GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Huwelijk en crisis.

II.

Zagen wij een vorige maal, dat er inderdaad een reden was om thans over huwelijksnood te spreken, ïaan den anderen kant mag niet vergeten worden, dat er nog een geheel andere factor is, welke in onzen tijd den huwelijksnood en alles wat daarmede verband houdt, aanzienlijk heeft vergroot, n.l. de huwelijkswaardeerlng van onzen tijd en de daarmede samenhangende zedelijke verwildering. Eeuwenlang, zoo zei onlangs Dr Honig i), heeft het huwelijk als levensprobleem steun geput uit het godsdienstig karakter der samenleving, waarbij men de menschheid ondergeschikt achtte aan God, van Wien en tot Wien aUe dingen zijn. In deze godsdienstige levenshouding lag ook het laatste antwoord op de centrale vraag van hel huwelijksprobleem, of n.l. het monogame, voor het leven durende huwelijk de eenige oplossing voor de verhouding der sexen was en in staat in de sexueele behoeften van den mensch te voorzien. Daarop antwoordde de Christen j a, ondanks alle moeiten en zorgen, alle strijd en vragen, die hem verontrustten. De Christen aanvaardt het huwelijk als een der grootste zegeningen van het leven, waarin het niet allereerst gaat om persoonlijke bevrediging, maar om de volkomen overgave van zichzelf, als overwinning van het schuldgevoel in driften en neigingen. In deze Christelijke huwelijksopvatting wordt dus de mensch als individu omdergesdaikt geplaatst in dienst eener hoogere werkelijkheid.

Helaas, zoo gaat genoemde spreker verder, langzamerhand, maar ontstellend scherp zichtbaar is in de "Westersche cultuur het verband met het eeuwige losgeraakt, het denken steeds losser komen te staan tegenover het geloof. Gehoorzaamheid aan God, een bovenpersoonlijke eerbied tegenover Gods ordinantiën wordt niet meer gevonden als voor-' heen. Niets is voor den sterk individualistischen mensch van onzen tijd belangrijker dan zijn eigen ik. In plaats van eerbied voor God heeft hij alleen eerbied voor zichzelf. Voor den modernen mensch is niets hooger dan zijn eigen persoonliik inzicht, zijn eigen recht, zijn levensgenieting en vooral zijn geslachtelijke uitleving. Op de centrale vraag van het huwelijksprobleem: is het monogame huwelijk de eenige oplossing voor de verhouding der sexen? antwoordt de moderne mensch dan ook: (neen! Hij beschouwt het huwelijk als ©en zuiver persoonlijke aangelegenheid, dat men naar eigen goeddunken kan aangaan en verbreken; hij acht tevens zijn sexueele behoeften te groot om in een ihuwelijk voor het leven te kunnen worden vol- (daan. Vandaar de propaganda voor de vrije verloving, waarin men leeft alsof men getrouwd is^ en van het z.g.n. proefhuwelijk, waarin men kan (nagaan of in de samenleving man en vrouw wel op elkaar afgestemd zijn, en van het huwelijk in kameraadschap, waarin men zich op sexueel gebied kan uitleven, zonder dat men in al deze ge­ vallen bevreesd behoeft te zijn voor zwangerschap, die het „volkomen geoorloofde geluk" zou kunnen „bederven"! ^)

Inderdaad, het huwelijk maakt ook een crisis door, want het monogame huwelijk wotrdt rondom bedi-eigd door theorieën, pracüjken en systemen, welke zoo verderfelijk zijn, dat ze onze geordende samenleving tot een ruïne kunnen maken.

En bij deze geringe waardeering van het huwelijk in onzen tijd iomt als uitvloeisel hiervan de algemeene zedelijke verwildering. De steeds toenemende raadgevingen en voorlichtingen op sexueel gebied, de wassende vloed van allerlei lichtzinnige, prikkelende lectuur, de zeer omvangrijke pornografie, de steeds meer opgang makende natuurbaden, de vrije lichaamscultuur, het samen kampeeren van jongens en meisjes, de - node, de luchtige kleeding aan strand en bad, , de film, da cabarets, de dancings, enz. enz. hebben de hartstochten geprikkeld en daarmede den huwelijksnood op bedenkelijke wijze vergroot. Het is zonder eenigen twijfel, dat in onzen tijd het sexueele een lal te groote plaats 'inneemt. Wanneer dan ook van crisis in het huwelijksleven, van moeilijkheden op sexueel gebied, van huwelijksnood gesproken wordt, mag zeker deze laatste factor niel verwaarloosd worden.

