GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Is Europeesche Federatievorming  raadzaam?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is Europeesche Federatievorming raadzaam?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gevolgen van het farmeele prijsgeven van de anafhankelijkheid van nederland

(VIII)

§ 3. EUROPEESCHE EENHEID EN EUROPEESCH HERSTEL (ver'voigi).

Hieronder wordt nader toegelicht de stelling waarmee het vorig artikel eindigde, dat wat in een baptistisch-methodistische wereld (Amerika) wel mogelijk schijnt, n.l. een democratisch-constitutioneele vereeniging van staten van verschillende herkomst, in een gereformeerde of (en) R.K. wereld (Europa) tot catastrophale gevolgen leidt.

Als hervormde (gereformeerde) Nederlanders, onverschillige Franschen, R. Katholieke Italianen, orthodoxe Grieken en mohammedaansche Turken zich tot een geneutraliseerde democratische federatie gaan vereenigen, ten bate van de gemeenschappelijke veiligheid en de verhooging van den levensstandaard, stuit dit in Amerika niet op godsdienstige bezwaren. De Nederlanders, Turken en Grieken kunnen er naar eigen verkiezing gereformeerd, mohammedaansch of orthodox bij blijven, meent men. Als de politieke leiders van tijd tot tijd eens „den moreelen toon" laten hooren, zal de .godsdienstige mensch uit ieder land, of hij nu Turksch of Roomsch of iets anders is, er de algemeene normen van zijn zedeleer uit herkennen, en daardoor worden bezield. Men acht dit van hooge waarde. Het Amerikaansche, godsdienstige individualisme leidt er toe, dat men juist in de betrachting van de algemeene menschUevendheid de hoogste expressie van den godsdienstzin van het volk in den burgerstaat ziet. Stanley Jones merkt op, dat bij verkiezingen in Amerika de doorslag wordt gegeven door , , een kruising van Methodisten en Baptisten: het heel gewone huis-tuin-en-keuken type van den kerkschen mensch". En daarom moet volgens hem de verkiezingscandidaat een beroep doen op zijn zedelijk gevoel; juist het doen hooren van een moreelen toon wekt in het Amerikaansche volk een grooten weerklank. De candidaat, die dezen moreelen toon niet kan laten hooren, wordt verslagen.

Het is echter niet te loochenen, dat het Europeesche kerkvolk, de serieuze R. Katholiek evenzeer als het volk van de Kerken der reformatie, meer wil hooren dan dezen , .moreelen toon". De candidaat, die in Europa 'alleen maar een „moreelen toon" laat hooren, is daar niet de candidaat van het kerkvolk. Die kan alleen hij zijn, die ook in het openbaar iets kan laten zien van de Godsverheerlijking, waartoe hij geroepen is, en die met Marnix het volk toespreekt:

Tot God wilt u begeven Zijn heilzaam woord neemt aan; Als vrome Christen leven, 't Zal hier haast zijn gedaan.

- Zelfs in het Luthersche Duitschland bereikt men het kerkvolk beter met een , , Wilt heden nu treden voor God den Heere", dan door alleen maar den „moreelen toon" aan te heffen. Ja, in werkelijkheid zal, in Nederland althans, het kerkvolk nog wel wat nieer willen hooren dan een paar stichtende liederen uit het verleden. Dat wil zeggen, dat wie niet boven de verkondiging van bepaalde „zedelijke waarden" kan uitkomen, er niet op behoeft te rekenen, dat hij het kerkvolk kan bezielen. Deidealenuithet publieke leven, die den Amerikaan met geestdrift vervullen, laten het serieuze volk in Europa in wezen koud. En als men het toch deze aan zijn belijdenis en geloof vreemde i'dealen voorzet en zegt dat het verkeerd is — ter wille van de Turken, de Grieken en de Italianen, waarmee men nu onder eenzesde federaal dak wil leven — om iets anders te willen, halen de menschen ten slotte hun schouders op. Zij zijn gedesillusioneerd en gelooven het wel. De enkelingen zoeken bedroefd hun troost in de afzondering, terwijl de massa op den duur den weg wel vindt naar de een of andere puur nihilistische levensopvatting. Vandaar de betrekkelijke'lauwheid en de onverschilligheid van het volk ten opzichte van de democratische propaganda van Amerika, en ten opzichte van de federatie van Straatsburg die in den geest van dezelfde propaganda wordt aanbevolen. Het noodzakelijke enthousiasme wordt slechts gevonden bij een vrijzinnige intellectueele elite en bij de volksvertegenwoordigers en ministers, voor wie het reizen naar Straatsburg, New York en andere internationale congrescentra thans een van hun beroepsplichten schijnt te zijn geworden. Want wie is er, die nxet entiiojsiast zou zij, als zijn beroep hem voortdurend met allerlei interessante buitenlandsche vakgenoten in aanraking brengt? Maar het enthousiasme van de vertegenwoordigers van het volk plant zich, ondanks duizenden redevoeringen en artikelen, zeer moeilijk op het volk over, dat zij vertegenwoordigen.

