GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rasland.

De Evangelische Alli­ antie contra den Procureur van de H. Synode, Pobedonostzeff Hoe men ook denke over de Evangelische Alliantie, een iegelijk, die haar arbeid volgt, moet toestemmen, dat zij overal moedig voor de vrijheid van conscientie, waar die aangerand werd, in de bres sprong. Zoo deed de Alliantie in 1886, toen de afgevaardigden van alle afdeelingen te Geneve in de maand Augustus vergaderd waren, en men besloot een adres te richten aan den Russischen Keizer, om te pleiten voor de zoo zwaar verdrukte Lutherschen in de Oostzee-provinciën.

Dit adres werd geteekend door de besturen van de meeste afdeelingen in Europa en Ame rika en daarna in Augustus 1887 den Keizer overhandigd, toen deze een bezoek te Kopenhagen bracht, door eene commissie bestaande uit den graaf van St. George van den Zwitserschen tak en den heer Nepveu van de Nederlandsche afdeeling der Evangelische Alliantie.

Het adres aan den Keizer luidde aldus:

«Sire! Met den diepsten eerbied wenden zich de onderge teeljenden, vertegenwoordigers van de verschillende takken der Ev. Alliantie, tot Uwe Keizerlijke Majesteit, om aan hare voeten hunne nederige hulde neder te leggen en haar te vragen, het volgende verzoelt in te willigen:

Het zal Uwe Majesteit bekend zijn, dat o. a. steeds het streven van de Ev. Alliantie geweest is, om de belangen der Christenen over de geheele wereld te behartigen, opdat zij vrij hun godsdienst zouden Icunnen oefenen naar de inspraak hunner conscientie en de regelen hunner kerk.

Sedert 1849 heeft de Alliantie meermalen voor de zaak van conscientievrijheid gepleit bij de onderscheidene regeeringen en vorsten van Europa. Door de goedheid Gods, welke is de Koning der koningen en de Heere der heeren, hebben de stappen, die wij in Spanje, Zweden, Italië, Toscane, Duitschland, Oostenrijk en Turkije gedaan hebben, bijna altijd het gevolg gehad, dat de weldaden, die de toepassing van het heerlijke beginsel van vrijheid van godsdienst brengt, gekomen zijn tot hen, welke ze tevoren niet genoten hadden.

Het feit, dat der Alliantie bij uwe Keizerlijke voorgangers in '57 en '70 een welwillend oor geleend •werd en de verldaringen, die wijlen Prins Gortscha koff, kanselier van buitenlandsche zaken, in Friedrichshaven vanwege Zijne Keizerlijke Majesteit aflegde, geven ons het vertrouwen, dat ook ditmaal de Keizer van Rusland niet weigeren zal onze bede te vernemen

Tengevolge van eene e^iquête door Z. M. Alexander II in '64 bevolen aangaande den staat der godsdienstvrijheid in de Bahische provinciën, vernietigde Uwer Majesteits doorluchtige vader voor die provinciën de kerkelijke wet aangaande de gemengde hu weiijken. De Gouverneur Generaal dier gewesten kreeg bevel alle vervolging van Protestantsche leeraars te staken.

Nadien tijd door omstandigheden, tot welkerbeoor deeling de Alliantie niet bevoegd is en waarvan zij alleen de uitwerking kan constateeren, is de oude wet ten opzichte der gemengde huwelijken weder in wer king gesteld, — zijn de predikanten gedwarsboomd in de uitoefening van hun herderlijke zorg voor de zie len, - terwijl zij, die zonder voldoend onderzoek den godsdienst hunner vaderen verwierpen en tot de Grieksche kerk overgingen; niet daartoe konden terug keeren, zonder gestraft te worden volgens wetten, die opnieuw door de Regeering bekrachtigd zijn.

