GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Christus beroept zich op de schriften.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus beroept zich op de schriften.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onderzoekt de Schriften, want die zijn het, die van Mij getuigen. Joh. 5 : 39.

Velen voelden of voelen zich in „Jezus" teleurgesteld. Hij heeft geen geniale leer gegeven en geen eigen school gemaakt.

Tien tegen één, dat, als iemand zóó over Hem klaagt, het iemand betreft, die uit den mond van „Je-: zus" een min of meer uitgewerkte ethiek of zelfs sesthetiek had willen vernemen. Maar zelfs de (uitgewerkte) prolegomena ontbreken in „zijn" onderwijs. Hij heeft eigenlijk geen „eigen" onderricht gegeven. Hoe vaak zegt Hij niet, dat „er ook van Hem g e - s c h r e V^e n is"? Hij gaat, zóó sxjrekende, niet als de leeraar van een , , eigen" op zijn haam staand systeem, een platform betreden, maar neemt zijn plEiats in onder alle andere ware profeten; gaat Hij al boven hen staan, als hun „vervulling", Hij is toch niet van hen los te maken.

Dat is voor 't vleesch wel het meest „teleurstellende": deze „Jezus" stelt er zijn eer in, dat men van Hem geen „eigen" norm-colleges kan verwachten; Hij is, zegt Hij, gekomen, niet om eenige goddelijks wet te breken, doch om de wet te vervullen. „Vervullen" is wat anders dan „breken" (door een „eigen" revolutioneereud systeem), wat anders ook dan „aanvullen".

We hooren hier van de afwezigheid van een uitgewerkte directe thetische denk-en levens-t h e o r i e.

Maar men kan vragen: geeft „Jezus" soms een di-

recte uitgewerkte antithetische theorie? Of een antithetische stijl-leer? Ot althans fragmenten daarvan? Of aphorismen? Die men bimdelen kan?

Men zou voet kunnen geven aan de gedachte, dat daar toch eigenlijk wel aanleiding toe wafii in de periode, die Hij onder de mensohen beneden doorgebracht heeft. Wij hebben het oog op de toenemende verhelleniseering van Israels leven en denken jiit die dagen. Ook de wetenschap, ds kunst stonden onder sterk helleensche beïnvloeding. Zoo bijv. de musdek; gelijk voor „heilige" c u 11 u s-handelingen de hebreeuwsche taal zich koppig handhaafde, maar voor den c u 11 u u r-handel het grieksch zich liet gelden, zoo ' bleef voor tempel-cultisch gebruik de joodsche muziek den liturg binden, maar vocht daarbuiten voor profaan-cultureel gebruik de „vrije" helleensche muziek tegen den. israëlietischen stijl. De helleniseering drong al verder door. En daarmee ook de voorliefde voor een leeraar-met-e i g é n-systeem, die „wat n i e u w s" te hooren geeft.

Dingt nu de Christus naar een plaats in deze rij?

O neen.

Hij is daartoe onwillig.

Want Hij is niet maar „een mensch", doch DE Adam.

De menschenzoon.

De tweede Adami.

En dat zijn van Adam bepaalt zijn werk op aarde. Gelijk ook straks dat in den hemel.

Want de eerste Adam was — althans voor wie niet evolutionistisch denkt — geen kind, en geen speelsche naïeveling. Hij had — om in de taal der nederlandsche confessie te spreken — weliswaar met alle andere schepsel zijn „officium", zijn , taak, als onderdeel van 't gemaakt geheel der werken Gods. Maar bij hèm (als bij den engel) is het „officium" tot ambt geworden. Om ambtsdrager te kunnen zijn, daartoe is hij door God gemaakt, niet maar als een onderdeel van de groote wereld machine, doch ook als door God aangestelde machinist. Verantwoordelijk, niet zoozeer in die eerste, als wel in die tweede qualiteit.

