De kerk en haar diensten (Art. 28 N.G.B.)

HOOFDARTIKEL

XIII (slot)

TEGEN DE ORDINANTIE GODS

5. O ' o k a l w a r e h e t z o o, d a t d e Magistraten en plakkaten der Prinsen daar t e g e n waren.en dat de dood of eenige lichamelijke straf daaraan hing. Daarom, al degenen, die zich van haar afscheiden of niet daar bij voegen, die doentegen de ordinantie Gods.

Van de vervulling onzer roeping in dezen mogen wij ons door niets laten afhouden, ook niet dbor maat-, regelen van de overheden (magistraten, plakkaten der vorsten). Van zulke maatregelen zijn er vele in Schrift en historie.

De Joodsohe overheden verboden de apostelen om te leeren in den naam van Jezus. Hand. 4 : 17 en 18: maar opdat het niet meer en meer onder het volk verspreid worde, laat ons hen scherpelijk dreigen, dat zij niet meer tot eenig mensch in dezen naam spreken. En als zij hen geroepen hadden, zeiden zij hun aan, dat zij ganschelijk niet zouden spreken noch leeren in den naam van Jezus.

De apostelen volgen dit verbod echter niet op, vs 19: Maar Petrus en Johannes antwoordende zeiden tot hen: Oordeelt gij of hetjrecht is voor God ulieden meer te hooren dan God

In Hand. 17 : 7 worden Paulus en Silas beschuldigd te doen tegen de geboden des keizers door te zeggen dat er een andere koning is, namelijk Jezus.

En in Hand. 18 : 13 wordt door de Joden een beschuldiging ingebracht tegen Paulus, dat hij den menschen aanraadt God te dienen tegen de wet.

In den tijd der reformatie werden ook de plakkaten der overheden gericht tegen het zich voegen bij de ware kerk. En in den tijd der Afscheiding keerde eveneens de overheid zich tegen hen die gehoorzaamden aan de roeping des Heeren inzake de kerk.

Er zijn altijd wel menschen geweest, die zich daardoor hebben laten afschrikken om het pad der gehoorzaamheid te gaan, die niet alles, tot hun leven, veil hadden voor het koninkrijk Gods. We moeten daarover ook niet licht denken. De Schrift openbaart ons, dat de discipelen van Jezus, die Hem volgen op Zijn weg steeds weer aan vervolging zullen blootstaan, zie b.v. Joh. 15 : 18 v.v. En die vervolgingen zullen toenemen naarmate de jongste dag nadert. Openbaring 11 spreekt van de twee getuigen die gedood zullen worden op de straten der stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruisigd is. Sodom, dat is de plaats waar de zonde ten top is gestegen; Egypte, dat is het land dat het kerkzaad zoekt te dooden. Welnu, deze nsimen zullen van toepassing zijn op Jeruzalem, de kerkstad.

Telkens zien we bij de vervolging der ware kerk de koningen der aarde hand aan hand gaan met de leiders van de valsche kerk. Jezus is gekruisigd door de samenwerking van Joodsche leiders en Romeinsohe macht, Paulus wordt door de Joden aangebracht bij de Romeinsche overheden, de koningen der aarde hoereeren met de groote hoer (Openb. 17), Rome werkt in de zestiende eeuw met het zwaard der overheid, de Hervormde kerk van de 19de eeuw spande de overheid voor haar wagen in den tijd der Afscheiding, in onzen tijd zijn de politieke macht der democratie en de valsche profetie van het Barthianisme nauw met elkaar verwant en aan elkaar verbonden (Partij van de Arbeid, die met Rome in Nederland regeert), en is er samenhang tusschen de Vereenigde Naties en de oecumenische beweging (vgl. C. v. d. Waal, Antithese of Synthese).

Ook deze zinsnede: al ware het zoo is een bewijs, dat het hier niet gaat over een onzichtbare kerk, maar over een concrete, aanwijsbare vergadering. Tegen het zich voegen bij een „onzichtbare vergadering" kan men moeilijk plakkaten richten, maar wel tegen het zich voegen bij een aanwijsbare vergadering.

Zij, die niet aan 't hier uit Gods Woord afgelezen gebod voldoen, gaan in tegen de ordinantie Gods: zij, die zich afscheiden van de ware kerk, en zij die nalaten zich bij de ware kerk te voegen.

