EVEN PARKEEREN.
Kanaanietisme.
Als Abram komt in het land der Belofte wonen de Kanaanieten in dat land. D.w.z. op deze landstreken staat geschreven: Bezet!
Zooals op onze groote steden, op volksbuurten, op brokken van ons platteland met sikkel en hamer en vlaggenrood geschreven staat: Bezet! Zij eten ons niet óp, die bewoners, maar zij handelen als die dame, die haar hand afwerend naar mij uitstrekte en bruusk snauwde: Kein Religion!
O, als ik naar die woonkazernes opkijk, zucht ik: Toen woonden de Kanaanieten in dat land!
„Bezet!" staat ook op den met mar tel aarsblo ed gedrenkten bodem van Vlaanderen en Franlïrijk: daar wappert de gele wimpel van den Paus en de roode bloedvlag van het Volksfront.
Wij zijn geneigd vol afkeer de handen op te heffen en te neuriën (want om geen aanstoot te geven zingen wij zulke dingen alleen in besloten, Itring): Wijk, wereldsch gewemel
Maar God zegt van deze landen wat anders. Hij spreekt: Het Land, dat Ik u wijs!
Het Europa, dat God aan Paulus wees of aaii Calvijn, het Nederland, dat Hij toonde aan De Cock en Kuyper en Lindeboom, zag er waarlijk nog heel wat ongunstiger uit.
Zóó' ongunstig, dat men zou zeggen: Enkele reis Sneltrein—LTr!
Maar het geloot heeft zijn tent gespannen en zijn altaar gebouwd en den Naam Zijns Gods uitgeroepen.
Overigens, die Kanaanieten uit Abranis dagen waren ordentelijke menschen. Zij hielden er geen Ariër-paragraaf op na.
Zij hebben Abram niet als een vreemdeling over de grens gezet. ongewenschten
Nochtans heeft deze milde houding Abram niet tot een soort christen-kanaanietisme verleid
In dien strik is Lot gevallen. Hij heeft de tent vaarwel gezegd en is stedeling geworden. Hij heeft zich laten naturaliseeren. Wel heeft hij zich geërgerd aan hun gedrag, maai- hij is gebleven. En zijn kanaanietisme is geëindigd in de spelonk van gebrek en verwording.
Terwijl Abram, staande in zijn Verbondsambt, Kanaan opeischt voor God, tracht Lot den "Verbondszegeii te exploiteeren ten eigen bate. Hij laat zich zelfs door de burgerij van Sodoni in het ambt zetten en zit in de poort. Een echte Realpoliticus.
Het gevaar van zulke Verbondsschennis is in onze dagen wel bijzonder groot.
Niet het geringst op het terrein van Staat en Maatschappij.
Als in het Land, dat God ons wijst, de hongeidreigt, dan is de verleiding groot om naar Egypte te gaan als Abram, in plaats van te bidden om de ontsluiting des Verbonds in het land der belofte.
Als Sodom bloeit als de Hof des Heeren, dan worden wij licht verlokt om Gods steppen te verwisselen met de wereldsche cultuur.
Dan gaan wij het program der wereld overnemen, maar wij beginnen het met gebed en wij zingen een versje toe.
God opene onze oogen voor deze Verbondsschennis en doe ons gelooven dat het leven alleen daar waarlijk bloeit, waar Gods genade-verbond ontsloten wordt.
Alle christen-kanaanietisme in eiken vorm zij
ons een gruwel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1936
De Reformatie | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1936
De Reformatie | 12 Pagina's