GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sikkel's boodschap omtrent de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sikkel's boodschap omtrent de kerk

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

V

5. DE REFORMATIE TB HIJLAARD.

Nadat Sikkel den strijd tegen het Hervormde Kerkgenootschap om Gods wil zoo had geopend, heeft hij dien volgehouden. Zijn liefde tot God, de kerk en de broederen dwong hem. Nooit wende hij aan de onge-. rechtigheid en de ramp, die in het Staatscreatuur van 1816 de gereformeerde kerken was binnengedrongen! Defaitisme, pluriformiteits-quietisme, kerkelijk indifferentisme, eenheidshypnose, ongeestelijke indolentie — hij was er, dank zij zijn levend geloof, zijn geloovig kennen van, leven in en zwoegen vóór de kerk van zijn Heer immuun voor. Tot aan zijn dood heeft hij het zwaard des Geestes tegen deze burcht van den booze gehanteerd. ^''}

gehanteerd. ^''} Een heerlijk genadegeschenk van zijn trouwen God was het voor Sikkel, toen hij na langen strijd en veel gebedsworsteling de kleine kerk van Hijlaard uit de doodelijke omarming van het hiërarchische vampyr mocht leiden in de vrijheid van Christus.

In den herfst en den winter van 1886 besprak hij in wekelijksche samenkomsten den nood, de zonden en de reformatie der kerk. ^? ) En toen — zoo schreef hij later aan zijn gemeente — heb ik „mij met U week aan week voor het aangezicht des Heeren verootmoedigd, en Hem gesmeekt Uwe oogen te openen en ons als schapen, die gedwaald hadden, toch te zoeken, dewijl wij zijne geboden gedachtig waren (Ps. 119 vs 176)".="')

En de oogen der gemeente gingen open. Door haar werd sterken aandrang op den kerkeraad uitgeoefend om de kerk des Heeren weer te gaan regeeren overeenkomstig Gods woord. En dan, in de eerste dagen van 1887 komt de crisis. Als het heilig avondmaal ook in Januari 1887 weer zal gehouden worden, kan Sikkel niet meer verder op het pad van ongeloof en ongehoorzaamheid. „Den 9en Januari" — zoo schreef hij in zijn Ter Gedachtenis — „zouden w3 het heilig avondmaal vieren. Ik had echter tot de bediening daarvan onder de goddelooze reglementen geene vrijmoedigheid meer, en in één van onze Woensdagavondsamenkomsten in de eerste dagen van het jaar 1887 gehouden, moest ik er ten ernstigste bij U op aandringen, dat gij de bevrijding der Gemeente om des H e e r e n wil van den Kerkeraad zoudt vragen. Ik heb niemand persoonlijk trachten te overrteden. Slechts op uwe roeping v/ees ik U, maar — dit weet ik, — ik deed het in den Naam en de kracht des Heeren, en ik geloofde en gevoelde, dat de ure der verlossing nabij was. Toen hebben wij te samen in het stof gelegen voor het aangezichte Godsi, schuldig, onwaardig, verwerpelijk, maar pleitende op het eeuwig welbehagen, op het Verbond, op het bloed des Lams, op het Woord en de deur der hope werd ons geopend. Velen werden gedrongen, om de eeredes Heeren ten ernstigste bij den Kerkeraad aan te dringen op de wederkeering tot de gehoorzaamheid aan Christu s"."")

Wanneer dan de Kerkeraad met het oog op het Avondmaal den 6dèn Januari vergadert, zijn er twee brieven van de gemeente, er op aan dringend de organisatie van 1816 niet langer te erkennen. „Deze vergadering" — aldus weer Sikkel — „duurde van 10 tot 3 ure en daarna wederom van 51/2 tot 10 ure. Ernstig werd de inhoud der ingekomen adressen besproken. Bij herhaling werd het aangezicht des Heeren gezocht. Het was een bange dag, daar al de moeite en de strijd, die volgen zouden, voorbij ons henen gingen. Doch het einde was: Wij KUNNEN, wij MOGEN niet anders ! De Kerkeraad erkende den eisch der Gemeente, om volgens Gods Woord naar de gereformeerde' Kerkenorde geregeerd te worden, als rechtmatig, en b el sloot daarom, „overtuigd van het recht der Gemeente;