Bij Bakhuizen van den Brink worden onder den Franschen tekst van dit artikel de volgende Schriftplaatsen genoemd:

Psalm 5:6: De onzinnigen zullen voor uwe oogen niet bestaan; gij haat alle werkers der ongerechtigheid. - '

De onzinnigen, dat zijn de dwaze pochers, die zich om den Heere en Zijn geboden niet bekommeren, maar in zelfverheffing hun eigen ijdele wegen gaan. Zij kunnen voor Gods oogen niet bestaan. En evenmin de werkers der ongerechtigheid. Die worden door den Heere gehaat. Zij behooren dus niet in de gemeenschap des Heeren en in de gemeenschap van 's Heeren volk. De kerk is een heilige vergadering, een vergadering dergenen die zalig worden.

Psalm 22 : 23: Zoo zal ik uw naam mijnen broederen vertellen, in het midden der gemeente zal ik u prijzen.

De dichter blijft niet op zichzelf staan, maar zoekt de gemeenschap der broederen, om daar den Heere te loven.

Efeze 4 : 12: tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus.

Tot wat hier genoemd wordt zijn de ambten ingesteld in de kerk (vs 11), namelijk tot de toerusting der heiligen, opdat zij hun dienstwerk in het koninkrijk Gods kunnen verrichten, en tot opbouwing van het lichaam van Christus dat een eenheid is, waarbij men als lidmaat moet behooren. Daar wordt dus gesproken van de ambten en bedieningen. Er is niet een zekere tegenstelling tusschen „het lichaam van Christus", dat vaak aangezien wordt voor de „onzicht­ bare kerk", en de kerk in haar ambten en bedieningen.

Hebr. 2 : 12: Hier wordt geciteerd de boven reeds genoemde Schriftplaats uit Psalm 22.

Matth. 24 : 28: Want alwaar het doode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden.

Deze tekst zegt, dat de aasgieren daar komen waar aas is, waar verderf is en rijpheid voor ontbinding. Dat wil dus zeggen: Het oordeel Gods komt daar waar rijpheid voor dat oordeel is. Het oordeel Gods komt niet zoo maar in het wilde weg, het komt daar waar de mensch de maat der zonde vol heeft gemaakt en hij dus rijp is geworden voor het gericht.

In den tijd der reformatie werd echter een andere uitlegging gegeven. De kantteekeningen zeggen, dat hiermee geleerd wordt dat „waar Christus met Zijn lijden en sterven oprecht gepredikt wordt de geloovigen zich aldaar zullen vergaderen, gelijk zij ook in het laatste oordeel tot Christus vergaderd zullen worden om altijd bij Hem te blijven". Daarbij wordt nog verwezen naar Job 39 : 33: Ook slorpen zijne jongen bloed; en waar verslagenen zijn daar is hij (de arend, de gier). In de kantteekening bij dit vers lezen we: „De Heere Christus, in de plaatsen recht te voren aan den kant geteekend (Matth. 24 : 28, Luk. 17 : 37, B. J.), ziet op deze woorden om te toonen dat de kinderen Gods door de verlichting en roering des Geestes, tot Hem, die door zijn dood het waarachtig en eenig voedsel hunner zielen geworden is, van alle plaatsen vergaderen, gelijk de arenden door hun. klaar gezicht en scherpen reuk tot de doode lichamen op hun voedsel toevliegen".

Calvijn geeft een soortgelijken uitleg: „Als er zooveel wijsheid in vogels is dat velen samenkomen van verre plaatsen tot één lijk is het schande voor de geloovigen dat zij zich niet verzamelen tot den auteur des levens door wien alleen zij waarlijk gevoed worden".

Zoo is het begrijpelijk, dat we dezen tekst hier aangehaald vinden, waar gesproken wordt van de roeping zich te voegen bij de kerk.

Deze tekst kan echter niet terecht gebruikt worden om deze roeping uit de Schrift af te lezen.

Jesaja 49 : 22: Alzoo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal mijn hand opheffen tot de heidenen, en tot de volken zal Ik mijn banier opsteken; dan zullen zij uw zonen in de armen brengen, en uw dochters zullen op den schouder gedragen worden.

Het verstrooide Israël zal wederom bijeen vergaderd worden. Ook hier hooren we dat de geloovigen niet op zichzelf moeten blijven staan maar zich bijeen te vergaderen hebben.

Jesaja 52 : 11, 12: deze Schriftplaats werd hierboven reeds besproken.

Hand. 4 : 17, 19: ook hierop werd boven reeds gewezen.

Hebr. 10 : 25: En laat ons onze onderlinge bijeenkomsten niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen: en dat zooveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.

Hier beluisteren we weer dezelfde roeping tot zoeken van de gemeenschap.

Openbaring 17:2: met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij.

Hier lezen we van het samengaan van wereldlijke overheden en valsche kerk, welke in bond met elkander de ware geloovigen vervolgen.

Hand. 17 : 7 en 18 : 13 werden boven reeds ver­

meld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen