GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een twist in 1704.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een twist in 1704.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij zagen de afgevaardigden der Classis Ie Sluis aangekomen Het was nog vioeg in den morgen en zij hadden plan eerst na noen de Burgemeesters en schepenen te bezoeken. Hoe zouden zij den tijd vóór het middagmaal doorbrengen ? »Laat ons eens eenige bezoeken brengen bij leden der gemeente, " ried Ds. Schorer aan. Zoo gezegd zoo gedaan. Hun eerste gang was naar de vrouw van Lucas de Bode, om te vernemen, of haar man wel waarheid gezegd had omtrent zijn gesprek met Bs. Van Leeuwen. Het bleek volkomen waar. De Bode's huisvrouw getuigde, dat zij dezelfde gevoelens, als haar man koesterde, door Ds. Van Leeuwen had hooren uiten. Deze woning verlatende, bezochten zij een anderen getuige, hem door vrouw De Bode opgegeven. Onderweg ontmoetten zij den griffier der stad. Zij maakten zich aan hetn bekend en verzochten hem den Burgemeesters mede te deelen, dat zij aangekomen waren. »'tls lang niet kalm in de stad, " zei Ds. Schorer. »Dat zegt ge met recht, waarde dominee!'' antwoordde de griffier, »de verwarring en verbittering zijn groot, maar waren vóór Uwe komst nog grooter, zoodat, indien de militie aldaar niet superieur hadde geweest, het wellicht tot een bloedbad zou uitgebarsten zijn." De griffier vertelde nog het een en ander van de verlegenheid des magistraats en de Verwachting, die zij van de afgevaardigden hadden. Daarna scheidden zij en begaven de laatstgenoemden zich naar de woning, die zij op het oog hadden. Op het geluid van den klopper werd de deur van de woning van heer Jansz geopend. Op hunne vraag, of de huisheer thuis was, werden zij binnengelaten en kregen toegang tot de zijkamer, die blijkbaar tot pronkkamer diende, al was de weelde van dien tijd niet groot, vergeleken bij die van onze dagen in de salons.

De heer Jansz kwam binnen en ontving zijne bezoekers vriendelijk-Die vriendelijkheid behield hij, ook nadat de heeren de reden van hun bezoek medegedeeld hadden. De beweringen van Lucas de Bode omtrent Ds. Van Leeuwen's gevoelens werden bevestigd. Van het een kwam het tot het ander. Zoo vernamen de afgevaardigden ook, dat Ds. Van Leeuwen leerde, »dat Christus' ambten tot twee kunnen gebracht worden: t regeerende en 't leerende ambt"; »dat de mensch slechts in de war gebracht wordt, als men leert, dat de bekeering bestaat in het afsterven van den ouden mensch en het aandoen van den nieuwen mensch''; »dat men bij den doop niet gebonden is aan de woorden, door den Heere (Matth. 28 : 19) ingesteld"; »dat men niet zeker is, wie de dienaren zijn, die den doop bedienen mogen"; »dat het prediken maar is om den wille der orde"; »dat ieder mensch in zijne bediening zijn eigen voordeel moet zoeken en naar grootheid staan"; »dat toorn, haat, nijd, wraak in

zichzelven geen kwade zaken zijn." Natuurlijk werden deze herinneringen uit gesprekken en preeken van Ds. Van Leeuwen niet in deze orde meegedeeld, als wij ze hierboven gesteld hebben. Achtereenvolgens kwamen zij iiit, en de afgevaardigden teekenden ze aan,

Het was reeds bij twaalven, toen de predikanten heer

Jansz onder hartelijke dankbetuigingen verlieten. In de herberg teruggekomen, aten zijt waarna zij zich n^af deh burgemeester Thevels begaven. schepen Zijderveld. Zij ontmoetten daar den

Na de gewone plichtplegingen, deelde Ds. Verschoor meê, dat de classis het verzoek des magistraats had ingewilligd en hunne overkomst daarvan het bewijs was.

ïHet verblijdt ons", zeide de burgemeester, »dat de classis zoo willig geweest is, aan ons verzoek te voldoen. Wij kunnen haar niet genoeg dankbaar zijn voor zooveel goedheid. Doch vóór ge uw verzoeningswerk begint, ben ik verplicht u mede te deelen, dat de magistraat u alleen in handen stelt wat bloot kerkelijk is; wat politiek is, behoudt hij zichzelven voor." »Dat is geheel in overeenstemming met onzen last, " hernam Ds. Verschoor; »doch mogen we nu de bezwaren van den magistraat hooren? "

»Zeker, wij zijn zwaar beleedigd door den kerkeraad, met name door Ds. Hattinga en de zijnen. Vernomen hebbende, wat troebelen in de gemeente waren tengevolge van een min goede verhouding tusschen Ds. Van Leeuwen en Hattinga, wilden we die particulier stillen, maar niets baatte. Ds. Hattinga tastte ons zelfs aan op den kansel, maar loochende dit, voor ons staande. Toen vroegen wij den toenmaligen voorzitter des kerkeraads — juist Ds. Hattinga — een collegium qualificatum, (een k^rkeraadsvergadering, waarin ook de diakenen en vertegenwoordigers van den magistraat moesten verschijnen), 't Werd ons geweigerd. Wij kwamen toen in een gewone vergadering des kefkeraads, rnaar weer liet Ds. Hattinga ons niet toe op onze gewone plaatsen te zitten."