„in verootmoediging voor den Heere van wege de zonden van Kerkeraad en Gemeente;

„in biddend opzien tot den Heere, Wiens genade tot alles genoeg is;

„in eene volgende vergadering tot het wederinvoeren van de gereformeerde Kerkenordening over te gaan"." 31)

En op den 17den Januari daarna maakte de kerkeraad zich vrij van de hiërarchie door voor kerk en kerkeraad alle kracht en geldigheid van het reglement van 1816 te ontzeggen en wederom kracht en geldigheid toe te kennen aan de aloude Kerkenordening van 1618/19.

Het is een van de zeer groote momenten in Sikkel's leven geweest, toen hij op Zondag 23 Januari 1887 aan de kerk des Heeren te Hijlaard de voor haar weer glanzend nieuwe boodschap: „G ij z ij t van Christus" bracht en zijn preek aldus mocht beginnen:

„Geliefde Gemeente! In zijne vergadering van den 17en Januari 1887 heeft uw Kerkeraad besloten, het juk der Synodale organisatie van 1816 af te werpen, en de gemeente voortaan weder te besturen naar'de Kerkenorde der Gereformeerde Kerken.

Niet lichtvaardig, maar na gedurig en biddend beraad, iieeft de Kerkeraad dit besluit genomen. Hij heeft dat gedaan, voor zooveel hij op zich zelven zag, met vreezen en» beven, maar toch ook met volle vrijmoedigheid:

IN DEN NAAM DES HEEREN.

En wel, omdat die organisatie in strijd is met de eere van onzen Heere Jezus Christus en met de inzettingen, die Hij naar den Woorde Gods aan Zijne Kerk gegeven heeft.

Omdat die organisatie zich dan ook aan het juk van Christus niet wil onderwerpen, maar zich op de stem en den wil der menschen beroept, en aan hare eigene verordeningen meer macht en autoriteit toeschrijft, dan aan het onfeilbare Woord van God.

Omdat zij eindehjk vervolgt degenen, die alleen voor Christus en het Woord willen buigen en haar bestraffen om haren valschen godsdienst.

De Kerkeraad heeft dan ook door Gods genade leeren inzien, dat die organisatie de geheele verwoesting der gemeente en het 'verderf der zielen tengevolge moet hebben, daar zij tegen den weg en de middelen, door den Heere onzen God tot behoudenis verordend, ingaat. En daarom heeft de Kerkeraad, door den Heere aangesteld om te waken over de kudde, gemeend zonder berekening te moeten handelen.

Hij heeft dat gedaan naar het ambt, dat hij van den Heere ontving; naar den duidelijken eisch des Woord s;

naar dé belofte bij de bevestiging in het ambt voor God en de gemeente afgelegd; naar het recht der gemeente alsGereformeerd e K e r k;

naar de b e 1 ij d e n i s, die in die Kerk, als de be-Ujdenis der waarheid overeenkomstig Gods Woord, moet gehandhaafd worden.

Uwe instemming en blijdschap met de bevrijding uwer Kerk van het ongoddeMjke juk zal den Kerkeraad tot verkwikking zijn; — doch al zóudt gij het juk der dienstbaarheid boven de vrijheid van Christus-begeeren, — wij zullen allen voor den rechterstoel des Heeren gesteld worden: Zijne goedkeuring daar, en Zijne genade hier zijn ons genoeg! Amen". 3")

De ernst en het geloof, waarin hij streed komt op aangrijpende wijze op ons af in het merkwaardige boekje „Ter Gedachtenis", dat Sikkel bij zijn vertrek naar 's-Gravenhage aan de gemeente van Hijlaard schonk.