Wij verzekeren uwe Majesteit, dat elke gedichte, om, ons te mengen in zaken der regeering of der staatkunde uwer Majesteit, verre van ons is. Wij weten, dat er in Rusland een wet is, die den leden der Grieksche kerk verbiedt tot een andere kerk over te gaan; maar als wij het wagen uwe Majesteit te verzoeken deze wetten te wijzigen, meenen wij de schitterendste hulde te brengen aan de gevoelens van gerechtigheid, die de doorluchtige zoon van den bevrijder van 20 millioen slaven en van hem, die de verspreiding van Gods Woord door zijn geheele rijk heeft toegelaten, koestert.

Door voor vrijheid van godsdienst te pleiten, willen wij daardoor het beginsel van gezag in deze zaak niet miskennen, noch beweren, dat alle raeeningen even goed zijn; wat wij u vragen is dit, Sire! dat wanneer men het voorrecht heeft zich uw onderdaan te noemen, een iegelijk God zal kunnen aanbidden, volgens zijne conscientie en volgens Gods bevelen en Gods Woord; — dat ieder uwer onderdanen vrij zal zijn om zijne kinde • ren in het geloof zijner vaderen op te voeden; - dat de geestelijke leiders van Christelijke kerken, die niet tot de Grieksche kerk kunnen gerekend worden, zon der hinder voor hunne geloofsgenooten al de dingen zullen kunnen verrichten, die tot hun ambt behooren; dat ten slotte zij, die tot de Grieksche kerk overgingen, zonder zich bewust te zijn van het gewicht dier stap ongestraft tot hun oorspronkelijke kerk zullen kunnen wederkeeren, indien zij daartoe de begeerte vrijelijk te kennen geven.

Wij houden ons overtuigd, dat Uwe Majesteit het beginsel van godsdienstige verdraagzaamheid 'en dat van vrijheid van conscientie belijdt. Ook heeft de Ev. All. de gegronde hoop, dat het gebouw, waarvoor HH. MM. deCzar Nicolaas en zijn Doorluchtige zoon den grond legden, door Uwe Majesteit zal be kroond worden, door aan hare onderdanen de grootste weldaad te bewijzen, om den God der Christenen te kunnen aanbidden volgens hunne conscientie en de regels der onderscheidene kerken niet enkel in de Bahische gewesten, maar ook in alle deelen van dit uitgebreid rijk, waarin uw naam, Sire! geliefd en geëerd wordt door millioenen menschen, die dagelijks djn zegen Gods over het gewijd hoofd van hun keizer en"vader af5nigg!5, gn^.

Na betuigd te hebben, fe de onderteekenaars tot verschillende kerken behoorcn, - SBiiar-.éln5in in het geloof in Christus, volgen de onderteekenihgen."'Vciör, Zwitserland teekende de heer E. Naville, voor Nederland baron van Wassenacr van Catwijck en graaf F. van Bylandt.

Hierop heeft de heer C. Pobedonostzeff, procureur bij de H. Synode te St. Petersburg het volgende geantwoord. Zijn antwoord is merkwaardig en kan tot meerdere waardeering van het optreden der Russische regeering leiden.

Mijnheer! Zijne Majesteit de Keizer van Rusland heeft mij uwe petitie, te Kopenhagen aangeboden, in handen willen geven. .

De aanhoudende zorg Zijner Majesteit strekt zich tot al zijne onderdanen, zonder onderscheid van ras of van godsdienst, uit. Voor het welzijn van aUen bezorgd, en erkennende, dat in den godsdienst het hoogste goed der menschheid gelegen is, zou Zijne Majesteit de vrije uitoefening ervan aan al zijne onderdanen willen verzekeren en in zijn hart geen onderscheid willen maken. Ten opzichte van de Bahische provinciën koestert Z. M. de gevoelens die eertijds zijn Doorluchtige vader en verheven voorvader bezielden, wier nagedachtenis gij zoo terecht eert.

De Regeering Zijner Keizeriijke Majesteit meent door zich onveratideriijk te bewegen in de lijnen, door haar getrokken, de kalmte in de Bahische provinciën te doen wederkeeren, welke door het abnormale in haar historische ontwilckcling zoo lang daar werd gemist: namelijk, aan de eene zijde een gepriviligeerde klasse, welke hare macht op elke manier zoekt te behouden en streeft naar een onbeperkte heerschappij en eene geestelijkheid die zich sterk maakt door zich met haar te vereenigen; aan den anderen kant een stelsel van vervolging, uhgedacht om alle toenadering tot het vaderland en bovenal tot de orthodoxe kerk te verhinderen.