«Hadden de heeren dan meegedeeld, waarom ze een collegium qualificatum wenschten? " vroeg Ds. Schorer.

„Weineen", zei de schepen, shet zou ons misschien het verwijt op den hals gehaald hebben, dat wij ons met kerkelijke zaken bemoeiden. Wij vreesden voor lange vef • toogen en meenden het dreigend gevaar spoedig te moeten keeren "

»Hoe loffelijk de bedoeling van den magistraat is, mag hij toch niets ongeoorloofds doen. De kerkeraad heeft alleen het recht het collegium qualificatum te beroepen, en om dit te doen, moet hij weten, waarom zulk eene vergadering gewenscht wordt."

Dit antwoord was niet naar den zin der politieke heeren. Dit bleek den afgevaardigden reeds den volgenden dag; want toen kregen zij een bezoek van den griffier, die hen zeer beleefd, namens den magistraat, verzocht, »de ongemakken in Sluis weg te nemen", maar tevens verbood bij particulieren door huisbezoek inlichting te vragen omtrent eenige zaak. De particuheren konden ze in een of ander collegie van kerkeraad of magistraat hooren.

De reden van dit besluit bleef den afgevaardigden niet lang onbekend. Van Ds. Hattinga, die hen bezocht, vernamen zij, dat na hun vertrek vrienden van Ds. Van

Leeuwen bij den magistraat geweest waren, om dezen te bidden, den gedeputeerden der classis niet de vrije band te geven in de stad, opdat zij niet omtrent Ds. Van Leeuwen's onrechtzinnigheid ongewenschte inlichtingen erlangen mochten. Bij dezelfde gelegenheid vernamen ze van Ds. Hattinga, dat hij geen traktement van den magistraat kreeg, zijne vrienden met boete, gijzeling en ontzetting uit hun ambt waren gestraft, en nog veel meer.

Des middags verschenen ze in den kerkeraad. Het gelukte hun na eenigen strijd, waarbij de bitterheid niet wegbleef, de verschillende leden met elkaêr te verzoenen. Juffrouw Hattinga werd van de censure ontslagen en Ds. Hattinga met broederlijke liefde aangenomen.

DE GAAY FORTMAN.

Hervorming; 3". dat het in den loop der eeuwen telkens weer opdook, maar steeds bij de fanatieke sekten; 4". dat het geloof er aan telkens weer gevoed wordt door achteruitgang der kerk en door zeer zware verdrukking die over de kerk van Christus uitbreekt; 5". dat het juist in de eerste helit dezer eeuw, toen de kerken machteloos waren, en eenerzij ds het philosophische en anderzijds het methodistische element in onze Christelijke kringen binnendrong, zijn nieuwen opgang maakte; en 6". dat het thans zijn verdedigers vindt bij twee zeer uiteenloopende en elkander in den grond vijandige richtingen, die men als de Duitsche en de Engelsche qualificeeren kan.

Dieper opgevat spreken we dit liefst in dezen vorm uit.

De belijders des Heeren Jezus hebben alle eeuwen op aarde als een klein kuddeke te midden der wolven te verkeeren, maar koesteren telkens weer hope, alsof het hun welhaast gelukken zou, toch weer de machtigen in deze wereld te worden, en de wereld uitwendig te veroveren.

Zoo dikwijls nu deze hope hun weer uit de hand wordt geslagen, en de uitwendige glans der kerk bezwijkt, gebeurt tweeërlei.

Eenerzijds dit, dat ze in innerlijke ontevredenheid over dezen loop der zaken, troost zoeken in de voorstelling, dat ze eens hun schade zullen inhalen. En anderzijds, dat ze zich van de uitwendige kerk terugtrekken in geestelijke zelfgenoegzaamheid. Daaruit komt dan telkens het Chiliasme weer op, als noodzakelijk gevolg van den onwil om zich in de Christelijke ordinantiën te schikken, en als spoedig geslaagde poging om zich over de verdrietelijkheden en moeilijkheden van den dagelijkschen strijd heen te zetten.

Feitelijk daarentegen trekt de strijd voor of tegen het Chialisme zich samen tot drieërlei vraagstuk:1». tot de vraag, in welken zin de profetieën van het Oude Verbond haar vervulling beiden; 2". wat te houden zij van de beteekenis der Joodsche natie na de verwoesting van Jeruzalem; en 3*. hoe de Openbaringen van Johannes en met name Openbaringen 20:1 — 6 zijn op te vatten.

Drie vragen die onderling op het nauwst saamhangen, en eigenlijk reeds alle drie, door het antwoord, dat op de eerste gegeven wordt, tot beslissing zijn gebracht.

Wie de verhouding tusschen den Dienst der Schaduwen en der Vervulling recht opvat, kan geen Chiliast zijn. En omgekeerd, hij die welbewust-Chiliast is, verlaat in zijn beschouwing over den samenhang tusschen beide bedeelingen, het spoor der waarheid.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Een twist in 1704.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juni 1889

De Heraut | 4 Pagina's