GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„EXTREMISTEN”?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„EXTREMISTEN”?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziezoo, als dit nummer verschijnt is het gedaan mét de stembus. Dé bidstonden, waarin menschen, die anders door heele massa's met den nek worden aangezien, en over wie sommige geleerde heeren anders in hun eonventikels een tikje medelijdend doen, nu eens mochten „voorgaan", zijn afgeloopen. Nu bidden ze weer voor een jaar of wat op hun geïsoleerd preekstoelf je, totdat ze' bij nieuwe verkiezingen weer voor den dag gehaald worden, om den Heere te vragen, het stem hokje te willen beschermen met een providentia specialissima, en het stem huis, hetwelk zijn tempel is, te bekijken met providentia specialis: een iegelijk maakt zich zijn afgoden naar eigen beeld en naar eigen gelijkenis; als wij om de kerk gebeden ons minder bekreimen, omdat we in de kerk b.v. „onze" professoren niet openlijk willen afvallen, dan moet Hij, die het Adres van onze gebeden is, ons maar dragen daarin, dat we bidstonden wel met elkaar beleggen voor politieke victories, maar niet voor k e r-"li e 1 ij k e, die we immers tegenhouden door de weigering van de vraag om eerlijkheid en klaarheid. U begrijpt: hier spreekt ironie: we merken het even op, voorzichtigheidshalve.

Maar nu de nervositeit weer achter den rug is, wü ik wel iets zeggen, dat me al lang op het hart ligt. Ik wil het eens hebben over dat afschuwelijke woord: extremisten.

Ik wil ieder, die zich met mij voorbereiden op het komende avondmaal, en zoo iets is geen aangelegenheid van zès dagen vóór een bepaalden Zondag, dringend verzoeken, niet langer in de synodocratische fuik zich te laten vangen door dit monstrueuse woord, al te gedachtenloos, te slingeren tegen zijn tafelgenooten, die door het drijven van extremisten in principe als de doctoren Ridderbos, Grosheide, en zulke kerkontbinders, zijn weggejaagd uit wat zij noemen Gods Huis. Ik wil hen vragen, niet met de verraders' te heulen. En ik wil degenen, die door het gebruik van dit woord zich terecht gekwetst voelen, vragen, de gemoedsrust te bewaren, om mee te kunnen bUjven helpen aan een zuivere probleemstelling.

Want dááraan schort het, en aan niets anders.

Extremisten, dat woord is zoo maar ineens tot pasmunt geworden. De politieke spraakmakers hebben er wonderen mee gedaan. Minister De Geer uit de dagen van zijn radio-speeches voor Koningin-en-Vaderland duidde er de nationaal socialisten mee aan. Die zijn nu van de baan. Toen Michailowitsj nog mee mocht doen, en ook Tito, was Tito extremist; sedert een paar dagen evenwel is de man — door anderen! — opgeschoven naar het midden, u weet wel, naar dien ellendigen „gulden middenweg"; niet, omdat hij veranderd is, maar omdat hij niet meer in de gratie staat bij Moskou. Het is moeilijk van het woord een goede vertaling te geven. H. Schmidt verstaat onder „extremisten" menschen, die uiterste, overdreven eischen stellen. Maar hij laat natuurlijk na te zeggen, wat overdreven is; dat zal in elk bepaalde geval moeten worden uitgezocht. Indien er n.l. „overdrijving" in het spel is. Meestal is 't zoo niet.

