GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

tersche ongeloofs-cultuur inging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

tersche ongeloofs-cultuur inging.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En deze Dostojewsky is een der voornaamste valsche profeten van onze dagen. Wij speuren zijn invloed, zijn mystiek overal. En zal het mystieke Rusland thans niet de redder van ons ingezonken leven zijn? Heeft het niet, naar men nu zegt, een „messiaansche" roeping?

Het is de Russische spiritualist Berdjajew. Berdjajew, die ons Dostojewsky nader zal brengen. En van hem hebben onze Schermerhorn en de zijnen hun „personalistisch' socialisme". Men moet nu, om de 'beteekenis van deze verschijnselen te doorvoelen^ maar eens lezen het boek van Fritz Lieb — een Zwitser — „Rusland unterwegs". „Der russische Mensch zwischen Christentum und kommunismus". Maar daarover nader.

Eerst iets over Groens werk over de Fransche revolutie, die de negentiende eeuw vergiftigde.

Wat is het ongeloof, wat is de revolutie? Dit, dat de mensch souverein wil zijn. Hij wil als God wezen, over zichzelf en zijn gansche leven heerschen, zelf zijn leven en dat van den staat en de maatschappij bepalen. Uit eigen kracht.

Dat hem daartoe al de faculteiten van ^ijn wezen moeten dienen, spreekt vanzelf. Wat hem' regeert is zijn hart, dat zich afkeert van God en Zijn dienst. •

Hij kan zichzelf niet in stukjes snijden en leverL Hij is revolutionair met zijn verstand, zijn wil, zijn gevoel. En dat zien wij ook in de Fransche revolutie.

Rousseau was rationalist, doch ook romanticus, d.w.z. bij hem speelde ook de mystiek haar rol. ,

In de achttiende eeuw werkten mystieke stroomingen in zeer sterke mate. Men leze er onze kerkgeschiedenis jnaar op na.

Echter: de rede stonidi voorop en nam de leiding.

Alles werd, naar Da Costa's woord, voor haar vierschaar gedaagd. God mocht er zijn, maar de menschelijke rede zou zeggen: hoe. En het Woord Gods hier en daar ook nog, doch de rede zou bepalen voor hoever.

Het Fransche volk was geleendi door Cartesius: ik denk dus ben ik.

Echter als gezegd, de mystiek was niet afwezig. Rationalisme en mystiek zijn broertje en zusje. De rede werkt niet zonder wil of gevoel. En hoe geraffineerd kon de mysticus redeneeren. Men deiilte maar eens aan Schortinghuis.

Of nu aan het feit, hoe dicht de leer van Barth staat bij de overpeinzingen van den oud-gereformeerden antinomiaan.

Het is altijid de geheele mensch, die in opstand is tegen God en Zijn Woord.

In het rationalisme stond echter de Rede voorop. Zij nam de leiding. En zoo is de revolutie nog het minst gevaarlijk. Want men wilde redelijk blijven, bij zijn „gezond verstand". Men ferwierp niet nog de dingen, die God de Heere als vastigheden voor het leven ons liet overblijven.

Men kende nc^ het tweede deel der tien geboden, al vond men die bij ICant ook als „onafhankelijke moraal", los van de wet van God. Men wilde nog deugdzaam zijn, menschelijk, zooals dit dan heette.

Het liberalisme kon nog een rechtsstaat bouwen. _

Niet alle leven werd direct aangetast, niet alle van God gegeven fundament weggeschoven, al werd alles wel ondermijnd. De rede aanvaardde dit alles nog, voorzoover zij dit noodig achtte. Men had ookfdoor de ervaring geleerd en reeds de Fransche generaals, die hier de grootste omwenteling, vrijheid, gelijkheid en broederschap brachten, waren gematigd, vergeleken met den jacobijn in zijn eerste wildheid.

Het verstand behoorde den wil en het gevoel te beheerschen. Zoo was het in de goddelooze negentiende eeuw.

En met deze brave, deugdzame, verheven, hoogmoedige redemenschen had Groen van Prinsterer te maken. Thans verschijnen ongeloof en revolutie in ander gewaad. Het is hetzelfde ongeloof en dezelfde revolutie, de mensch wil zijn eigen heer en meester zijn en zelf zijn leven en de wet voor dat leven bepalen.

