GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De eeredienst niet gediend door de „liturgische-beweging''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eeredienst niet gediend door de „liturgische-beweging''

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(I)

De eeredienst niet gediend door de „liturgische beweging", — dat moet de slotsom zijn van ons nadenken over het verschijnsel, dat zich aan den kerkelijken hemel onder genoemden naam aandient.

Waarom een bespreking van deze beweging aan de orde wordt gesteld? Omdat wij kerkeUjk nu eenmaal Biet op een eiland wonen.

De kolommen van dit blad leggen daarvan meermalen getuigenis af. Hoe vaak kwam b.v. de „oecumenische beweging" al niet ter sprake? En dat niét omdat onzerzijds in die richting wordt gedacht of gelonkt, maar omdat dergelijke stroomingen, vooral als ze met zoo groeten aandrang onze aandacht komen opeischen, niet zonder meer kunnen worden genegeerd.

Dat behoeft intusschen nog heelemaal geen miskenning' te zijn van de goede „feeUng" van het kerkvolk, dat zijn belijdenis kent. Maar de bekoring van deze en dergelijke bewegingen kan voor sommigen op den duur te groot worden, wanneer zij niet of onvoldoende werden ingelicht en tijdig gewaarschuwd na toetsing' ervan aan Schrift en Belijdenis.

Ook de liturgische beweging heeft veel bekoorhjks.

Al is het alleen maar het feit, dat men veel vergeten schatten onder het stof der geschiedenis vandaan gehaald heeft. En omdat men nu toch eens ernst wil gaan maken met den eeredienst, en ieder „element" daarvan serieus Wil nemen.

De klop op onze deur zuUen wij ook ditmaal moeten hooren, om dan te beoordeelen of er winst te behalen is, of waarschuwingen gelanceerd moeten worden.

Dit laatste zal ook hier, bUjkens genoemde conclusie, het geval moeten zijn.

Er is echter nog een reden, waarom het alleszins gewenscht en gewettigd is, deze beweging eens voor het voetlicht te brengen, ook onder ons.

" . Zij kan ons tot beschaming brengen op één punt. Zij houdt zich immers met ernst bezig met den dienst der eere. Maar wij ?

In den laatsten tijd hebben wij door 's HEEREN goedheid weer ontdekt wat de Kerk wel is. En we zeggen hopelijk niet te veel, wanneer we beweren, dat onze kerkgang in de laatste jaren aan beteekenis heeft gewonnen. Maar toch, hoewel het erg voor de hand ligt, dat we in het laatste vijftal jaren meer dan voordien zouden zijn gaan nadenken over onzen eeredienst, is de werkelijkheid, generaal gesproken, naar onzen stelligen indruk niet zoo licht en blij te teekenen. Zeker, andere dingen vroegen veel aandacht. Dingen, die meer direct ons druk maakten en veel tijd opeischten. Maar toch, hoeveel „liturgie" wij elke week „bedrijven", echte belangstelling is er helaas doorgaans alleen voor de preek.

Daarmee willen wij heelemaal geen voet geven aan de gedachte, dat er toch wel wat waars schuilt in het verwijt van den kant van de menschen uit de liturgische beweging, als zouden onze kerkgebouwen eigenlijk alleen maar „gehoorzalen" zijn, die gansch en al op de preek en op vrijwel niets anders zijn ingesteld. Wij willen met stelligheid vooropzetten, dat heel terecht in onze diensten alles zich richt op de prediking des Woords als „Uturgisch centrum". Maar toch is het, meenen wij, een feit onder ons (de uitzonderingen verwaarloosd!), dat veelal niet scherp wordt geweten wat we in héél onzen eeredienst ontvangen en hebben. De preek heeft, overigens maar gelukkig, veel aandacht aan de zondagsche en ook nog wel aan-de door-de-weeksche koffietafel. Zelfs heeft in de wetenschappelijke bezinning de homiletiek (de „predikkunde") veel belangstelling. Maar terwijl dit deel der liturgie ons allen na aan het hart ligt, staan het geheel van den dienst en de andere deelen ervan maar al te zeer op den achtergrond. Liturgiek is doorgaans onder studeérenden niet het sterkste vak. En liturgie is evenmin iets dat den gemiddelden kerkganger zwaar bezighoudt. Wannéér in de laatste jaren al gesproken kan worden van wat nieuw leven op dit punt, dan is dat intusschen toch niet veel boven zijn geboortegewicht gegroeid.

Wie weet, zal een bespreking van de liturgische beweging de interesse verhoogen, en ons doen toenemen in bUjdschap over onze eenvoudige, maar toch daarin juist zoo heerlijke liturgie!

Waar komt deze beweging vandaan? Het is niet van vandaag of gisteren, dat pogingen zijn aangewend om de belangstelling voor den eeredienst te vergroeien. Reeds in de vorige eeuw is menig geschrift verschenen, dat den vinger-bij de liturgie legde.

Ook 'in ons vaderland was dat het geval. Al in de eerste helft van de 19e eeuw. Als typeerend noemen wij de verhandeling over de liturgische geschriften van de Nederlandsche Hervormde Kerk, als bekroonde inzending op een prijsvraag, die door het „Haagsche Genootschap ter verdediging der Christelijke Godsdienst" werd uitgeschreven, van de hand van Ds J. A. M. Mensinga in 1851 verschenen.