Hiermee is al aangeduid de typische machteloosheid van het woord „extremisten". Het is afgeleid van „extreem"; en ofschoon dat woord ook in de logica bekend is, toch is het — ook daar trouwens — eigenlijk een geografisch, d.w.z. een ruimtelijk begrip. R u i m t e 1 ij k. Dat wil zeggen: er is een bepaald gebied, een bepaalde ruimte, afgegrensd naar alle kanten. En nu is IN die ruimte, binnen dat gebied, „extreem" alles wat vlak a a n d e grens ligt. De voeten zijn extremiteiten van het lichaam, evenals andere lichaamdeelen, die aan den buitenkant liggen. Zoo zijn de extremiteiten van b.v. Aethiopië die gebieden, waar de grens tusschen Aethiopië en het aangrenzende land vlak in de buurt is. De extremiteiten van de Nederlanden liggen tegenwoordig in Maastricht. Vroeger aan de grens van het tegenwoordige Frankrijk.

Vandaar, dat de term „extremist", gebruikt van leden van een kerk, of van een vereeniging, een gezelschap, van Staten Generaal, een ministerraad, een volk, altijd beeldspraak is. Beeldspraak, omdat het spreken over dergelijke grootheden op dezelfde manier, als waarop men óók handelt van ruimtelijke gebieden altijd beeld spraak is. Beeldspraak, liggende op hetzelfde terrein, als b.v. het spreken van „rechtsch" en van „linksch" in de Tweede of Eerste Kamer der Staten Generaal.

Extremisten zijn dus in zulk een gedachtenraam allereerst diegenen, die niet in het midden van die gegeven grootheid staan, maar aan den buitenkant. Den buitenkant n.l. van die GEGEVEN grootheid, voorgesteld als een bepaald tegen anderen afgegrensd gebied.

Maar een ongeluk komt zelden alleen. Men spreekt ook wel eens van een waarhedencomplex als een ruimtelijk gebied. En noemt dan extremist iemand, die allerlei „uiterste", op de spits gedreven denkbeelden verdedigt. Het gevolg van een en ander is, dat de beeldspraak meestal hopeloos vast loopt.

Nu moet een christen weten, en bedenken, dat een bepaald gebied nog wat anders is dan een bepaald gedacht e ngeheel, een 'bepaalde leer, of leersamenhang. Binnen het geheel der huidige Staten Generaal zijn er rechtschen en linkschen; maar aangezien de instelling van de Staten Generaal veelszins teruggaat (ik zeg niet: alleszins) op revolutionaire gedachten, 4aar heetten vroeger zij, die naar een parlementair stelsel verlangden, in de toenmalige volks-of regeeringskringen „extremisten". Wie heden extremist heet, kan morgen, heeft eenmaal zijn bepaalde leer de iegepraal behaald, gerekend worden tot de meest gematigde typen. Had de Heer J. Schouten geleefd in de dagen van vóór de fransche revolutie hij ware aan het hof, waar gepruikte koningen met hun maitressen het terrein verkennen extremist gescholden, als hij verdedigd zou hebben wat hij thans bepleit.

Trouwens, ook de Heer Schouten is, precies als wij allen, herhaaldelijk extremist genoemd. Politiek: om Indië, Kerkelijk-confessioneel ook. Nu men eenmaal gewend is aan een gereformeerde kerkengroep, en nu óók daar de lintjes vergeven zijn, en zoo meer, NU heet men in het vocabularium der officieele gedenkboekenschrijvers „gematigd", als men om Ridderbos-Grosheide blijft hangen, hoe gevaarlijk hun experimenten ook zijn geweest op de toenmalige grens van kerk en secte in 1944. Volgens mij zijn ze óver dié grens heen gelokt door hen zelf; maar daar hebben natuurlijk de menschen, die af en toe de kerkgenootschappen als in het volksleven optredende „cultuurgrootheden" voor statistische doeleinden bekijken, geen verstand van. Ze tellen: zooveel leden, dus geen druktemakers. Vandaag heeten Greijdanute, D. van Dijk, en wie meer tot „hun" kerk behooren mogen, extremist, in de taal van consuls, ministers, referendarissen. En zoo voort. Maar de tyd is nog niet zoo lang geleden, dat De Cock een extremist heette, en Brummelkamp, en Kuyper, Rutgers, en dus ook het voorgeslacht van den Heer J. Schouten. Over een

poosje, als wij „gevestigd” zullen heeten, zullen weer anderen extremist heeten in onderscheiding van ons. 't Is allemaal een beetje belachelijk, omdat men nu eens uitgaat, in zijn benaming, van principieele posi-^ tiebepaling, en dan weer van gegeven feitelijkheid en stabiliteit van kring. Stabiliteit van zijn getalssterkte met name en de daarin heerschende denkbeelden.

