GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Komt, want alle dingen zijn nu gereed.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Komt, want alle dingen zijn nu gereed.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij rond zijnen dienstknecht uit ter ure des avondmaals, om den genooden te zeggen: omt, want alle dingen zijn nu gereed. Lukas 14:17.

Deze vriendelijke, tegelijk dringende noodiging behoort tot de gelijkenis van het groote avondmaal, welke door den Heiland werd Tii|gesproken in het huis van een overste der Farizeën. In enkele woorden behelst zij den vollen inhoud van de prediking des Evangelies.

Christus heeft aan het kruis van. Golgotha het zoenoffer gebracht. Aan de rechterhand Zijns hemelschen Vader verhoogd zijnde, stelde Hij vandaar den Heiligen Greest in 't midden Zijner gemeente, om 't verworven heil uit t© werken en toe te passen.

En nu laat Hij door Zijn dienstknechten allerwege de heerlijke boodschap bekend maken: de dingen, tot zaligheid van verloren zondaren noodig, zijn nü gereed!

Niet maar eenige, of de voornaamste, maar alle dingen.

Door onzen afval van God hebben wij ons in jammer en ellende gebracht. Wij hebben niets dan zonde en schuld. Voor wat wij noemen durven de „kleinste" overtreding, kunnen wij aan het recht Gods geen voldoening brengen. Christus heeft echter aan het heilig recht Gods volkomen genoeg gedaan, den vollen losprijs gebra.cht.

Alle dingen. Het wooi'dje „alle" geeft duidelijk te kennen, dat het vele dingen zijn. Het zijn ontelbaar vele, onuitsprekelijk groote, wonderbaar heerlijke dingen. Wat Christus voor de Zijnen heeft verworven is zóó groot, dat de apostel Paulus in aanbidding er van spreekt: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet gehoord en in het hart niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dengenen die Hem liefhebben", 1 Corinthe 2:9.

Aan de boodschap: aUe dingen zijn gereed, ligt ten grondslag, dat ze te voren bereid v/erden. Op den hangen lijdensweg, die in GolgO'tha's krais zijn vreeselijk eindpunt had, heeft Christus alle dingen voor Zijn volk verworven. God, de Vader, heeft door de opwekking Zijns Zoons uit de dooden het Goddelijk zegel aan het verlossingswerk gehecht.

Alle dingen gereed, de zaligheid door het geloof in Christus is een bereide, een gereed liggende.

Welk een troost, dit te weten — en goed te verstaan!

Komt, want alle dingen zijn gereed. Wat ligt er een krachtige drangreden in dat woordje „want". Tevens bevat het de verzekering, dat niemand, die komt, teleurgesteld zal worden. „Die tot Mij komt, werp ik geenszins uit", zegt de Heiland. Joh. 6:37.

Het doel van dat komen toont de noodiging daghelder aan, n.l. om te ontvangen en te genieten., wat voor hen bereid is. Doch inplaats van gehoorzaam te komen, met dankbare verwondering, dat zij komen mogen, blijven velen zuchtend en klagend neerzitten, meenende, dat zij zelf eerst nog iets Hioeten doen. Wordt die dwaze eigengerechtigheid niet in haar goddeloosheid en ijdelheid tentoongesteld door het woord „alle dingen"? Menigeen maakt zich moedeloos door te willen, wat niet kan, wat niet behoeft, wat ook volstrekt niet Diag. Die eigengerechtige neiging, welke helaas, in ons aller hart zit, neemt de heerlijkheid van het Evangelie weg, dat toch is een Evangelie van algenoegzame genade.

Maar vooral is die eigengerechtige zucht ©en grievende smaad voor den Christus. Is dan zijn Borgtochtelijk werk niet genoeg? Moet daar nog iets bijgedaan? En zoudt ge dan meenen, dat gij in staat zijt het ontbrekende er aan toe te voegen ? Moet deze gedachte u niet van schaamte doen blozen ?

