GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welgelukzalig zijn zij, die in uw huis wonen. Psalm 84: Sa.

De tempel: woonstede Gods èn der menschen.

Psalm 84 is het lied van een man, wiens oogen geopend waren voor de schoonheid van den tempel, en die daarom zuiver belijdenis kon doen van de liefelijkheid van 's Heeren woningen. Maar hij is toch ook de man, die diep besefte, dat deze tempel schaduw was, en geen vervulling; daarom vond hij niet de rust in dezen tempel, en was ook dit gebouw hem tuchtmeester, paedagoog, tot Christus.

Hij belijdt eenerzij ds den rij k dom van de oudtestamentische woning Gods. Als hij zijn dag van tempelgang beleeft, kent zijn vreugde geen grenzen: Hoe liefelijk zijn Uw woningen. Nu jubelen mijn hart en mijn vleesch U tegemoet, o levende God! 't Verlangen naar deze schoonheid is zoo groot geweest, dat zijn „ziel" „verbleekte" in de dagen, die achter hem nu liggen, 't Heimwee deed hem verkwijnen; hij kon het niet uithouden: zoo lang en zoo ver van den tempel.

En nu zou hij, in de extase van het oogenblik, de geleden pijn vergeten hebben. Hij denkt aan 't gemis van vroeger niet meer, nu hij vandaag het voorhof binnentreedt, om God te prijzen. Hij was van vreugde bijna in den tempel der schaduwen gaan rusten. Maar gelukkig: hij zag daar musschen en zwaluwen hun nest bouwen en hun jongen verzorgen: bij het altaar! En zoo herinnerden die vogels hem de armoe van den tempel, en hielden ze levendig zijn verwachting van den Christus.

Nu driögt het opeens weer tot hem door, dat zelfs deze rijke dag van tempelgang hem arm laat, omdat hij hier niet b 1 ij v e n kan. Hij be-

ho.ort lot de groote massa van Abraham's Idnderen, die voor God verschijnen slechts drie malen per jaar. O ja, het verbond is wel rijk: want hij heeft nu toch weer , , één dag m de voorhoven des Heeren"; maar zoolang de schaduwen blijven, zoolang de Messias niet komt, heeft hij, met al die anderen, nog „duizend dagen elders".

God is wel weer onder Zijn volle komen wonen: dat is de liefelijkheid, die hem jubelen doet. Maai- Zijn volk woont nog niet bij God, onder één dak. De tempel is wel woonstede Go> ds, maar nog niet woonstede der menschen. Ze logeeren in den tempel, dien e en en dag; maar ze woinen elders: duizend dagen.

Zoo vindt hij dan ook in dezen tempel wel blijdschap, maar nog niet verzadiging van vreugde. Want één ding heeft hij van den Heere begeerd, en dal blijft hij zoeken: dat hij a 1 de dagen zijns levens mag wonen in het huis des Heeren. Hij prijst slechts welgelukzaiig, dien Goid verldest en doet naderen, dat hij w o n e in den tempel. De rust brengt de tempel hem slechts, wanneer hij niet meer spreken kan van duizend dagen elders, omdat het huis Gods ook zijn woonplaats is geworden.

Daarom is hij dan ook jaloerschop de musschen, die in den tempel hun nest bouwen; en oip de zwahiwen, die bij het altaar hun jongen grootbrengen. Hebben die vogels geen privilege boven de kinderen van Abraham? Schijnt het niet, alsof het verbond is opgericht met de zwaluwen en hun zaad'? i)

Zoo heeft hij den tempel gezien: als woonstede van God en de vogels, maar nog niet der menschen.

En zóó zingt hij dan ook dezen psalm van vreugde over de tempel a an van gen, en tegelijk ook van verlangen naar den tempelaf bouw. Hij blijft uitzien naar Hem, die meerder is dan deze tempel. Zoo zingt hij dezen psalm „voor den opperzangmees ter ".

Iemand 2) heeft erop gewezen, dat vertalingen van het Oude Testament, die reeds vóór de geboorte van Christus verschenen, spreken van een psalm, niet: „voor den opperzangmeester", maar: „op den brenger van de overwinning", of: , ^op het einde", en dus: „een zegelied". En hij betoogt dan, dat die vertalers in deze woorden zagen uitgedrukt, dat zulke psalmen den Messias golden, die de „overwinning" zou brengen van alle oudtestamentisch verlangen; die „het einde", de vervulling, zou geven van alle schaduw. Zulke psalmen zouden dus profetisch spreken over Cliristus en Zijn werk; ze zouden vol zijn van verlangen naar den groeten Messiaanschen dag, waarop Abraham's kinderen zouden ingaan in de rust en zouden wegdragen de zegepraal.

't Doet er tenslotte minder toe, of dit inderdaaid de opvatting van die vertalers was: ook psalm 84 getuigt van den Christus; want 'twas de Geesit van Christus, die den dichter inspireerde.

En dus is het inderdaad juist, dat in dezen psalm sterk is de roep om den Christus, die ook den tempel vervullen moest. Om Hem, die door Zijn werk, het gordijn deed scheuren, en zoo heel de wereld maakte tot tempel Gods. Wat de dichter zeer begeerde, dat is door Christus teweeggebracht: de tempel staat nu overal. God woont nu overal, waar menschen wonen. De menschen hebben nu hun huis en zij brengen nu hun kinderen groot, bij Uw altaren, Heere der heirscharen. Er zijn geen „duizend' dagen elders" meer.

Daai-om zijn hier zaliggesproken alle geloovigen van het Nieuwe Verbond. Een ding is vo'or he en van den Heere begeerd: doch wij hebben het ontvangen; want we mogen al de dagen des levens nu wonen in het Huis des Heeren. We aanschouwen Zijn liefelijkheid en onderzoeken in Zijn tempel: d u i z e n d dagen.


1) M.i. verdient de opvatting der St. V. omtrent vs. 4 de voorkeur. Zie de argumentatie van König in zijn kommentaar. 2) Bornhauser, Wirlcen des Christus, 2e Aufl., 211.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's