Nu kan men terecht opmerken, dat de mensenen, vooral sedert de invoering van de demor.-atie in Europa, toch al lang gewend zijn om met gcdsdienstigen VLn verschillende belijdenis in één staat samen te leven en te werken. Inderdaad is dit zoo. Maar dan mag men toch niet vergeten, dat die ééne staat dikwijls een godsdienstig bepaalde geschiedenis heeft. Juist omdat die geschiedenis niet neutraal was, heeft de scheiding van godsdienst en staat, die vooral in het jaar 1848 onder liberalen invloed in de democratische grondwetten - is ingevoerd, toch nog maar tot een gedeeltelijke neutraliseering van den staat geleid. In de historie van de afzonderlijke Europeesche volken komen dikwijls hoogtepunten van ondubbelzinnig christelijke beteekenis voor, waar het geheele volk bij betrokken was, en waarin de geloovigen dus een aanknoopingspunt kunnen vinden. De christelijke getuigenissen, die in de Noordnederlandsche geschiedenis verankerd liggen, en die ook nu nog tot het geheele Nem w b s d d d v s o t d m in V derJandsche v(^k spreken, zijn in de algemeene geschiedenis van Europa alleen maar in een zeer ver verleden, en dan nog zeer gebrekkig, terug te vinden. Daarom zal een democratische vereenigingvandetegenwoordigeEuropeesciie staten in een fed oratie tot eenveel verder gaande neutra 1 i se ering van het leven in die staten leiden, dan tot nu toe, onder het regiem der afzon'derlijke, souereine staten het geval was.

Dit verschijnsel is niet zonder beteekenis voor Nedefland. Hoewel het Kamerlid dr Bruins Slot tot de voorstanders van een Europeesche federatie moet worden gerekend, moest hij toch reeds wijzen op de reserves, die velen in zijn eigen omgeving, den kring der antirevolutionaire partij, t.a.v. het Europeesche federalisme maken. - ") De beide vertegenwoordigers der Staatk. Geref. Partij in de Tweede Kamer stemden tegen het statuut van den Raad van Europa. En de sterkst confessioneel gebonden Gereformeerden, die georganiseerd zijn in het Geref. Pol. Verbond, keeren zich herhaaldelijk en openlijk tegen de actie der Europeesche federalisten. ''") Maar ook in de Kath. Nat. Partij van den heer Welter waarschuwt men voortdurend tegen het opgeschroefde internationalisme van thans, terwijl deze tegenstand ook in ehrist. hist, kringen en in eertijds liberale kringen merkbaar wordt.

Dit beteekent, dat een werkelijk enthousiasme voor het soort van Europeesche federatie, dat men thans voorstelt, in Europa alleen in de zuiver humanistische milieux is te vinden. Inderdaad treft m.en daar dikwijls een positief verlangen naar een democratische wereldeenheid aan, waar de antieke vormen van genoegen, amusement en héerschappi] een nieuwe ratioiieele volmaking zullen hebben bereikt. Een goed verstaander kan uit de redevoeringen van Truman reeds eenigszins afleiden, hoe men zich deze wereldeenheid moet voorstellen.