Zoo is dan in dezen tijd van maatschappelijke inzinking de crisis in en rondom het huwelijk weer opnieuw naar voren getreden en rijst, . Idemmender dan ooit, de vraag: hoe komen we uit deze moeilijkheden en wat is de oplossing van deze crisis ?

Wat allereerst de crisis in het huwelijk, den huwelijksnood, aangaat, de ongeloovige wereld is met de oplossing hiervan gauw klaar. Geboortebeperking door middel van de moderne voorbehoedmiddelen, ziedaar een even eenvoudig als doeltreffend antwoord. Heel de Christelijke Kerk heeft echter bewuste regeling van het kindertal in Neo-Malthusiaanschen geest als contrabande gebrandmerkt. Niettemin blijven er enkele gevallen over, waarin geboortebeperking wel als geoorloofd mag beschouwd worden en blijft derhalve de vraag zich opdringen: wat is dan de oplossing van de moeilijkheden? Een deel der geloovigen ziet in deze zeer bijzondere gevallen er geen kwaad in, anticonceptioneele middelen te gebruiken. Al moge er dan een groot verschil bestaan tusschen het Neo-Maltliusianisme en de individueele toepassing van sommige middelen daarvan in bepaalde gevallen, toch is dit meer een gradueel dan een principieel verschil. Want al is het doel, geboortebeperking, hier op zichzelf niet zondig, de Neo- Malthusiaansche middelen zijn en blijven tegennatuurlijk en mogen door een Christen dan ook nooit gebruikt worden.')

Een ander deel der geloovigen, vooral onder de Roomsch-Katholieken, heeft gemeend in de nieuwe methode van Ogino-Knaus-Smulders (periodieke onthouding in h.et huwelijk) DE oplossing bij uitnemendheid gevonden te hebben en durven zelfs spreken van een hemelsch geschenk. Waarom ook deze uitweg moet worden afgewezen, hebben wij in een vorig artikel*) breedvoerig uiteengezet.

Volgens ons gevoelen blijft alzoo absolute onthouding, d.i. zedelijke zelfbeheersching in de (kracht Gods, de eenige oplossing van dit zoo bij uitstek precaire vraagstuk. Hiermede is nog geen oordeel uitgesproken over degenen, die naar hun 'diepste overtuiging anders handelen. Juist ten aanzien van deze uitzonderingsgevallen gelde van personen steeds: „een ieder zij in zijn conscientie ten volle verzekerd" en „alleen wat uit het geloof toiet is, is zonde." ^)

En wat in de tweede plaats de crisis rondom het huwelijk betreft, ook hier is het geloof de leemige weg, 'die uitkomst geeft. Want met de opsomming van de oorzaken der huwelijkscrisis is tevens het antwoord gegeven: de strijd tegen de hedendaagsche verwording van het huwelijk, de strijd tegen de zedelijke verwildering in onzen tijd, de strijd tegen het individuaUsme, tegen de lusten •van ons 'eigen ik, van ons eigen vleesch, de strijd tegeii de diepste ©n aan heel het conflict ten grondslag liggende oorzaak, d.i. de strijd tegen de zonde. Deze strijd is moeilijk, heel moeihjk zelfs, want wij zijn van nature geneigd God en onzen naaste te haten en onszelf Hef te hebben. Niettemin is het 'mogelijk door 'de kracht Gods en Zijn bijzondere genade dezen strijd aan te binden. In dezen ontzagr lijken strijd, waarin naar de ordinantie Gods de igeestdrift de natuurdrift moet overwinnen, is er maar één 'ding, dat ons helpen kan en dat is het geloof. Noch de ernst, waarmede wij deze vraag- 'stukken aanpakken, noch de hefde tot de menschen vlak naast ons zijn üi staat den huwelijksnood, de moeUijkheden op sexueel gebied, de crisis rondom en in het huwelijk tot oplossing te brengen. Alleen in aanhoudende geloots- en gebeds- "worsteling is het mogelijk de oplossing te krijgen Van de tallooze ten schijnbaar onoverkomenlijke moeUijkheden, welke op dit terrein liggen.

„Alzoo ook gijüeden, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus onzen Hieere. Want de zonde zal over u niet beerschen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade." (Rom. 6:11, 14).

Dr A. C. DROGENDIJK.


1) Zie Patrimonium van Donderdag 23 Mei 1935.

2) Vgl. o.m. Wordend huwelijk, door M. Wibaut—B. van Berlekom en Dr F. M. Wibaut. Haarlem, 1932.

3) Op de motieven hiervoor komen wij in een der volgende artikelen nog nader terug.

4)Zie De Reformatie van 27 September 1935.

5) Vgl. Mr A. de Graaf: Het monogame 'huwelijk. Amsterdam, 1933, blz. 79.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's