GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BEZWAARDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEZWAARDEN

over en onder de synodocratie 56

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De werkelijke en verschrikkelijke situatie.

Juist in de dagen, waarin de discussie omtrent een eventueele samenspreking tusschen deputaten van de „gebonden" en de „vrije" gereformeerde kerken met groote levendigheid wordt gevoerd, zijn wij ongeveer aan het eind gekomen van onze uiteenzettingen over „de bezwaarden óver en onder de synodocratie”.

Toen de Hoofdredacteur mij indertijd vroeg, hoeveel artikelen ik over dat onderwerp dacht te schrijven, antwoordde ik vlot: „zes a acht"! Ik vermoedde toen in de verste verte niet, dat de stof zóó omvangrijk zou blijken.

Met groole dankbaarheid denk ik terag aan de studie vóór en het schrijven van deze artikelen.

Vooreerst omdat ik bij het schrijven voor „De Reformatie" nog nooit zooveel teekenen van meeleven ontving en in zoo nauw contact met de lezers stond als in het voorbijgegane jaar. Bovendien werden mij allerlei interessante en belangrijke mededeelingen en stukken toegezonden. En ik wil daarvoor ook hier mijn dank betuigen. Het is een voorrecht te merken, dat men niet in het luchtledige schrijft.

Ook de pers van „de overzijde" reageerde vele malen op wat in deze hoofdartikelen werd besproken.

Over het geheel • genomen niet bijster vriendelijk. Maar toch heb ik mij telkens over die reacties verheugd. Ze waren immers steeds een duidelijk bewijs, dat een gevoelige snaar bij de opponenten getroffen was. En daar ging en gaat het natuurhjk om.

Wanneer ik het doel, dat bij het schrijven van deze reeks voorzat, zou moeten omschrijven, zou ik op drie dingen willen wijzen.

In de eerste plaats wilde ik allerlei gegevens verzamelen en publiceeren, welke voor de kennis van de dogmatische en kerkrechtelijke situatie in de gereformeerde kerken rondom 1942/3 van groot belang, ja onmisbaar, zijn en later alleen ten koste van zeer veel tijd en moeite zouden kunnen worden opgedolven uit de enorme papiermassa, die-bedrukt is met de onoverzienbare hoeveelheid studies, beschouwingen en artikelen, welke een beeld van deze situatie kunnen geven.

Het is in de laatste jaren overduidelijk gebleken, dat de kennis van kerkelijke besluiten en van de situatie, waarin zij ingrepen en die zij wilden beïnvloeden, onbegrijpelijk gauw verloren gaat. We hebben het beleefd, dat het overgroote deel van de gereformeerden, na nog geen veertig jaar, niets meer van de besluiten van 1905, gezien in het kader, waarin ze werden genomen, verstond. Ja ze zelfs zoo omsmolten, dat ze zoo ongeveer het tegendeel werden van wat ze naar opzet en tendenz feitelijk waren en zijn. •We hebben het immers in alle toonaarden hooren beweren, dat Lindeboom c.s. zakelijk in 1905 waren veroordeeld of op zijn minst in opvatting gewijzigd en de in 1942 gecanoniseerde leer omtrent verbond en doop feitelijk toen reeds was ingevoerd! Terwijl juist aan deze leer in 1905 een zacht en nadrukkelijk halt werd toegeroepen!

Deze artikelen nu willen helpen soortgelijke verminking der historie van 1942 en volgende jaren te voorkomen. Daarom gaven ze zooveel materiaal, en dat zoo objectief mogelijk, omtrent wat vóór en na die verschrikkelijke jaren in de gereformeerde Kerken, vrij en kra(ditig, alom werd geleerd en gepractiseerd.

Voorts heb ik in deze reeks duidelijk en volledig allerlei dogmatische beschouwingen willen doorgeven, ~ die ook als z o o d a n i g van groote beteekenis zijn en het Schriftuurlijk denken over de realiteiten van verbond en doop kunnen stimuleeren en vooruit brengen. Ik denk hier in het bizonder aan wat van Dr Zuidema werd opgenomen. En ik heb zijn belangrijke uiteenzettingen te eerder opgenomen, omdat van de kerkbladen, waarin hij zijn studiën publiceerde, misschien niet meer dan twee of drie exemplaren in de wereld zijn overgebleven! Ook wat de professoren VoUenhoven en Dooyeweerd schreven verdient niet alleen bewaard maar ook algemeen bekend te blijven. Hun bezwaarsohrift werd indertijd alleen aan de synode en de kerkeraden toegezonden. En wat Ds Feenstra en Ds Rietberg in de kritieke jaren na 1942 schreven is, daar het in „De Wachter" werd opgenomen, wel in ruimen kring verbreid en bekend geworden, maar den op zeer slecht papier gedrukten oorlogs-Wachters zal zeker geen lang leven beschoren zijn en zoo zal ook wat daarin verborgen is, indien geen goede voorzorgsmaatregelen worden genomen, spoedig verloren zijn gegaan en vergeten worden.

De voornaamste reden waarom de, de volgende week, eindigende artikelen werden geschreven ligt evenwel in iets anders dan in het bovengenoemde.

Ik heb namelijk in het geschrevene voor alle dingen de kerk van onzen Heere Jezus willen dienen en aan haar opbouw trachten mede te arbeiden. Ik hoopte en hoop namelijk, dat een onbevangen kennisname van wat hier werd gepubliceerd in de harten van vele broeders in de kerken, die zoo onbezonnen en overijld leeruitspraken als goddelijke waarheden vaststelden en zoo velen ruw uit hun ambt stootten de vraag zoii? opkomen en hen benauwen of dit alles wel naar den wil des HEEREN en overeenkomstig den Geest van-Christus is geschied en mee kan werken aan het waarachtig welzijn van Christus' duurgekoehte kerk? Kan het goed zijn waarheden te formuleeren en bindend op te leggen, . ze voorts te bedelven onder een reeks van toelichtingen, verklaringen, kommentaren, verduidelijkingen om ze daarna te vervangen, terwijl men allen, die de vervangen uitspraken niet konden accepteeren en daarom schorste onder het zware eenmaal gevelde vonnis liet?

En terwijl ik deze vraag bij hen, die al deze onbegrijpelijke dingea verrichtten i»» esn van de donkerste perioden uit de wereld-en kerkgeschiedenis, hoopte en hoop, wakker te maken, wilde ik aan die leden der kerk, die zich, om Christus' wil, vrijmaakten van Hem niet welgevallige woorden en daden, laten zien, dat wat zij tegenover de nu tot het verleden behoorende synodes vasthielden, verdedigden en in practijk brachten steeds door een „wolk van getuigen" blijmoedig als verlossende waarheid Gods in volle vrijheid en ongehinderd werd geleerd en het inderdaad alle moeite en strijd waard is om daarvoor alles, alles over te hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 september 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

BEZWAARDEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 september 1948

De Reformatie | 8 Pagina's