Christus heeft immers met groote stem aan het kruis uitgeroepen: „Het is volbracht!" Zijn werk is dus af, is voleind. En al wat de geloovigen nu hebben te doen is, op dat volbrachte werk zich te verlaten, onze vaderen noemden het „zich laten zakken en zinken". Niets hebben zij te doen, dan het gereed liggende heil door het geloof zich toe te eigenen. Hoe kinderlijker zij nu vertrouwen op Christus' volkomen Middelaarswerk, hoe meer troost en blijdschap zij zullen genieten en hoe meer Christus' eere en heerlijkheid worden verhoogd.

Wat een rijk Evangelie, de volle schatkameren van Gods algenoegzaamheid in Christus ontsluitend!

„Alle dingen gereed" - en dat voor in zichzelf niets hebbenden. Ja, voor hen die alles verbeurd hebben, zelfs den minsten zegen onwaardig zijn.

Een onuitputtelijke rijkdom van zaligheid en heerlijlcheid voor een arm en ellendig volk, dat rechtvaardig in nood en jammer voor eeuwig omkomen moest.

Lezer, werd deze noodiging door u reeds gehoorzaam opgevolgd ?

De wereldsche mensch verwerpt om een handjevol stoffelijk goed de heilsschatten, 'die Christus heeft aangebracht. Laten wij het heni met hefderijken ernst gedurig aanzeggen: Wie Jezus mist, mist alles; want Christus heeft alle dingen, tot des zondaars zaligheid noodig, bereid. Maar tegelijk ook betuigen, welk een zware verantwoordelijkheid zij op zich laden, die in ongeloof en onbekeerlijkheid dezen eenigen Zaligmaker afwijzen. De Evangelisatie is een hoogst gewichtig en tegelijk teeder werk. Het is: den zondaar, als hij uw woord met een spottenden glimlach afwijst, nadrukkehjk te verzekeren: indien gij den Heere Jezus verv/erpt, wijst ge alles af, wat u redden en behouden kan, en berokkent gij door uw ongeloof u een eeuwig onherroepelijk verderf.

Hoe ontzettend is het, om te komen, terwijl alle dingen tot zaligheid des zondaars gereed zijn. Dat is te verdrinken, terwijl het reddingskoord vlak nabij is, maar in weerspannigheid wordt weggeduwd! Eenmaal zal wat nu gereed is, volstrekt buiten uw bereik zijn.

Wie in het besef van zijn zonde en ellende behoefte aan genade gevoelt, beginne met volstrekt af te laten van alle eigen gerechtigheid. Al zoudt gij tachtig jaren uw zonden beweenen, zoo kunnen al die tranen nog niet één enkele van uw talloos vele ongerechtigheden uitwisschen. Aan een zuiver getrokken cirkel iets te willen bijvoegen, is hem o n zuiver te maken.

Beseft gij de noodzakelijkheid en dierbaarheid van den Heere Jezus en tegelijk, dat gij in uzelf niet bij machte zijt, tot Hem te komen, zeg dat dan ootmoedig aan den Heiland, Hem smeekend, dat Hij bij de liefderijke noodiging óók de trekkende koorden Zijner genade door den Heiligen Geest tot u doe uitgaan. Dan zult gij door Zijn kracht Hem gehoorzaamheid betoonen. En uw komst zal Hem welbehagelijk zijn.

Alle dingen gereed, daarom behoeft gij in geen ding bezorgd te zijn. Die het voor u verwierf in genade, zal het door Zijn trouw u ook zeker schenken. Vertrouw daarop volkomen. Vergeet echter niet, Hij schenkt het u op Z ij n t ij d en op Zi ij n w ij z e. Niet alles in eens; gij zoudt dat niet kunnen dragen.

Hier ontvangt gij nog slechts de beginselen, maar daarmede toch reeds zooveel, dat gij nu al verkwikking en zaligheid kunt genieten.

De volheid van al die dingen zal eerst in den hemel uw deel worden. En ziende, hoe heerlijk het goed is, dat Hij voor u bereidde, zult ge in verwondering en aanbidding uitroepen: „De helft er van is mij niet aangezegd!"

Heemstede.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1932

De Reformatie | 4 Pagina's

Komt, want alle dingen zijn nu gereed.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1932

De Reformatie | 4 Pagina's