GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE ZIN DER VRIJMAKING (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ZIN DER VRIJMAKING (I)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hét ig ia öiizê dagéii hoodiger dan ooit, zoowel in eigen lering als met 't oog op allen, die gereformeerden worden genoemd, zich met allen ernst af te vragen welke de z i n is van de „v r ij m a k i n g", die nu vier, drie jaren geleden in de historie der kerk een feit werd. Wij moeten ons steeds scherper realiseeren wat toen geschied is. Wat vroeg God toen van zijn volk? Wat schonk Hij het daarin? Met welke opdracht belastte Hij zijn kinderen met het oog op de toekomst?

Om iets van „vrijmaking" te verstaan moet ons hart beheerscht worden door de waarheid, dat de kerk het gansch bizondere eigendom van onzen Heere Jezus Christus is.

Ik weet het: deze uitspraak klinkt ons bijna als gemeenplaats in de ooren. Ze is de vertolking van een waarheid als de bekende viervoudige melkgeefster in de hollandsche weiden. Maar —• ik ben daar diep van overtuigd — er is tegelijk ook misschien geen waarheid welke zoo slecht geloofd en gehoorzaamd wordt als deze!

Jezus Christus heeft een kerk. Wij hebben geen kerk. „Onze" kerk, als het werkelijk „onze" kerk is, is een synagoge van Satan. Er is maar één kerk en die is van onzen Heer en Heiland. Alléén van Hem en gehéél van Hem. Hij begon met de vergadering, den opbouw daarvan voor vele, vele eeuwen. En Hij zal haar voltooien als Gods bazuinen klinken om den laatsten dag van deze wereld aan te kondigen.

Inderdaad: er is maar één kerk en die is van Jezus Christus. En Hij maakt alles voor en met en in haar in orde. Hij doet dat alléén en gehéél. En wij, wij brengen het ten aanzien van die kerk nooit verder — het is trouwens tegelijk ook onze hoogste zaligheid! — dan dat we van haar een waar lidmaat zijn om dat eeuwig te blijven. En we krijgen geen andere taak daarin dan deze, dat we op ons kleine plaatsje, dat we in haar innemen, ons kleine plichtje doen. We behoeven — Gode zij dank — voor haar geen grootsche plannen te beramen, geen indrukwekkende organisaties op te zetten, geen op de verre toekomst berekende politiek te voeren. We behoeven evenmin een volkomen doordachte, afgeronde „beschouwing" omtrent haar te produceeren. Niets van dat. alles: het werk van een eigenaar, koning, veldheer, architect, organisator is uitsluitend en alleen aan Jezus Christus toevertrouwd! De leden van de kerk zijn gelijk aan de honderden werklui, die bezig zijn in den bouw van een groot schip. Zij behooren niets anders te doen — en ze kunnen trouwens ook niets anders doen! — dan overeenkomstig de hun gegeven, zeer preciese, aanwijzingen hun van buiten gezien zeer monotonen en simpelen arbeid verrichten: klinknagels vastslaan, schroeven indraaien, schotten verven enz. Als ze dat maar met toewijding en dus zorgvuldig doen „hoeven ze nergens aan te denken". Zóó, maar ook zoo alleen, werken ze op de eenig goede vyijze trouw en effectief mee aan den opbouw van het schip, dat één enkele man „in zijn hoofd" heeft en waarvan de opbouw door maar één man geprojecteerd, geleid en voltooid wordt.

Wat zou er veel krampachtigs, onzuivers en overbodigs; veel spanning en verdeeldheid; veel zonde en ellende voorkomen zijn, als men deze waarheid goed had verstaan.

In de kerk van Christus in deze landen geschiedden in (ftT jaren 1942 en '44 vronderHjke dingen.

Een paar groote vergaderingen van afgevaardigden van kerken, synodes genaamd, gingen hun bevoegdheid op een zeer ernstige wijze te buiten!

In plaats van alleen en uitsluitend Gods woord te spreken en dienstbaar te zijn aan de doorwerking en uitsluitende heerschappij daarvan in alle regionen van de wereld der kerk, waagden zij het als openbaring, consequentie en bevestiging van bepaalde verbonds-, belofte-en doopsconstructies als een goddelijke waarheid, die door alle ambtsdragers geloofd en geleerd moest worden, vast te stellen, dat alle kinderen der geloovigen hoofd voor hoofd en stuk voor stuk voor reeds wedergeboren kinderen moesten worden gehouden.