Voor 'toogenblik schijnt het nog overbodig op te klimmen tot de bron van het misverstand, dat tegenwoordig, naar h« schijnt, de conscientie van sommige protestantsche Christenen in Europa ontrust. Ik zal mij ertoe bepalen u de correspondentie voor te leggen, welk ik over dit onderwerp met uwe geestverv, - anten van Geneve gevoerd heb.

In uw Christelijken ijver overtreft gij uwe broeders van Schaffhausen; gij bekommert u niet alleen over de Luthersche kerk in de Oostzee-provinciën, maar ook over de verschillende Christelijke belijdenissen, die zich onder de vleugelen van ons groot rijk bevinden. Voor al die belijdenissen vraagt gij een gelijke, volle en geheele vrijheid.

De gevoelens, die u tot deze daad brachten, komen overeen met de diepste sj'mpathie van den Keizer eu van het Russische volk.

Toch kan het Russische volk de innige overtuiging niet laten varen, dat nergens in Europa de heterodoxe kerken, en zelfs de niet Christelijke gemeenschappen, zoo vrij zijn als in Rusland, waarin eenheid voor elke godsdienstige belijdenis als geboren is. Europa wil helaas! dit maar niet erkennen Waarom? Enkel omdat ten uwent de vrijheid van godsdienst, gelijk zij in de wetten beschreven is, vereenigd is met het onbeperkte recht van propaganda te maken. Daarin is de eerste oorzaak van uw opstaan tegen onze wetten, die belemmerend zijn voor hen, die de geloovigen van de orthodoxie zoeken af te brengen en voor hen, die ons geloof afzweren. In die wetten, die geen ander doel hebben dan om den heerschenden godsdienst te beveiligen, door hem te beschermen tegen hen die in verzoeking zouden komen om hem aan te vallen, — ziet Europa meer dan een beperking van de vrijheid van vreemde godsdiensten, nl. vervolging.

Ik stel mij niet voor om in beginsel na te gaan, wellce de band is, die het denkbeeld van vrijheid met dat van proselietenmakerij vereenigt, en hoe het ge schiedt, dat elke m.aatregel, die de strekking heeft om een godsdienst te beveiligen voor het proselietisme. dat ten bate van een anderen beschouwd wordt als een schennis der vrijheid. Dat is een abstracte quaestie, die ons op het gebied van de theorie zeer ver zou kunnen voeren, zonder ons tot een definitief resultaat te leiden; liever noodig ik u uit om mij te volgen op denjvasten grond der historische feiten; op dit terrein zullen wij, als wij met feiten te doen hebben, die voor een iegelijk klaarblijkelijk zijn tot een meer belijnde oplossing van bovengenoemde vraagstukken kunnen geraken