Een scherpe analyse van , , de democratische revolutie naar wereldeenheid" is echter ook b.v. te vinden in het opmerkelijke boek „De Nieuwe Politiek", van de hand van den links democratischen Nederlander dr Suys. '^) Dit boek is radicaal, zoodat het velen te ver zal gaan. Maar ook al zal de practij.k niet de volle verwezenlijking - brengen van hetgeen de schrijver voorstaat, dan blijft het nog van belang om te overwegen, of een gedeeltelijke verwezenlijking van het door hem voorgestelde wenschelijk is. Dr Suys wijst op de verzwakking van de religieuze legitimeering an het gezag, mede als gevolg van het misbruik, dat daarvan'gemaakt is. ledere „diepere" fundeering van et gezag noemt hij trouwens anti-democratisch (blz. 2). Hij noemt den godsdienst een „privaatzaak", en eent dat o.m. de christelijke partijen, die „de vererping der godsdienstvrijheid" „in haar principieele bagsge" bezitten, deze bagage maar in de eigen partijfeer moeten achterlaten, om in ieder geval de anere partijen te vinden in het politieke beginsel der emocratie (blz. 219). Uitgangspunt daarbij is, dat e mensch door arbeid in zijn stoffelijke behoeften oorziet. Door zijn doelbewuste keuze hierbij ondercheidt hij zich van, het dier (blz. 182). Hierbij dient verwogen te worden, dat ook de geestelijke behoefen zich verstoffelijken tot voorgenomen arbeidsprouct (188). De oude gedachte van de , , homo econoicus", de slechts op materieel belang afgestemde ndividueele mensch ^^), als grondslag van de econo

mie (en de pohtiek) dient echter te worden vervangen door de gedachte aan het materieole belang der geheele menschheid (190). Zoo is dan het socialisme de voltooiing der democratie (181). Het meerderheidsbeginsel is voor dit doel ontoereikend wegens de sympathie van de massa voor een conservatieve leiding; daarom moet een kleine elite de leiding nemen, en vervolgens de unanieme goedkeuring van de massa bewerken (116). De massa is hierbij het object van de paedagogie der elite (112). Dit ideaal zal de vaart in de democratie herstellen (109). De eerste beslissende stap in deze richting is genomen door Rousseau en zijn navolgers in de Fransche revolutie (115), maar Rousseau ging niet ver genoeg; hij paste de democratische theorie slechts toe op den enkelen, nationalen staat (114), waardoor de wrijving met andere, soortgelijke democratieën ontstond, en een deel van de democratische, materialistische energie werd verdaan in den ouderlingen strijd tusschen de staten. Daarom is de vestiging van den wereldvrede, door wereldeenheid, het naastliggende doel van de democratie (109). De doelmatigheid van de stoffelijke behoeftevoorziening der menschheid wordt dan niet langer geremd.

We moeten gelooven, dat hier inderdaad de kerngedachte is blootgelegd van het huidige streven naar grootere internationale eenheid ^^). Een ontwerp als dit hjkt bedenkelijk veel op het beeld, dat in de H. Schrift van een opkomende antichristelijke wereldheerschappij wordt gegeven. Het beginsel van het eerste Babel, waar men de eenheid zocht om samen sterk en welvarend te zijn, zonder daarbij in waarheid naar God te vragen, wordt hier weer teruggevonden. Bij alle pogingen, die men in het werk stelï, om tot grooter eenheid te komen, dient men daarom goed te onderscheiden wat de H. Schrift leert over het eerste Babel in Gen. XI. De leuzen van welvaart en machtdoor-eenheid, die daar opgang deden, zullen ook opgang doen in het Babyion der profetie, dat wordt vermeld in Openb. XVII. Men zal beginnen de welvaart en de macht en den vrede buiten God om te zoeken, en eindigt met de volledige onderwerping van het leven • aan die welvaart en de macht en vervolgt daarbij de gelóovigen, die met woord en daad in dienst van Christus blijven staan.

Het valt te vreezen, dat het Europeesehe federatiestreven door velen thans juist wordt gewaardeerd omdat zij er een begin van dit groote streven naar wereldeenheid in zien. In radicale kringen betreurt men het dat de wereldeenheid met het , , wereldburgerschap", b.v. op de wijze van Garry Davis, nog niet dadelijk te verwezenlijken is, en neemt nu — hierin minder ver gaande dan dr Suys — voorloopig maar genoegen met een Europeesehe eenheid.


23) Bezinning en Uitzicht, 1. %.. 185.

30) J. Franeke, Ons Politeuma, 3 (Juli 1950).

•») J. Suys, De nieuwe Politiek, Amsterdam, 1946.

32) Zie hiervoor K. Drost, A. J. Verbrugh, W. Vreek'-n, rij politiek Traotaat, Guido de Bres, den Haag, 1948, 26, 38.

33) P. Jongeling, Geref. Gezinsblad, 5, 12, 19, 26 Mrt. en 2 Apr. 1949.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 januari 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Is Europeesche Federatievorming  raadzaam?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 januari 1951

De Reformatie | 8 Pagina's