En tegelijk matigden deze vergaderingen, zich de macht aan om, zonder ook maar in het minst de kerken daarin te kennen, ambtsdragers van plaatselijke kerken te schorsen en af te zetten en haar besluiten een dergelijke bindende kracht te verleenen, dat iedere kerkeraad altijd en zonder eenige reserve beginnen moest, die uit te voeren op straffe van uitzetting uit de kerkelijke gemeenschap of schorsing en afzetting. Dit zijn de daden van de synodes, die de kerkelijke misère veroorzaakten! Allerlei persoonlijke kwesties en geschillen kunnen en moeten we, als we over het wezenlijke van wat geschied is spreken, buiten beschouwing laten. We hebben alleen te maken met de na lange beraadslagingen en ondanks een lawine van bezwaarschriften en kritiek onder aanroeping van Gods Naam genomen kerkelijke beslissingen, welke daarna duideHjk en voor altijd werden geboekstaafd.

Tegen de zooeven genoemde kerkelijke besluiten rees — de HEERE zij daarvoor geloofd! — sterk verzet.

Duizenden weigerden iets als goddelijke waarheid te aanvaarden wat duidelijk boven Gods woord uitging!

Duizenden konden en wilden niet een machtsoefening, welke dan ook, erkennen en dulden, die de door Christus zelf getrokken grenzen overschreed! Ze wilden en konden niet een macht erkennen welke zich tusschen Christus en zijn gemeente invsnrong.

Op allerlei wijze is toen gevraagd, gepleit, gesmeekt, geworsteld, om deze ergernissen weg te doen. De kerkelijke , weg werd, ondanks alle smarten en moeiten, tot het^ bittere eind afgelegd! Maar niets hielp. De synodes bleven bezweren wat ze eenmaal hadden vastgesteld.

En toen hebben duizenden gehandeld zooals ze, staande voor God in geloof en gehoorzaamheid, alléén "mochten doen! Ze hebben ter plaatse waar het be­ hoort NEEN gezegd zoowel tegen de binding als tegen de machtsoverschrijding. Ze hebben JA gezegd tegen Gods woord en tegen dat woord alléén. En ze hebben NEEN gezegd tegen wat daarboven uitging. Ze hebben JA gezegd tegen Christus' koningsheerschappij en NEEN tegen alle machtsaanmatiging op het erf van Christus' kerk!

En allen hebben staande op de plaats en in het ambt waarin God ze had gesteld niets anders gedaan dan het voortzetten van den ouden door God hun opgelegden dienst.

Datendatalleenisdevr ij making! We danken God steeds inniger dat Hij ons daartoe

verwaardigde! Er was — Gode zij dank — geen enkele berekening, geen enkele diplomatie of strategie bij. Het was alleen een simpel volgen van Christus in de nooit gezochte, steeds afgebeden, crisis in zijn kerk.

Zij, die zich vrijmaakten, hebben aanvaard en beleefd wat een van de vooraanstaande (niet vrijgemaakte) predikanten in Aug. 1944 ald'JS formuleerde: Er is in de huidige situatie geen andere weg van trouw en gehoorzaamheid aan God, dan die, welke „met de „acte van vrijmaking en wederkeer", in welken vorm ook gegoteri, overeenstemt. Christus is met deze acte in het offensief tegen een van waarheid en recht afdrijvende kerk. En dan mag het niet tellen, dat de tijden zoo boos zijn. Want vsritj hebben in dezen bangen tijd een geweldige roeping en na den oorlog zal onze Christentaak in een losgeslagen maatschappij zóó ondenkbaar zwaar zijn, dat wij niet onbruikbaar moeten worden voor het werk des Heeren. Zooals de Gereformeerde Kerken in Nederland nu doen, profeten doodende, getrouwe dienstknechten slaande, omdat de Heer vertoeft te komen, zóó maken ze zich al meer ongeschikt om de toekomst in te gaan en de toekomst des Heeren te verwachten, ja zij zullen zeer beschaamd worden, als de Heere plotseling komt. Ik wil als ambtsdrager niet gevonden worden, a 1 z o o doende als de Kerken nu, als de Heere wederkomt.