Het behaagde der Voorzienigheid het keizerrijk Rusland in te stellen in de groote ruimte, die zich van den Oural tot aan de Karpathen uitstrekt, aan de grenzen van twee deelen der wereld, die tot de meest belangrijke en heterogene behooren. De geschiedenis van ons ras zwijgt tot het oogenblik, waarop de hoogste wil, die over; het lot der natiën beschikt, het op zijn post geroepen heeft om te waken op den weg die aan de groote volksverhuizing vrij baan gaf; — zonder twijfel opdat het Christelijk Europa zich in vrede zou kunnen wijden aan het werk van een nieuwe civilisatie, een Christelijke beschaving. Twee deelen der wereld in evenwicht te houden, zich noch tot het eene, noch tot het andere te buigen, totdat de vinger Gods het oogenblik zou aanduiden, waarop het Oosten en het Westen eindelijk elkander moesten ontmoeten in vrede in de gemeenschappelijke Christelijke beschaving, dit was de roeping van Rus land en Rusland heeft er zich van gekweten zonder af te wijken. Noch de barbaarsche horden der Khazaren. der Petchénegen, der Polovtzi, noch de wolken van Mongolen drongen in Europa, en konden dus ook niet de ontwikkeling der nieuwe Christelijke beschaving stuiten. De Muzelmansche wereld, die zoo langen tijd getriumfeerd had over de geheele Christelijke macht, gecoaliseerd in de kruistochten, werd in hare beweging tegen het Christendom gestuit, terwijl hare macht, eindelijk brak tegen de kracht van het nieuwe Russische rijk. Vraagt men, hoe het mogelijk was, dat Rusland zich heeft kunnen handhaven in de volbrenging van dit groote humanitaire werk? — Omdat het getrouw gebleven is aan de onveranderiijke beginselen van zijn nationalen geest, die zijne kracht schraagden en zijne onafhankelijkheid tegenover Azië en Europa waarborgden. Wat zou er van Rusland geworden zijn, indien het, eene schuilplaats verleenende aan talrijke volksstammen en aan belijdenissen van allerlei aard, die het van alle zijden omringden, ertoe ware gebracht om hun verschillende invloeden te lijden. Wat zou er van Europa geworden zijn, indien Rusland tot eene kampplaats gediend had voor de hartstochten en den naijver van al die nationaliteiten en belijdenissen ; en dat op een tijdstip, waarop het Islamisme, reeds almachtig op den Bosphorus, nog verschansingen had in de staten van Kazan, Astrakan en de Krim, terwijl het geheele Westen, ter prooi aan godsdienstoorlogen, nu eens verlicht werd door de brandstapels de inquisitie, dan wedetom verduisterd door bloedige «nachten en vespers".

Datgene, wat Rusland temidden van al den politieken en godsdienstigen strijd redde, was wederom de geheele onafhankelijkheid van zijn aanzienlijke krachten, de onaihankelijkheid en energie van zijn nationalen geest, opgevoed in het geloof, dat geheiligd, gevoed en versterkt werd in den boezem der orthodoxe lierk. Uit het orthodoxe geloof heeft Rusland zijn levensbeginsel geput, waaraan het zijn heil dankt. Door dat geloof heeft het de eenige taak kunnen volbrengen, die het opgelegd werd. Dat geloof heeft het beveiligd teggn alle verleiding, die van buiten kwam, is zijn hoop geweest in de ure van vrees en ontmoediging Met dat gelocfh het groot geworden en door dat geloof heeft het üicV^ krachtig gevoeld om zijne groote zending voor Iset heü der > jienschheid te volbrengen De historie hleeft daarom aïii Rus'and de heilige plicht opgelegdXaJles van de orthodoxe kerk te weren, - ïs'at hare veilfgheia .'ou kunnen bedreigen, eene plicht, aan welker ve.-vuUing zip nationaal bestaan hangt, de eerste plicht dus; ; ^

Sedert het eerste tijdva'fe van die ro'Ss^'enstige en nationale ontwikkeling was Rusland' in cOn, '^< ^t gebracht met de godsdiensten van het Westen, dië-i? ons land doordrongen Welken ^ geest hebben zij ons^^e openbaard? Reeds de kruisvaarders hebben het Ons laten zien. Het enthousiasnj'e, dat hen dreef ter bevrii ding van het heilige graj, is eindelijk uitgeloopen op), de verovering van Byzantium en de vernedering v.in' de Oostersche kerk. ;

Dit was een klinkend^ bewijs, dat de godsdienstige aspiratiën in het Westen /van Europa voortkwamen uit politieke hartstochten eji dat de geest van verdraagzaamheid hun vreemd w.as.

Daarop kwamen troebele tijden; Europa werd door lange en bloedige oortogen verscheurd, vrijheid van godsdienst werd in het vuandel geschreven, maar onder die vaandels woedde/godsdienstige haat en grove hartstocht, en werd ijverzucht van allerlei aard uitgebroed. Staten zakten, - ineen, in hunne plaats verrezen andere groepen gecgófedereerde staten, nieuwe nationaliteiten traden o^ het tooneel, alle mogelijke poli tieke ijverzucht trad mede in het krijt. Het tafreel van die oorlpgeti-vertoont een onbeschrijflijke dooreenmenging van godsdienstige hartstochten. Het was een ruwe leerschool voor den Christelijken geest der Wes tersche kerken.