Daarin memoreert hij hoe het classicaal bestuur, pretendeerend de gemeente van Hijlaard te vertegenwoordigen, bij de Rechtbank van Leeuwarden eischte en verkreeg de overgave van alle boeken der kerk. In hun eisch hadden deze classicale heeren Sikkel „gewezen" predikant en de ouderlingen en diaken van Hijlaard „gewezen" ouderlingen en „gewezen" diaken genoemd. En de Rechtbank nam deze terminologie over, aldus in den naam des Konings de wettige ambtsdragers van Hijlaard hun ambt ontzeggend.

Welnu, tegenover dit kerkelijk en wereldlijk vonnis verklaart Sikkel plechtig:

„VOOR HET RECHT VAN HET AMBT, dat mij ontzegd wordt. — namelijk het ambt van Dienaar van Gods Woord en Herder der Gemeente van Jezus Christus te Hij-1 aar d;

BEROEP IK MIJ bij dezen tegenover mijn aanklagers en tegenpartijders en tegenover de „gemeente" die domicilie kiest ten huize van den openbaren onderwijzer J. VAN LOON te Hijlaard, op den rechterstoel van den Heere Jezus Christus. Daar zullen zij zich hooren veroordeelen, wegens bestrijding, verongelijking, vervolging en vertreding van de Gemeente, die Jezus Christus met Zijn dierbaar bloed gekocht heeft, en die uitverkoren is, om eeuwig met den éénigen waarachtigen God Zijne zaligheid te genieten als de

éénige en waarachtig-e Kerke God s".

En als datzelfde classicaal bestuur zich opmaakt om de kerkegoederen van Hijlaard van Christus' kerk aldaar gerechtelijk te rooven in de hoop, dat de schapen van Christus' kudde die goederen zullen naloopen om ze zoo v^eer te brengen „onder de macht der Organisatie en van hare „herders" ", dan roept Sikkei zijn broeders in den Heere diep bewogen de volgende woorden toe:

woorden toe: „Zult gij U in dien val laten lokken ? Zóó vangt men muizen en ratten, — maar zal ook eene Gemeente van Christus zich zóó laten vangen?

Toen de huisvrouw van Potifar Jozefs kleed aangreep, om Jozef in hare strikken te vangen, toen liet Jozef het kleed in hare hand en — Jozef vlood.

En gij, wat zult gij doen, als men Uw kleed, Uw gebouwen en goederen, neemt?

Die vraag is voor U van het hoogste gewicht. Ik weet het, het is eene pijnlijke vraag voor U. Gij zijt zoo klein van kracht, om in de stoffelijke behoeften der Gemeente te voorzien. Doch, belijdt niet ieder, die den Heere vreest, met David: De Heereis mijn Herder, mij zal niets ontbreken" (Psalm 23:1). Wie den goeden Herder volg^, zou het dien slechter gaan dan hem, die zich aan den verkeerden „herder" toevertrouwt?

Is dan onze verheerlijkte Koning en Zaligmaker mi n d e r rijk en machtig, dan zij, die U, zoo gij voor hen buigt, een paar huizen en wat geld zullen schenken?

Heeft de Heere niet alle harten in Zijne hand? En zal Hij niet naar Zijn Woord eeren, die Hem e e r e n ? ^.

Bovendien. Zoudt gij liever in een slechten weg de kerkegoederen willen bezitten, dan ze in een rechten weg te verliezen?

O, benijdt hen niet, die mogelijk spoedig in het bezit dier goederen zullen zijn. Er was eens een koning, die een wijngaard begeerde, welke hem niet toekwam. Door middel van een goddeloos proces kwam hij in het bezit van dien wijngaard, nadat de eigenaar, Naboth, eerst gesteenigd was. Als de koning, Achab, nu naar hartelust in dien wijngaard zou gaan wandelen en hem zou genieten als zijn eigendom, zoo kwam tot hem het Woord des Heeren: „Hebt gij doodgeslagen en ook eene erfelijke bezitting ingenomen? Daarom, zoo zegt de Heere: „In plaats dat de honden het bloed van Naboth gelekt hebben, zullen de honden Uw bloed lekken, ja het Uwe!" (1 Kon. 21). — Zoo zal God ook tegenkomen degenen, die onrechtmatig het goed der Gemeente van Christus, zij het ook door middel vaji de rechtbank, in bezit nemen. Ja, God zal hen tegenkomen in hun eigen geweten; Hij zal hen tegenkomen op hunnen levensweg; Hij zal hen tegenkomen in hunne doodsure!

