GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nogmaals: elegant en charmant Christendom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nogmaals: elegant en charmant Christendom

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het „Gereformeerd Weekblad" van 24 November schrijft Prof. Dr G. Brillenburg Wtirth een artikel onder het opschrift: „Charmant en elegant christendom". Hij reageert daarin zoowel op hetgeen Ds G. Visée in „De Poortwake"' als op wat D. E. C. in „De Reformatie" schreef n.a.v. een vorig artikel van den lioogleeraar in eerstgenoemd blad, waarin hij als één van de middelen waardoor het christelijk leven „in den goeden zin des woords" eleganter en charmanter en daardoor minder aanstootelijk zou kunnen worden voor velen, die thans „schimpend en met afkeer aan ons voorbijgaan", het volksdansen aanbeval.

Dr Wurth besprak het artikel van Ds G. Visée tegelijk met dat van D. E. C. Dat is natuurlijk zijn goed recht. Het is besparing van tijd en kracht, in dit geval ook van papier en inkt om, als de kans schoon en goed is, twéé vliegen in één klap te slaan. Maar de wijze waarop Dr Wurth het in dit geval doet, komt ons voor nóch elegant, nóch charmant te zijn. Niet de vliegenklapperij „op zichzelf". Dat is nóóit een elegante en nóóit een charmante bezighefd. Maar er zijn zelfs voor charmante en elegante menschen in dit leven nu eenmaal minder elegante en charmante bezigheden, die helaas noodzakelijkerwijze moeten geschieden. Daartoe behoort ook het hanteeren van een klapper en het dooden van vliegen. Maar ook die minder elegante en minder charmante dingen kunnen soms op zeer elegante en charmante wijze geschieden. We hebben eens een zeer charmante en zeer elegante dame den vliegenklapper zóó charmant en zóó elegant zien hanteeren, dat we — men vergeve ons deze gedachte èn deze bekentenis —• zoo stilletjes dachten: hoe elegant en hoe charmant (in den goeden zin des woords dan) deze dame wel een waaier zou hanteeren Pff

Edoch •^-zoo elegant en zoo charmant hanteerde Dr Wurth ditmaal den klapper niet.

In de eerste plaats: hij suggereert zijn lezers, dat hij niet maar twéé vliegen, maar naar. één vlieg gem.ept heeft. Hij heeft twéé vliegen, Ds G. Visée en D. E. C. voor één bromvlieg aangezien. En het schrijven van den één op de rekening geschreven van den ander. Hetgeen voor D. E. C. niet erg, minder prettig voor den ander en van Prof. Wurth niet elegant is. Hoe zou hij het vinden als ik een stuk uit de rubriek Praetvaeria in Elseviers Weekblad eens ging citeeren en bestrijden onder de aankondiging: „Prof. Wurth schrijft in Elseviers Weekblad het volgende" ? Tot de goede persmanieren behoort ook, dat men een pseudoniem respecteert. Zelfs indien men méént — doch slechts ook méént te weten wie zich achter een schuilnaam verschuilt — behoort het tot de goede regels, dat men den pseudonymus onder zijn pseudoniem bestrijdt. We hopen, dat Dr Wurth dat zal inzien en t.a.v. Ds G. Visée dit misbaar wegneemt.

Maar ook om een andere reden vinden we zijn schrijven nóch elegant nóch charmant. Hij waagt n.l. een aantal veronderstellingen aangaande de motieven, die ook D. E. C. bewogen bij zijn schrijven over Dr Wurth's eerste artikel, die van niet onbed^nkelijken aard zijn. Hij veronderstelt ook bij D. E. C. wantrouwen. En voortbouwend op de veronderstelling, dat D. E. C. dezelfde is als de schrijver in „De Poortwake", veronderstelt Dr Wurth: „En zo blij was Ds G. Visée blijkbaar met z'n vondst, dat hij ook in „De Reformatie" nog eens op hetzelfde chapitre doorgaat".

Nu wete Dr Wurth, dat wij zijn artikel niet met het booze oog des wantrouwens, ook niet met blind vertrouwen weliswaar, maar wel met de o.i. geboden waakzaamheid gelezen hebben. En ons nog minder over zijn schrijven hebben verblijd op de manier van: , , Daar zit copie in". Integendeel, het bedroeft ons, dat onze Gereformeerde menschen ook door het artikel van Dr Wurth zóó geleid worden als is geschied. En aan die droefheid kan men uiting geven door een „jeremiade", men kan het ook doen op de wijze als door ons is gedaan. Toen Elia met de Baaispriesters den spot dreef op den Karmel, gaf de wijze, waarop hij aan zijn droefheid lucht gaf toch aan niemand het recht om te zeggen, dat de profeet „blij was met z'n vondst". Laat me er m één adem aan toe mogen voegen —• het is tegenwoordig noodlg zulke dingen er bij te schrijven — dat ik hier Dr Wurth niet met een Baaispriester en mezelf niet met Elia vergeleken heb. Maar ik hoop, dat Dr Wurth na eenig nadenken zal inzien, dat deze zijn veronderstellingen niet op zijn plaats zijn. Hij doet hier zelf, wat hij D. E. C. verwijt. Hij tast naar motieven die zich, juist omdat motieven verborgen zijn, aan zijn beoordeeliug onttrekken.

Overigens geeft dit laatste artikel van Dr Wurth ten deele reden tot verheugenis. Want het schrijven in „De Poortwake" en In deze rubriek heeft tot gevolg gehad, dat de Hoogleeraar weliswaar zijn eerste artikel niet terug neemt — helaas niet — maar wèl water in den wijn doet.