Maar de weg, dien hij koos, liep dood. Weer waren alle krachten ingespannen, en God de Heere liet het dien goddeloozen mensch der negentiende eeuw aan niets ontbreken. Hij werd rijk en verrijkt. Hij ontving veel macht, om de natuur te beheerschen, de kracht zijner techniek won met den dag — maar mislukking was het eind, bittere teleurstelling de uitkomst

Ik denk nu maar aan den onlust aan het eind der eeuw, en, na de l«> rte opflikkering van grootsche verwaditingen — de ontwapeningsconferentie in de eerste jaren der twintigste eeuw en den bouw van een „vredespaleis" •— aan het wanhopen van alle cultuur tijdens den eersten wereldoorlog dezer eeuw.

De aanbidding der rede had afgedaan. N

Maar van een reformatie, een zich bekeeren tot den levenden God, een roepen om genade in den Naam van onzen Heere Jezus Christus was geen sprake.

De staatslieden bleven nog in den rationalistischen waan hangen. Detik aan het statuut van d.en „Volkenbond". De sociaal-democraten geloofden nog in de kracht van een „grondwet" als in Weimar werd gefabriekt, maar de wijsgeeren en de dichters en de romanschrijvers en de onderwijzers begonnen den neus op te frekken voor het „intellectualisme".

Men wees het oppervlakkig rationalisme af. Men zou nu eerst eens afsteken naar de diepte. Freud kwam met zijn griezeligheden, ontzettend wetenschappelijk natuurlijk; en ten bewijze, hoe licht ook belijden van den Christus onder den invloed van zulke dingen komen, moge mijn eigen ervaring dienen. Hoe vaak heb ik zelfs haast woedende aanvallen in ingezonden stukken te verduren gehad, als ik waarsdiuwde tegen deze nieuwe vermomming van „ongeloof en revolutie".

Men stak af naar de diepte. Bergson was daar en verzamelde on) zijn leerstoel in Parijs het fijne publiek, de dames voorop.

James was er. Nietzsche werd nu eerst in zijn critiek op de oppervlakkige cultuur der 19e eeuw gerechtvaardigd. Men liet de rode los, werd irrationeel, stortte zidi in de armen der mystiek.

Dostojewsky begon meer dan ooit de geesten te boeien. Kierkegaard, kwam in de mode.

Marx raakte'op den achtergrond. Sorel werd de groote man.

Ia Duitschland brak de dialectische theologie baan.

Wij hoorden nieuwe woorden: Sprung: „Wagnis", „Paradox" — intuïtie, levensstroom — Het werd alles zeer ernstig.

Ernst, hooge ernst, is een van de geliefkoosde houdingen van het ongeloof. De mensch geloofde weer in zich zelf — net als in het krankzinnigen gesticht. En is hij niet kranlj van zimien?

Dit irrationalisme kreeg al spoedig ook zijn gewapende macht, naar men weet. In Italië door zijn fascistische, in Duitschland door zijn nationaal-socialistische mythe.

En zie •— nu na den tweeden wereldoorlog, neemt in de nieuwe revolutie, die ons wacht, de mystiek voor goed 'de leiding van alle menschelijke krachten in de wereld van het ongeloof.

De mystiek in den vorm van een afschuwelijk pessimistisch atheïsme —• in de profeten van het „niets" en den „dood", de existentidisten, die voor den wanhopigen mensch geen andere uitkomst ten slotte weten, dan een zidi overgeven aan de donkerste machten.

Ik noem nu een Ie Lartre in Parijs.

• Dp mystiek ook in den vorm van het als onmiddellijk scheppen van een paradijs op aarde door het socialisme en communisme. Een onbeteugeld optimisme.

En zoo komt de kans voor Rusland.

Als de revolutie de hoogmoedige rede behoeft, is Frankrijk, het laiwi van Descartes, geschikt voor - de leiding.

Maar als zij de mystiek toevalt •— ja, dan wordt Rusland de groote redder en het heerlijke voorbeeld.

En daar staan wij thans.

• Met hartelijke groeten en heilbede. Uw to^enegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 juli 1946

De Reformatie | 13 Pagina's

tersche ongeloofs-cultuur inging.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 juli 1946

De Reformatie | 13 Pagina's