Daarom is meestal de naam „extremist" een hulpeloos gestotter in den mond van aristocraatjes, die ten doode opgeschreven zijn.

Ze zijn n.l., geestelijk gesproken, dik geworden, „vet", ontoegankelijk voor bezinnijig op principes, die hetzij voor 't eerst, hetzij opnieuw erkenning vragen, en daarom worstelen moeten.

Neem een voorbeeld uit ’44 en daarna.

Laat alle referendarissen en soortgelijke verkenners van volksbewegingen eens onkundig van de feiten, doe hun een blinddoek voor, en vraag hun:

wie is extremist? de man, die een preekstoel ontzegt aan wie bezwaren heeft tegen een zinnetje van 1942—1905, en niet belooft, niets te leeren, wat daarmee niet ten volle overeenkomt; OP de man, die een preekstoel om die reden niet verbiedt; en lees hun dan dat zinnetje ook nog eens voor uit een boekje; ze zullen allemaal zeggen: extremist is hij, die den preekstoel om zoo'n reden ontzegt. Gij' weet dan, dat Ridderbos het moet zijn, en de Ueden van de classis Den Haag, Hoek b.v.

Neem hun dan het blinddoekje af, en laat ze als verkenners los op den vaderlandschen bodem. Vraag hun: waar is de extremist? Ze zullen dan zeker zeggen: bij Greijdanus en Schilder. Ze zullen ook hun antwoord, dat nu op de gegevens van^wat zij bij geruchte zooal vernamen, zoozeer „beschermen" tegen hun eigen bedenkingen, dat zij binnen 'n ommezien de zaak op den kop zullen zetten: niet: Ridderbos bond ze aan zijn ideetje, maar: Schilder bond ze aan 'zijn ideetje. Je kunt zulke nonsens immers lezen? In Amerika en in „De Strijdende Kerk”?

Denk aan de dagen van de Reformatie. Erasmus zat te gnuiven: hij de gematigde man; en lieden als de latere calvinisten de extremisten. Maar wij zien 't een beetje anders. 'Wij zeggen: humanist de één, •Woordgeloovige de ander.

De term extremisten is dan ook zoo iets als een voetbal: 't ééne cogenblik hier, 't andere daar. Ridderbos dacht waarschijnlijk: Kuyper is het gulden midden. Schilder extremist aan den eenen.kant, Verkuyl aan den anderen kant. Nu heeft hij zich laten gebruiken om Schilder weg te werken. De Verkuyl's dringen op, en de Bavincks, en wat meer extremist was. Bij hèn is Kuyper vergeten, al gunnen zij allemaal een s y n o d e 't baantje van de decoratie van zijn graf met kerkelijke bloemen. De „kerk" is nu eenmaal bij velen een zachte nurse: ze doet zulke „lieve" dingen, en o zoo piëteitvol, meneer; je moet er af en toe een traantje om wegpinken. Je moet natuurlijk juist daarom de schrikkelijke woorden, die de kerk af en toe gebruikt, b.v. bij schorsingen, „gematigd" opnemen; want als je die woorden leest, zooals ze er STAAN, dan ben je extremist. En nu is het eind van de historie, dat dr Ridderbos over een stuk of wat jaren extremist zal heeten, en de Verkuyl's de lieden van het midden.