Later ging men zich meer met de liturgie zelf dan met de liturgische geschriften bezighouden. Er kwamen toen werken over den eeredienst zelfüit, waarvan we als de bekendste noemen Onze Eeredienst van J* H. Gunning JHzn., de Liturgiek van Kruyf, en de Herautartikelen van Dr A. Kuyper over Onze Eeredienst, in 1911 als boekwerk uitgegeven.

Daarmee was echter allerminst een liturgische beweging in ons land aan den gang. Zoo'n beweging ontstond^ hier pas later, toen de liturgische belangstelling in een derde periode kwam. De bakermat van deze beweging ligt in Engeland met name.

Vrij zijdelings was vanuit dat land de eerste nieuwe interesse voor den eeredienst in Nederland bevrucht. Maar werkeUjk serieuze voorstellen in de richting, die van ginds uit werd gewezen, durfde men blijkbaar nog niet te doen, of wilde men persé niet, omdat men 't allerminst eeiis was met wat uit Engeland hierheen woei.

De strijd om de liturgie, zooals die gevoerd werd in de A.nglikaansche Kerk, werd pas in het begin van de 20e eeuw in ons vaderland overgenomen, zij hét, dat niet steeds de lijnen precies evenwijdig liepen, en dat ook invloed van elders merkbaar is.

Met andere woorden: in Engeland was er al heel wat beweging gaande over den eeredienst, eer in ons land de ginds gelanceerde gedachten werden overgenomen en gingen inspireeren tot een „liturgische beweging", zooals wij vandaag aan den dag er duidehjk één kunnen opmerken vooral in de Nederlandsche Hervormde Kerk.

Het was in de dertiger jaren van de 19e eeuw, dat aan de overzijde van de Noordzee reactie kwam tegen den geest van het liberalisme, dat ook op het kerkelijk leven zijn invloed gelden liet.

Deze reactie kwam in de zgn. O x f o r d-b e w e g i n g (Oxford-Movement; die uiteraard door ieder die de jaartallen in het oog houdt, niet verward wordt met de vrij gehjknamige beweging van een eeuw later, en die het bekendst is als Buchmannbeweging), een beweging genoemd naar Oxford, omdat zij uit bepaalde kringen aan de universiteit aldaar stamt.

Wat deze beweging wilde kwam in het kort hierop neer, dat men weer duidelijk de katholiciteit, de verbondenheid van de Angükaansche Kerk aan de oudchristelijke gemeente wenschte aan te toonen. Men greep daarom in zijn hervormingsvoorstellen terug naar het leven van die oudchristelijke Kerk. Want men wilde niet zonder meer aannemen, dat de reformatie van de 16e eeuw het eind van alle tegenspraak was in alle opzichten — een blijkbaar min of meer typeerende trek van het Anglikanisme. Men zag zelfs dat bepaalde dingen, die de oude Kerk wel had, door de reformatie niet waren hersteld en zelfs wel geheel verloren waren gegaan. En dit had tot gevolg dat men zich heelemaal opnieuw ging bezinnen op de vraag naar de waarde van de liturgie, de sacramenten en de plaats van die laatste in den eeredienst.

Vooral in een later stadium, ongeveer in 1860, waaraan de naam Ritualisme gegeven is, worden allerlei dingen ingevoerd, die ook in de Roomsche Kerk te vinden zijn: beelden, altaar, wierook, wijwater, aanroeping van Maria en de heiligen, gebeden voor de dooden, enz.

Ongetwijfeld zullen velen nu zeggen (en wij herhalen het, wanneer zij kennis hebben genomen van wat de liturgische beweging in ons land vnl): Roomsch dus, romaniseerend!

Dit oordeel is, dunkt ons, echter wel wat te haastig. Men moet tenminste goed onderscheiden: het gaat er dezen menschen heelemaal niet om, iets van Rome over te nemen; wat men wil is, teruggrijpen op het leven van de oude Kerk, waarin de Uturgie verschillende „elementen" bezat die men opnieuw wil invoeren, en die nu juist ook in de verroomschte kerk bewaard gebleven zijn.

Of men hiermee niet gevaarMjk in de roomsche richting zeilt, is een andere vraag. Vandaar dat velen in de Oxford-Movement, onder welke de latere kardinaal Newmail, naar Rome zijn overgegaan; zooals trouwens ook een enkeUng uit de Nederlandsche liturgische beweging, b.v. Dr van de Pol. Maar naar die overgangen mag men niet te snel de heele liturgische beweging in de Angükaansche en in de Nederlandsche Hervormde Kerk van romaniseerende tendenzen beschuldigen. Men wil terug naar de oudchristelijke Kerk en haar liturgie.

En het is déze trek van-de Oxford-beweging, die vooral invloed heeft uitgeoefend op de beweging in ons land. Ook hier vraagt men weer naar het leven van de oude Kerk. Ook hier bestudeert men ijverig haar eeredienst en brengt men in de diverse ontwerpen telkens dingen naar voren, die uit de oude Uturgie zijn opgediept.

De Oxford-beweging, die uitliep op de vorming van een nieuwe richting in de Angükaansche Kerk, die n.l. der Anglo-Katholieken, is echter niet de eenige invloed van over onze grenzen, die zich op het ontstaan en het leven van de liturgische beweging in ons land laat gelden. Daarover échter de volgende maal iets.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

De eeredienst niet gediend door de „liturgische-beweging''

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's