Thans schrijft hij: „Als wij van „volksdansen" spraken — nog eens, daar was het ons volstrekt niet om begonnen — dachten wij aan een typisch , , kinderlijk" vermaak, maar dan in die zin, dat ook bij de grooteren „het kind" in hen daar nog wel eens even plezier tn kan hebben".

Waar Dr Wurth aan gedacht heeft toen hij zijn eerste artikel schreef weten we niet. Maar wat hij geschreven heeft, dat staat zwart op wit. En hij betoogde: Slechts weinigen laten zich voor het christelijk geloof winnen. Vele van onze eigen jonge menschen klagen: we hebben eigenlijk zoo weinig. Is er voor het een en ander een oorzaak en zoo ja, welke is die? Deze: wat de Grieken.het kalonagathon, het schoone en goede noemden en wat Paulus aanduidt als: „al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt" is onder ons zoo weinig ontwikkeld. Als wij als christenen eens wat meer elegante en charmante menschen werden ? Er zijn dingen, die ons daartoe kunnen ontwikkelen. Mag ik een voorbeeld noemen ? En dan komt de aanbeveling van het volksdansen. Met als slot: als deze zijde van ons leven eens wat meer ontwikkeld was, dan „zouden velen" — hier citeeren we letterlijk — „niet meer zozeer als nu het geval is, schimpend en met afkeer aan ons voorbijgaan".

Nu moet Dr Wurth er niet meer om heen draaien en niet probeeren zich er charmant en elegant uit te draaien: de aanbeveling van de volksdansen met de opmerking er bij: , , schrik nu vooral niet van dat woord dansen! — staat in dit raam. Zij wordt Ingeleid door het zwaar geschut van: weinig vrucht op de evangelieprediking buiten de kerk, de klacht van jonge menschen in de kerk en besloten met de verwachting: als we b.v. ook door de beoefening van volksdansen eens wat charmanter en eleganter waren, dan zouden velen „die schimpend en met afkeer aan ons voorbijgaan" misschien minder afwijzend staan.

Dr Wurth draaie er niet omheen.

Wij kunnen het ook niet helpen, dat men in Dr Wurth's eigen kring van zijn artikel, ondanks zijn vermaning van niet te schrikken, wèl geschrokken is!

En hij make achter het rookgordijn van een artikel tegen D. E. C. en nóg iemand niet ten behoeve van zijn eigen menschen een omtrekkende beweging!

Wat hij schreef werkt de verwereldlijking, die ook in zijn gemeenschap in vollen gang is, in de hand. Het is er zelf een symptoom van. Hij weet hoe b.v. Ds J. A. Schep in het „Gereformeerd Weekblad" zelfs tegen „Gereformeerde" ouderlingen moet vechten, die zoo in den Bonten Dinsdagavondtrein geen kwaad zien. Deze blijkt tenminste beter dan Dr Wurth den zin van Paulus' woorden uit Phllippenzen 4 te verstaan.

In het nummer van 20 October, dus nadat Dr Wurth de volksdansen onder een quasi-Paulinlsch motto had getracht te importeeren, haalt Ds Schep, deze woorden, maar dan niet gehalveerd zooals Dr Wurth deed, aan. Hij schrijft: ilippenzen 4 : 8: Voorts broeders al wat waarachtig is, al wat eerlflk (edel) is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk (beminnelijk) is, al wat wel luidt (wei-luidend is) zoo er eenige deugd is, en zoo er eenige lof is (datgene wat lofwaardig is), bedenkt^dat". We hebben hier hetgeen Dr Wurth heeft weggelaten vet laten zetten. Maar vragen de aandacht voor wat Ds Schep voorts opmerkt: Woorden, die van Gods volk eischen een opzettelijk zoeken naar datgene wat naar Gods wil is, edel en welluidend, zuiver en waar, alles het tegendeel van dingen, die van twijfelachtig gehalte zijn, onvroom, platvloers, banaal enz. enz.".

Tenslotte.

Dr Wurth schrijft in antwoord op onze opmerkingen: We zien m.a.w. heel goed de juiste b'eteekenis van een zekere ascese in ons christelijk leven. Dat bepaalde moment, dat b.v. in het Nieuwe Testament Johannes de Dooper, de strenge boetgezant, vertegenwoordigt, is van groot belang. En iets daarvan kunnen wij ook in onzen tijd wel gebruiken.

Let op dat aarzelende: „een zekere ascese, dat bepaalde moment, iets daarvan.

En wanneer Dr Wurth daaraan toevoegt: „Maar laten we niet vergeten, dat Christus, onze Heiland, toch ook in deze zelfs boven Johannes de Doper uitgaat", dan zijn wij zoo vrij er aan te herinneren, dat de Heere Jezus óók van den tijd gesproken heeft, dat de bruiloftskinderen vasten zullen, omdat de bruidegom niet bij hen is. '

In dien tijd leeft 's Heeren kerk nu. Onder een lucht van wind en wolken zwart. „En zij bekenden het niet".

Dr Wurth schrijft op zulk een tijd over volksdansen.

Dr Wurth: zie het toch.

Wees een man.

En neem o.a. dit artikel ruiterlijk terug!

(Wegens Kerst-en jaarwisselingsartikelen moest dit stuk helaas eenige weken blijven liggen. Redactie).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Nogmaals: elegant en charmant Christendom

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1951

De Reformatie | 8 Pagina's