Maar het zal allemaal even dom zijn met die titulatuur. 'Want de vraag is maar: waar is het recht? Is het extreem, als je weigert, de kerk te binden aan een formuletje, dat ze straks toch weer gaan veranderen? Neen. En is het altijd dogmatisch extreem, als je de binding aan zoo'n formule er door jaagt? Neen. Daar kan b.v. de drift van de gekrenkte trots achter liggen; de hoogmoed van een groep, die dacht: nu zijn we zoo ongeveer erfgenamen van de leiderspositie van „H. H. K.", en nu zullen ze daar ons weerspreken ? ? ? in het openbaar?

Ik ken dus geen extremisten-van-professi e. Ik ken alleen de tegenstelling van waar en valsch, van recht en onrecht, van vergissing of fout of zonde, die losgelaten wordt en beleden dan wel van zulk eene, waarin men zich vastbijt, omJat het nu eenmaal je leidersroem kost, als je openlijk erkent: we hebben Gods naam abusievelijk gebruikt om zijn kinderen te slaan als waren ze honden.

En zoo staat het nu ook met den naam extremisten onder ons. Laat dat leelijke woord nu maar blijven haken achter dat stemhokje, waar zoo'n drukte over gemaakt is. Ik weet heel goed, dat, toen ik als mijn meenihg publiceerde: wèl stenmien, en in afwachting van de resultaten van Amersfoort dezen keer dan maar kijken, welke man van de gepraesenteerde candidaten het dichtst bij u staat in' de ten uitvoer legging van een program voor korten tijd, sommigen zeiden: nu gaat hij uit het midden naar de grens toe: extremist? Anderen dachten: nu gaat hij van de grens naar het midden toe; niet meer extremist? Maar we moeten nuchter blijven: en ons, niet afgeven met de psychotechnische bravourstukjes van den jongen dr Ridderbos, die ook al fantaseerde, dat K. S. de „uitersten" (extremiteiten) bij elkaar wou trekken. Deze waard vertrouwt zijn gasten, en degenen, die zijn geestelijke' familie uit de herberg gezet heeft, naar zichzelf: de gegeven grootheid bij-een-houden, en dat doen desnoods met behulp van principieele uitspraken, die hanteerbaar zijn, en als 't eenmaal gebeurd is, dan volhouden om het prestige.

Maar zooals ik voor mezelf dit dwaze dilemma afwijs, zoo doe ik het ook voor mijn kerkgenooten. Inzake die ééne stemming in overgangsperide heb ik zóó geredeneerd: er komen er TOCH honderd in de Kamer, al doen we niet dan wèf mee; en nu wij nog niet het terrein kunnen overzien, wat den volgenden keer wel mogelijk zal zijn, nu willen we meehelpen, hen, die de volksvertegenwoordiging in 'critieke tijden op zij gingen zetten of heelemaal op - zij wiOen gooien naar huis te sturen of op een afstand te houden. Want anders hebben we heelemaal niets meer te praten over de vraag, hoe WIJ over een paar jaar ons zullen laten hooren in de volksvertegenwoordiging. Anderen denken daar anders over. Fiat. Maar ik noem hen geen extremist.

Extremist noem ik alleen wie zoo dwaas is, aldus te WILLEN heeten.

En die dwaze wil is in beginsel bij hen, die vóór alles rekenen in den stijl van de r u i m - t e 1 ij k e voorstelling van een groep, die zij TOT ELKEN PRIJS in haar grenzen behouden wil­len zien.

Zoo zie ik de synodocraten, met hun afgod: bestaande groepseenheid.

Zoo ook ieder, die in de A.R.P. blijven wil, hoe ook de uitkomst moge zijn van de door Amersfoort gewenschte ontmoeting met de leiding dier partij.

Conclusie: laten we elkaar geen extremisten schelden, maar samen bidden om het charisma eener juiste probleemstelling. Wie de probleemstelling der synodocraten overneemt die is extremist-in-beginsel, eerhijhetweet .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 juli 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

„EXTREMISTEN”?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 juli 1948

De Reformatie | 8 Pagina's