GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Voorzichtig wandelen”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Voorzichtig wandelen”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ziet dan hoe gij voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen", Efeze 5 : 15.

Bovenstaande woorden schreef de apostel Paulus aan een gemeente van Jezus Christus. In al z'i brieven kunnen we opmerken, dat hij nooit vergeet de geloovigen te vermanen tot een godzaligen wandel. We kunnen het ook zoo zeggen, dat hij nooit nalaat hen op te wekken , , hun zaligheid te werken met vreeze en beven". Gewoonlijk stelt hij eerst aan de gemeente voor den rijkdom van het evangelie, zet uiteen de heerlijke schatten, die ze in Christus hebben. En daarna volgt een vermanend deel, dat opwekt tot een wandel in de vreeze des HEEREN. Prof. Greijdanus schrijft in z'n verklaring van den brief aan de Efeziërs dat het ons moet treffen, dat de geadresseerden zulk een diepzinnige uiteenzetting der heilswaarheid konden volgen, als de apostel in dezen brief gegeven heeft, maar dat zij toch nog tegen allerlei zonden moesten gewaarschuwd worden. Hij schrijft dit toe aan de nawerking van vroegere heidensche leefwijze. En gaat dan als volgt verder: „Maar het kan ook doen zien, hoe intellectueele bekwaamheid, en geestelijk inzicht, geen waarborg bieden van teerheid van conscientie, en klaarheid van zedelijk oordeel, of fijnheid van gevoel op het gebied van het heilige, Gode welbehagelijke, reine. Het is dus mogelijk, dat de gemeente en geloovige verstandelijk bekwaam zijn, eene diepgaande voorstelling van de verborgenheden des Evangelies aan te hooren en te verstaan, terwijl hun anderzijds nog gelijk als het a b c van het zedelijk leven, en van de vreeze des Heeren, ingescherpt moet worden, herhaaldelijk en herhaaldelijk weer, op allerlei gebied, met klare en eenvoudige woorden", a.w. bl. 108.

Boven aangehaalde woorden zijn me uit het hart gegrepen.

Vooral wij Westerlingen zijn geneigd het intellect te overschatten en het wilsleven te onderschatten. We letten vaak meer op zuiverheid van leer, dan zuiverheid van wandel. We verdiepen ons vaak meer in de zoogen. leerstellige gedeelten der brieven, dan in de vermanende gedeelten.

Het komt me voor, dat we wel wat meer mochten acht geven op een godzaligen wandel dan we gewoonlijk doen.

De geloovigen moeten maar toezien, dat ze voorzichtig wandelen. Van de gemeente te Efeze heeft Paulus heerlijke dingen gezegd.

Zij hebben het woord der waarheid, het evangelie der zaligheid gehoord en geloofd en zijn verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte. Ze dragen het merk-en veldteeken des HEEREN. 1 : 13.

Paulus heeft gehoord van hun geloof in den Heere Jezus en van hun liefde tot alle heiligen en hij houdt niet op voor hen te danken, als hij hen gedenkt in zijn gebeden. 1 : 15, 16.

Uit genade zijn zij zalig geworden (gered uit de duisternis van het heidendom), door het geloof en dat was niet uit hen, maar Gods gave, niet uit de werken, opdat niemand zou roemen. 2:8, 9.

Ze zijn geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods. 2 : 19.

Ze zijn de heiligen, die te Efeze zijn en geloovigen in Christus Jezus. 1 : 1.

Maar daarom gaat het nog niet altijd goed met hen. Ook zij die aanvankelijk hebben geloofd en b§hooren bij den Heere Jezus kunnen struikelen en vallen in de zonde.

Let er eens op hoe die menschen, van wie Paulus zulke heerlijke dingen schreef, worden gewaarschuwd en vermaand.

Ze moeten afleggen den ouden mensch en den nieuwen mensch aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid. 4 : 22, 24. Ze moeten den leugen afleggen en de waarheid spreken een ieder met zijn naaste. 4 : 25.

Die gestolen heeft stele niet meer. 4 : 28.

Geen vuile rede moet uit hun mond gaan. 4 : 29. Ze moeten den Heiligen G«est niet bedroeven, door welken zij verzegeld zijn, dat is : wiens merkteeken zij dragen, tot den dag der verlossing. 4 : 30.

Ze leven midden in een wereld van hoererij en onreinheid en gierigheid.

Temidden van zulk een wereld moeten zij leven als navolgers Gods, als geliefde kinderen. 3:1.