In den tijd, waarin de politieke en godsdienstige hartstochten worstelden, kwamen in Rusland de twee groote belijdenissen van het Westen. Het Katholicisme koos de provinciën van het westen tot een basis zijner operatiën. Door het Polinisme binnengeleid, met het welk het zich ongelukkigerwijs heeft geïdentificeerd, begon het overal de Russische elementen uit te drijven in naam der Poolsche overheersching, en onder het schild van zijn vaandel bracht het meer dan eenmaal de Poolsche legioenen tot in het hart van Rusland.

In onze dagen zelfs zouden wij niet in staat zijn om in Rusland een boek aan te wijzen, waarin men een neutraal verdraagzaam Katholicisme zou kunnen aanwijzen, dat vrij is van animosheit tegen het orthodoxe element en dat niet streeft om Rusland aan zijn westersche grens provinciën te ontnemen, die in merg en been Russisch zijn.

Helaas, bijna onder dezelfde auspiciën werd Rusland tegenover het Lutheranisme geplaatst, in de personen van de oude ridders der Duitsche orde, die het den toegang tot de Bahische zee versperd hadden. Alles verwoestende, wat aan het Katholicisme zou kunnen doen denken, wilden de nieuw bekeerden van het Lutheranisme, baronnen noch pastoors, zich ontdoen van de tijdelijke voordeelen, die hun daaruit voortkwamen. Met alle energie aan hun ras eigen, volgden zij de lijnen hunner voorgangers, in het land een willekeurige macht uitoefenende, daarbij de bevolking van Lijf en Finland tegen Rusland opzettende, , de orthodoxie als een symbool van de eenheid met Rusland vervolgende Sedert dien tijd duurt deze traditioneele strijd voort, - een strijd voor de alleenheerschappij in het land, geleid door de afstammelingen der ridders. . . Het Lutheranisme, gelijk tevoren het Katholicisme, bedient zich in die provinciën van de banier des geloofs, om zijne plannen tot overheersching te bedekken. Wanneer de minste geestelijke toenadering betoond wordt tot het vaderland van de zijde der ingeborenen, dan werpt men alleriei hindernissen op; van zijne zijde alzoo de conscientie aanrandende, heft het Lutheranisme groot geschreeuw aan over het geweld aan de vrijheid van de Luthersche (propaganda), men doet door heel Europa zijne lameutaiicn weerklinken, ontrust de vreedzaamste Luthersche gemeenten in andere deelen van , het rijk, en onrust overal de geesten van zijne geloofsgenooten. Wanneer het Prot. Europa zich wilde onttrekken aan den invloed van die bittere klachten en lasteringen, indien het zonder vooroordeel de werkelijkheid zien kon, zooals zij in de dorpen en gemeenten vaa dit land in de woningen der baronnen en der predikanten is, dan zou het aan de waarheid recht laten wedervaren; dan zou het zien, %oat het kost in dit land om vrijelijk van het Lutheranisme tot de orthodoxie over te gaan; dan zou het ook begrijpen dat ia dien voor onze kerk zoo pijnlijken strijd het niet de zaak is om het Lutheranisme aan te vallen, maar om üch daartegen te vefdedigen.

Het is smartelijk voor het Christelijk gevoel, - -maar men moet bekennen, dat de ure voor de vreedzame ineensmelting der Cliristelijke denkbeelden van het Westen en van het Oosten niet gekomen is. In Rusland zijn de belijdenissen van het Westen altijd geneigd om den boventoon te voeren en gereed om zich niet alleen tegen de macht, maar zelfs aan de eenheid van ons vaderland te vergrijpen. Rusland kan geene vrijheid geven tot propaganda maken; nooit zal het toestaan, dat der orthodoxe kerk hare kinderen ontroofd worden om ze in te schrijven in de boeken van andere belijdenissen, die de oude wapenen, tegen haar opgeheven nog niet hebben neergelegd. Het verklaart dit openlijk in zijne wet en beroept zich op de hoogste gerechtigheid van Hem, die alleen de rijken bestuurt.