Dan word ik liever geslagen dan dat ik zelf sla. En ook U, die rond een kansel zit en aan het Avondmaal gaat, hebt Uw verantwoordelijkheid. Laat dus, dunkt mij, geen andere gedachte U leiden dan de vaste en geheiligde wU, tot gehoorzaamheid. Ik weet zoo goed, hoe men nog alles, alles zou willen doen om de breuk te voorkomen. Maar de breuk is er. Ze kan alleen nog maar worden geheeld. En dat gesohiedt niet door haar weg te denken of te praten of te verdoezelen, maar door wederkeer tot de geboden des Heeren. Een revisie kan dan zijn her-eeniging. Maar wij kunnen de breuk niet meer voorkomen. Ik zelf heb alles gedaan wat daartoe in mijn vermogen was. Ik heb anderen zien ijveren met alle kracht. Het is ook op andere manieren geprobeerd. Soms met harde woorden, op minder liefélijken toon; langs kerkelijken weg en langs door de Synode veroordeelden weg; maar het helpt niets. Zelfs Amsterdam, ja een voorstel Popma, is afgewezen. N.B. Een voorstel om op de basis van 1942 een formule te zoeken die allen bevredigde. Toelichting en Praeadvies kunnen niet weg. De Synode meent het en staat vast in haar schoenen. En wij w e t e n, Goddank, dat zij dwaalt. Laat ons dan voor aft. 31 waken, dat deze door zóó groot gezag gedekte dwaling niet de Kerk aantast, nog meer, maar laat ons het, 'met opgaaf van redenen, met klemmende betoogen enz.' niet voor vast en bondig houden en de consequenties aanvaarden en trekken".

En wat is toen geschied?

Neen, we moeten als we op deze vraag een antwoord zoeken niet bij elkaar garen wat zooal door indivi-

dueele menschen, door Ridderbos of Schilder, Grosheide of Ds van Dijk, door Berkouwer of B. A. Bos is gezegd. Dat alles heeft voor het feitelijke, k e r - k e 1 ij k e conflict niet de minste beteekenis.

We moeten hooren en vasthouden en ernst maken met wat de kerkelijke vergaderingen zelf hebben uitgesproken niet woorden zwaar van ernst en die nu geboekstaafd zijn! met vlammende letters! Woorden die ook nu dag in dag uit in nooit verminderende kracht worden uitgesproken en gehandhaafd voor God, engelen, duivelen en menschen. Woorden die door geen enkel mensch, door geen professor of dominee, of deputaat, of conferentieganger kunnen of mogen worden genegeerd en van hun klem beroofd. Woorden die ook wij allen doodelijk ernstig moeten nemen vooral om der wille van de vergaderingen die ze uitspraken! We moeten niet meehelpen die te degradeeren tot gezelschappen die maar wat praten en niet meenen wat ze doen.

Welnu, wat hebben dan de kerkelijke vergaderingen, levend en handelend in de pretentie de leiding des Geestes te bezitten over de „vrijmaking" en hen die zich „vrijmaakten", geoordeeld?

Zij zwoeren omïrent hen die zich vrijmaakten: dat zij zich schuldig maakten aan de zonde van scheurmaking;

dat zij het vijfde gebod overtraden; dat zij hun ambtseed braken; dat zij valsche leer verkondigden!

En in den laatsten brief, dien de synode van 1943 -'45 over de vrijmaking aan de kerkeraden richtte, een brief die in de Acta niet te vinden is, spraken zij het bewogen uit, dat deze beweging als „revolutionair" moest worden afgewezen, dat zij geen woord teveel zei toen zij haar als „in wezen scheurmaking" en „kerkontbindend werk" kwalificeerden en zij riep tenslotte de kerken hartstochtelijk op de geschorste en ontzette ambtsdragers niet te „erkennen en wederom (te) ontvangen als wettige ambtsdragers in Gods kerk".

Zie dit is het oordeel, en we zeggen er bij: het vernietigende oordeel, dat deGereformeerde kerken dag in dag uit over de „V r ij g e m a a k t e n" vellen. Met deze harde waarheid voor oogen mogen we niets anders doen dan alle vriendelijke en broederlijke woorden, welke gesproken worden met volledige handhaving van de kerkelijke vonnissen, onwaarachtig te noemen, ledere ambtsdrager, iedere kerkeraad, iedere kerkelijke vergadering, die zich niet nadrukkelijk van de genoemde besluiten distancieerde, noemt ons vrijgemaakten vóór alle dingen, en met den hoogsten ernst, revolutionairen en erkent onze ambtsdragers niet als „wettige ambtsdragers in Gods kerk".

Behalve indien deze kerkelijke woorden voor hen kletspraatjes zijn!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

DE ZIN DER VRIJMAKING (I)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's