Ziet dan hoe gij voorzichtig wandelt.

Nieuwere vertalingen hebben: Ziet dus nauwlettend toe hoe gij wandelt.

In het eerste geval wordt voorzichtig genomen bij wandelen, in het tweede bij toezien. Practisch komt dat op hetzelfde neer.

Paulus wil zeggen, dat de geloovigen het nauw moeten nemen met hun leven. Ze moeten heel precies acht geven op hun woorden en op hun daden. Ze moeten heel secuur doen wat de HEERE wil en laten wat de HEERE niet wil. Want het steekt den HEERE nauw en daarom moet het ons nauw steken. Als het ons duidelijk is wat de wil Gods is dan moeten we ons daar maar heel secuur aan houden.

Waarom moeten we daar zoo precies op letten ?

Omdat het gaat om dood of leven, zaligheid of rampzaligheid, zegen of vloek.

Want als we het vandaag in zoogenaamde Icleinigheden niet nauw nemen, wie waarborgt ons, dat we morgen in belangrijlce dingen niet ook zoo doen?

Als het gaat om leven of dood dan kijken we wel uit.

Als een dokter tegen een patiënt zegt, dat hij voorzichtig moet leven, geen sigaar mag rooken, geen drank mag gebruiken, matig moet zijn in dit of dat, dan zal een wijs mensch daarnaar luisteren: het gaat immers om het leven! Als iemand midden door een mijnenveld moet — als soldaat bijv. — dan tast hij stap voor stap zijn weg af en kiest nauwgezet de plaats waar hij een voet kan zetten, want één misstap kan hem immers het leven kosten.

Als we zóó voorzichtig zijn als het gaat om dit leven, waarom zijn we dan niet voorzichtig als het gaat om het eeuwige leven?

Waarom wandelen vele menschen die den naam van christen dragen, zoo slordig? Omdat ze niet echt gelooven, dat het gaat om leven en dood.

Omdat ze niet echt Gods beloften gelooven en niet echt den HEERE vreezen.

We leven als dwazen als we niet voorzichtig wandelen.

Een soldaat, die het bevel heeft ontvangen voorzichtig door een mijnenveld z'n weg te zoeken en maar in het wilde weg er door holt, is een zot.

En een patiënt die door een dokter gewaarschuwd is tegen dit of dat, maar er zich geen zier van aantrekt, is een dwaas.

En een christen die weet wat de HEERE wil en zich er niet aan stoort, handelt zottehjk. En heeft het zichzelf te wijten als hij onder Gods toom vergaat.

Wil dat nu zeggen, dat iemand die zich misgaat niet behouden kan worden?

Gode zij dank, neen. De HEERE is zeer barmhartig. En Hij vergeeft menigvuldig. Hij die van ons vraagt dat we 70 maal 7 maal vergeven, doet 't Zelf ook. Maar dan zullen we onze onvoorzichtigheden ook moeten belijden. En niet met onze dwaasheden moeten doorgaan.

Want dat is levensgevaarlijk.

Men fluistert wel eens en spreekt het ook wel openlijk uit, dat die „vrijgemaakten" wettisch zijn en wandelen naar den regel: Doet dit en gij zult leven. We worden soms op één lijn gesteld met de Roomschen of met de Farizeën. En anderen fluisteren van een verkapt Remonstrantisme.

Ik denk er niet aan om iemand weer „onder de wet" te brengen.

We staan onder de genade van onzen Heere Jezus Christus. Rom. 6 : 14.

Dat wij de zaligheid nog zouden moeten verdienen, leert niemand. Maar juist omdat we staan onder de genade, daarom zullen we voorzichtig leven. De hand afkappen en het oog uittrekken als ze ons tot zonde verleiden. Wandelen naar uitwijzen van het heilig Evangelie.

Dat is niet „wettisch", maar evangelisch.

Dat is niet Joodsch of Roomsch, maar dat is christelijk.

Er zijn vele christenen die leven er maar zoo'n beetje op los.

Ze volgen klakkeloos de meerderheid. Ze hebben niet met den HEERE te doen. En vragen niet meer, wat Hij wil.

Laten we maar toezien dat we daaraan niet meedoen.

Laten we maar voorzichtig en wijs wandelen. Omdat God het wil.

Omdat we zoo den Heere Jezus zullen volgen. Omdat we Hem liefhebben.

Ontwaakt gij die slaapt en sta op uit de dooden en Christus zal over u lichten". Efeze 5 : 14.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

„Voorzichtig wandelen”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's