Westelijk Europa gunt vrijheid aan alle godsdiensten om propaganda te maken; het beschermt den heerschenden godsdienst niet. Wij hebben het tegen overgestelde beginsel in onze wetten behouden Welnu, heeft dat Europa^^waaruit die klachten over die wetten in naam der dl|iscientievrijheid komen, het kunnen bewerken, dat die kostbare vrijheid voor de geloovigen van alle belijdenissen gewaarborgd is? Is er vrede gesticht tusschen de kerken onderling en is de geestvan 'overheersching en de macht tot uitbreiding van bezittingen aan die kerken vreemd ? Helaas er is reden te gelooven, dat in dezen tijd de algeheele vrijheid slechts bestaat voor hen, die van het geloof tot het ongeloof overgaan! Misschien dat in sommige gezegende hoeken der aarde, of in de stilte der eenzaamheid, de natuur alleen tot het hart des menschen spreekt, de hartstochten der menschen tot bedaren komen en de denkbeelden eenvoudig en helder worden, waardoor de.mensch even gemakkelijk gelooft, als hij ademhaalt. (!) Misschien dat, bij de verheven grootheid der watervallen van den Rijn, op een betooverend plekje aan het meer van Geneve, de ziel, die zich verliest in de aanbidding van het Goddelijk werlc, doof wordt voor het ijdel geraas van deze wereld en slechts eenheid in harmonie gevoelt. Maar buiten zulke gezegende plelqes is het geheel anders.

De wetgeving van westelijk Europa heeft geen bevelen noch verboden ten opzichte van den godsdienst des lands. Maar er is veel machtiger streven, veel dieper kracht dan de letteren der wet; het is de onverdraagzaamheid, die men voor andere belijdenissen gevoelt, de verderfelijke erfenis van het bloedige tijdperk der godsdienstoorlogen. Eene onverdraagzaamheid, vooral gericht tegen de orthodoxe kerk die men verafschuwt zonder haar te kennen of te begrijpen, als eene eigenaardigheid van de mindere rassen; als een teeken van een mindere of barbaarsche ontwikkeling. Men zegt de vrijheid voor alle godsdienstea en rassen in beginsel te willen; maar wanneer het aankomt op de toepassing, dan sluit men Orthodoxen buiten, — die eilandjes der westersche beschaving.... Om voorbeelden aan te halen, die pas gebeurd zijn, behoeven wij slechts te wijzen, wat de Roomsche wereld aangaat, op het onrechtvaardig proces van den priester Naumovitch en van Dobriansky in Oostenrijk; wat de Protestantsche wereld betreft, op het advies, gegeven door de Gustaaf Adolf vereeniging te Dresden, ten opzichte van de Liturgie in de Slavische taal, waarom de Oostenrijksche Slaven gevraagd hadden."

De brief eindigt met eene aanhaling uit een werk van Ernst Naville over »het eeuwige leven", waarin wordt betoogd, dat de Christelijke kerken goed zouden doen den strijd der zestiende eeuw te laten varen, zoodat men den krijg ging voeren met dezulken, die het bestaan van God ontkennen en niet met hen, die God aanbidden.

Hoeveel men tegen dezen brief moge inbrengen , het is niet te miskennen, dat met groot talent door Pobedonostzeff het Erastiaansche stelsel verdedigd is, en dat hij met recht den Westerschen verwijt: Gij hebt volkomen vrijheid van godsdienst in uw vaandel geschreven, maar inderdaad is het er verre vandaan, dat de regeeringen u die vrijheid werkelijk gunnen.

De Evangelische Alliantie is het antwoord op dit schrijven niet schuldig gebleven. Den i8den Jan. van dit jaar werd aan den hoofdprocureur der H. Synode het volgende antwoord gezonden: «Het internat, comité der Evang. AU., te Berlijn vergaderd, heeft kennis genomen van de memorie door Uwe Exc aan den heer N. gezonden, in antwoord op het smeekschrift, Z. M. den Keizer van Rusland ten bate van de vervolgde dissidenten te Kopenhagen aangeboden. Het heeft het Zwitscrsch comiti opgedragen u daarop te antwoorden.

