GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING ONDERWIJS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In hoeverre Is de school zelfstandig?

Bij de besprekirig van de vraag naar het tuchtrecht van de school komen we zeker ook voor boven aangegeven vraag te staan: In hoeverre is de school zelfstandig? Moeten we het zoo bezien, dat de school een eigen kring vormt, die haar eigen zaken moet regelen en b.v. in de dingen van de tucht over de kinderen geheel vrij kan handelen? De school zou dan een eigen autonomen kring vormen met haar eigen wetten.

Ik wil beginnen met te zeggen, dat de school een zekere mate van zelfstandigheid toekomt. Wanneer de ouders hun kinderen aan, de school hebben toevertrouwd, mogen ze niet meer meenen, dat ze tot in de bijzonderheden aan den onderwijzer hun orders kunnen geven. De onderwijzer is vakman en hij moet beslissen, welke methode hij wil volgen ib.v. bij het lezen of het rekenen. Ik heb er wel eens een vader zijn verwondering over hooren uitspreken, dat de kinderen heel anders rekenen leeren dan vroeger. Maar hij mag niet eischen, dat de onderwijzer het weer net zoo zal doen, als vroeger gebeurde. Dat kunnen zelfs de gezamenlijke ouders niet vragen. Ze moeten ook dezen schipper schipper op zijn scliip laten. Daarom kan men natuurlijk zijn wenschen wel eens bij den onderwijzer kenbaar maken: Zou u de jongens ook niet wat van de meetkunde wiUen leeren, meester? Ieder mensch is vatbaar voor goed overleg, maar in de kwestie van methodiek en van schoolorganisatie, van indeelen in klassen moet de onderwijzer beslissen.

Dat neemt niet weg, dat hij toch reeds in velerlei gebonden is. Ik spreek nu niet over wat Wet en Koninklijk Besluit hem voorschrijft. Maar ik denk aan wat de Vereeniging, waiarvan de school uitgaat, met haar school bedoelt. Het zal verschillend zijn, wanneer we te doen hebben met een speciaal Gereformeerde, met een speciaal Hervormde of met een gemengde school. Daardoor ziet de onderwijzer zich grenzen gesteld, die hij bij zijn benoeming heeft aanvaard.

Toch mag hij ook weer niet alle beperking aanvaarden. Wanneer men van de zijde van zijn bestuur zou zeggen: „Meester, u hebt de kinderen maar onderwijs te geven, meer niet, u bemoeit u verder maar niet met hen, " dan zou hem hier een onmogelijke eisch gesteld worden. Want de ouders sturen hem het geheele kind, met lichaam en ziel, met een verstand en een wil. Hij moet er wel degelijk op letten, dat de kinderen lichamelijk geen schade beloopen. Hij eischt een goede zithouding. Hij kan geen onderwijs geven, als het kind niet wil en daarom is ook de wil van dat kind een voorwerp van zijn voortdiu'ende bearbeiding,

In het algemeen kunnen we wel zeggen, dat we het ever deze dingen in de kringen van het Christelijk onderwijs vrij goed eens zijn. Verschillen .komen vooral aan den dag, wanneer het gaat over de grenzen. Moet de meester zich ook bemoeien met de kinderen op het plein? Natuurlijk, dat hoort bij de school. Ook op den schoolweg? 'Mag hij den jongen straffen, die op een half uur van de school een kip van een boer heeft doodgegooid? Zie, hier zijn moeilijk regels te geven, 't Is duidelijk, dat de onderwijzer wel goeden dnvloed kan uitoefenen op de gedragingen van die kinderen buiten de school, maar de ouders moeten verantwoordelijk blijven. Immers, de eventueel veroorzaakte schade komt voor rekening van de ouders. Deze dingen kunnen op onze goed ingevoerde ouderavonden wel eens besproken wor- 'den. Een mooi: enderwerp: de schoolweg.

Andere vragen inzake het tuchtrecht van de school. Ook deze geven aanleiding tot moeilijkheden. Mag de meester de kinderen schoolhouden? Ja, maar hoe lang? Mag hij ze strafwerk mee naar huis geven? En als ze het dan niet af hebben? Men weet het, in de , praktijk heeft een en ander al vaak aanleiding tot moeilijkheden gegeven. Gelukkig daarom, wanneer vader en meester dicht bij elkaar wonen en in goede verstandhouding met elkaar leven. Er zijn hier wel moeilijk regels. vast te stellen. Maar in goed overleg kan er veel Worden geschikt. In onzen tijd wordt er in allen ernst gevraagd om een wettelijke regeling van deze materie. Ik zou daar zeer sterk tegen ageeren. Het leven in de school is veel te gecompliceerd, ook te veel van allerlei omstandigheden afhankelijk, om in het keurslijf van wat wetteUjke bepalingen gewrongen te worden.

„Mag de meester den jongen slaan? " Ziedaar de vraag, .waarin voor menigeen de vraag naar het tuchtrecht van de school is samengevat. Sommige schoolreglementen verbieden dat. Ik acht dat verkeerd. Dan weten de jongens, dat de meester hen niet mag slaan en het heeft ze op menige school niet handelbaarder gemaakt. Mr Donner heeft in een rede over „het tuchtrecht van de school" voor de Vereeniging van Chr. Onderr wijzers de gedachte geopperd, dat in het reglement juist zou worden uitgesproken, dat' de school van de ouders dat tuchtreciht krijgt. In onze (rechtspleging wordt erkend, dat de vader |het recht heeft het kind te tuchtigen. Dit valt niet onder de „mishandeling" van Art. 300 van het Burg. Wetboek. Dragen nu de ouders dat recht over aan de school, dan staat de onderwijzer sterk tegenover den onwilligen jongen, sterk ook tegenover den individueel ongcscliikten vader, die op een proces aanstuurt, maar 'immers door zijn jongen naar die school te sturen, zijn recht heeft overgedragen. Deze zaken moeten bij ons aan de orde komen en tot een oplossing worden gebracht. Men klaagt

over toenemende tuchteloosheid. Daarom moet men de jeugd goed aanpakken. En den onderwijzer niet de handen binden, omdat hij moet vreezen, dat een enkele wel verdiende en goed geplaatste klap hem in zeer groote onaangenaamheden kan brengen. Zonder meer kan de onderwijzer niet doen, wal hij wil. Hij moet in dezen 'zich gesteund voelen door 'de ouders. Zoo is het altijd geweest. Maar in den laatsten tijd is hier 'de zekerheid aan het wankelen geraakt, doordat enkele processen het gezag van den onderwijzer hebben geknauwd.

Als het „klappem-echt" al niet inhaerent is aan ide school als onderwijsinsütuut, dan kan het, alUians bij de vrije school, toch aan den onderwijzer worden opgedragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1936

De Reformatie | 8 Pagina's