Benijdt hen niet; •— en hunkert er niet naar, om in den schat te deelen, die in den weg van 1 Kon. 21 verkregen wordt. De kerkegoederen te Hijlaard zijn het eigendom der Gemeente van Christus, die met de Synodale Organisatie en hare machthebber niets meer te maken heeft. Wie met die schuldige machten gemeene zaak maken wil, om ook uit Naboths hof te kunnen plukken, die rekene er op, dat het-oordeel ook over hem zal komen, als het bloed van Naboth door den Heere gewroken wordt!

Neen, beware de Heere er U voor, dat gij, in dit werk der ongerechtigheid zoudt deelen, opdat gij ook niet deelen moet in het loon, dat daaraan verbonden is.

Gij zul t. Gemeente, Uwe Goederen terug ontvangen op des Heeren tijd. Belieft het Hem nu, U om Uwe zonden te laten berooven, — Hij zal Uwe beroovers met deze zelfde goederen kastijden, en U zal Hij, zoo gij Hem vreest, onderhouden uit Zijne hand, tot dat Hij goedvindt U het geroofde weder te geven; ja, zoo noodig, honderdvoud". ^^)

Zoo doorworstelde Sikkel de crisis in den strijd van Christus' kerk tegen de met haar wezen strijdige en haar leven verwoestende machten. Heel zijn leven is hij er dankbaar voor gebleven, dat God hem tot deze taak en de daarin betoonde trouw verwaardigde.

Als hij er vele jaren later aan terug denkt ziet hij ook zijn strijd tegen de synodale hiërarchie in den lichtenden glans van Gods genade en het daarop alleen vertrouwen.

„O, het is goed, het is gelukkig, wanneer wij in den dienst des Heeren beslissen moeten, zonder op menschen te kunnen rekenen; de vleeschelijke arm moet weg, om waarlijk een dienstknecht of dienstmaagd des Heeren door het geloof te mogen zijn. Dat waren de heerlijke, de onvergeteüjke uren van '34 en '86 voor wie toen verwaardigd werden, om door donkeren nacht omgeven, alleen met den Heere over te blijven als Jacob in Pniël en voor Gods kerk te kiezen in het geloof, zich vastklempiende als ziende den Onzienlijke alleen. Onvergetelijke zalige stonde! Zij leerde aan wie op zijn God alleen moest leunen, de keuze voor altoos:

't Is beter, als we om redding wenschen. Te vluchten tot des Heeren macht. Dan dat men ooit vertrouw' op menschen, Of zelfs van prinsen hulp "Verwacht "."*)


2T) Zie b.v. nog in Hollandia; 17-1-1914, No. 1298 er 21-2-1914, No. 1303.

28) De In noot 23 genoemde „Gesprekken" zijn er de neerslag van.

29) Ter Gedachtenis, Leeuwarden 3 j., p. 10. Sikkel schreef dit boekje bij zijn vertrek van Hijlaard naar 's-Gravenhage.

30) Idem, p. 12.

31) Idem, p. 18.

32) Gij zijt van Christus, Leerrede naar 1 Corinthe 3 vs 23a. Na de afwerping van het juk der Synodale Organisatie, gehouden in de Hervormde Gemeente te Hijlaard, den 23sten Januari 1887, Leeuwarden, 3. 3., p. 56.

33) Idem, p.

SU) Hollands Kerkblad, 2-10-1897, No. 448.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Sikkel's boodschap omtrent de kerk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's