Die opdracht is moeilijk; want het gezichtspunt, waarop gij u plaatst, zou nooit dat van de Evangelische Alliantie kunnen zijn. Als een internationale vereeniging die geheel vreemd is aan staatkundige quaes tien wil zij slechts de onpartijdige, maar getrouwe verdedigster zijn van hen, die voor het geloof vervolgd wórden, tot welke belijdenis zij ook mogen behooren.

Hoe JiQu zij, dit beginsel handhavende, de theorieën kunnen beamen, in uwe memorie ont-wikkeld; theorieën, 3je niets minder, dan op grond van een zekere philosPphie der histo'.-ie en van zekere staatkundige noodzakewikheden, het recht van elk mensch ontkennen, om Qpd volgens zijne conscientie te dienen.

Xeveï'ïËefs beroept gij u op historische rechten, welke bó< ^endien betwistbaar zijn, om op straffe van verbanning ''P'^ andere straflFen een bepaalden godsdienstvorm aan'^46 onderdanen van den Czaar op te leggen. ^'

Vergeet niet, dat eiseen recht is, dat boven ellc ; j!der gaat; een recht, dat geënt i-egêc? iu^ kan aanranden" zonder het recht te schenden, dat God zelf aan elk zijner schepselen gegeven heeft, nl. om vrij de waarheid te zoeken en zich aan haar over te geven, wanneer zij eenmaal gevonden is, zonder dat iemand, hoe groot zijn macht ook moge zijn, er een hindernis voor in den weg kan leggen. Tegen dit onbetwistbaar recht, hetwelk niet een herroepbaar privilege is, maar een Goddelijke gift evenals het leven, kan alleen de brutale macht zich verzetten en het is tegen het gebruik dier macht, onder welk voorwendsel zij ook uitgeoefend worde, dat de Ev. Alliantie protesteerde en protesteert. Het recht om te gelooven, sluit dat van vrijelijk zijn geloof uit te spreken in Heeft niet de apostel Paulus uitgeroepen : »Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken." Rom. 10:10 En is er niet een, die grooter was dan hij, de Heere Jezus, die zich heeft laten dioden om dit recht te verdedigen en wat hebben sedert dien tijd zij. die gij met ons de groote getuigen des Evangelies noemt, die uwe kerk gecanoniseerd hebben, anders gedaan, dan dat recht gebruiken met gevaar van hun leven?

Indien wij uwe memorie goed begrepen hebben, dan ontzegt gij het dubbele recht van vrijelijk zijn geloof te kiezen en te belijden den Russischen conscienliën, en gij stelt aldus het beginsel, dat kracht boven recht gaat, dat staatkundige belangen voor godsdienstige rechten gaan, daar gij toch verklaart, dat geen dissenter zich in het rijk zal kunnen laten hooren, zonder straf te beloopen. Door opnieuw tegen het plegen van geweld in zaken, de conscientie betreffende, te protesteeren, denken wij niet alleen aan de Lutherschen in de Baltische provinciën, maar aan die duizenden oprechte en getrouwe geloovigen, die, over het groote Rusland verspreid, met hunne klachten zich tot God wenden. Over al die broeders in het geloof, want wij spreken slechts van dezulken, is de Ev. All. bewogen; in hun naam, of liever in naam van het onvervreemdbare recht der conscientiën beroepen wij ons opnieuw op de Keizerlijke rechtvaardigheid en op de gerechtigheid van Hem, die alleen de rijken bestuurt."

Na de vermaning, dat gerechtigheid een volk verhoogt en de aansporing om de lessen der historie en het Woord Gods te overwegen, eindigt deze brief.

Wij moeten zeggen, dat, hoewel het stand» punt, door de Evangelische Alliantie ingeno-

men, het onze is, de memorie van den hoofdprocureur wel waardig geweest was om meer van stuk tot stuk ontleed en wederlegd te worden. Een volgende week hopen wij nog het een en ander omtrent de vervolging in Rusland meê te deelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's