Deze bestemming van den „adam" (mensch) tot zulk een verantwoordelijk ambtswerk bepaalt nu verder heel zijn optreden, en al'zijn relaties. Ze bepaalt zelfs zijn qualiteiten; want God schept hem, zoodanig als Hij hem hebben wil; en als doelbewust ambtsdrager wil hem God zien. Van hier uit gezien, vervalt de constructie van den „naleven" (geen doel zich stellenden) oer-mensch; en krijgt de mensch het praedicaat van „medearbeider Gods", en wordt zijn arbeid opgenomen in een zóó breed-kosmisch verband, dat hii in de oorspronkelijke wereld der paradisale zuiverheid vanzelf „liturgie" heeten mag, d.w.z. dienst in en aan het Rijk. Welk Rijk?

Dat Rijk, waarvan God de Koning is, het Koninkrijk der hemelen dus, hetwelji zijn onderdanen over twee af deelingen van den kosmos heeft verdeeld: een „boven"-en een „beneden"-afdeeling.

Is nu dit het beeld van den eersten Adam, dan kan de Christus slechts dan zijn naam van tweeden Adam terecht dragen, indien ook Hij — als mensch — binnen het kader van deze ambtskategorieën valt en vallen wil. Juist als tweede Adam grijpe de Christus dus naar de Schriften. Die bepalen zijn werk en dtis zijn qualiteiten. Hjj wil, noch aangaande zijn ambtswerk, noch aangaande zijn daartoe toebeschikte qualiteiten ook maar iets weten of doen weten zonder de Schriften, die Hij zelf trouwens alt ij d te zij, ner legitimatie aanhaalt.

We moeten steeds weer den vinger op dit détail leggen, omdat we anders niet komen waar we moeten zijn. , , J6zussen" (Jozua's) zijn er honderden geweest; en ze zijn er nog in ghetto's en op marktterreinen. En, zoo men strikt de taal nemen wil: „Christussen" (d.w.z. „gezalfden") zijn er millioenen geweest en ze zijn er nog in katakomben en gelukkig ook op de pleinen der stad. Maar dat de Zoon van Maria en Jozef (naar men meende) den inhoud van den naam Jezus (Jozua) en Menschenzoon en tweeden Adam w a a r 1 ij k en uitputtend zou verdienen, en dat in Hem de goddelijke aanstelling definitief en de bekwaammaking adaequaat zou zijn, en ook geweest i s en vandaag nog is, dat weten we niet uit den klank der namen, noch lezen we het af uit zijn verleden parousie, zijn historische verschijning, d o ch dat hooren we uit de Schriften.

En nu we dit alles weten, nu zien we, dat, ofschoon het ambt den Christus der Schriften nimnster van de mensohen losmaakt, en in zooverre nooit Hem van hen isoleert of abstraheert, toch zijn geheel e e n i g e, zijn uitputtende, definitieve, pleromatische zalving, en deze verbonden met zijn geheel eenigen Persoon (uit twee naturen geconstitueerd) Hem als tweeden Adam, en als Middelaar in al zijn dienstwerk volkomen anders deed zijn dan ieder Einder. Zijn ambtswerk, wijl het AMBTSwerk was en is, zoekt ons a 1 - 1 e n. Maar wijl het z ij n ambtswerk was en is, is het altijd Hem bepalend in zijn geheel eenigen dienst aan God. Men kan Hem niet copiëeren zonder Hem te miskennen. En evenmin Hem in een rij zetten: als één uit een serie, een REEKS. Van het genus soldaat zijn er duizenden; van den generalissimus is er maar één. Wie dien éénen nagebootst of vermenigvuldigd wil zien, die legt het leger lam. De generalissimus is met allen verbonden, schrijft • ieder het model voor, doch is zelf „buiten-modelsch". l> och in zijn hart is de wet van 't Rijk geschreven. Wet en model zijn twee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Christus beroept zich op de schriften.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1948

De Reformatie | 8 Pagina's