GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

cv.

PETRUS DE BRUIS.

De vervolgingen der heidenen zijn voorbijgegaan. De kerk van Christus heeft gezegevierd over de heidensche wereld. Zelfs heeft keizer Constantijn de Groote beproefd haar, de verdrukte, tot staatskerk te maken. Dit ib hem gelukt, doch met zeer groote schade voor de kerk als kerk des Heeren. Voor het goud, dat zij kreeg, moest zij inboeten van haar geestelijk leven, van hare schriftuurlijke belijdenis. De dienaren der kerk, bisschoppen en presbyters, waren alomme in de wereld in hoog aanzien, maar hun doordringende prediking van boete en bekeering verstomde en maakte plaats voor de verkondiging van een eigengemaakt Evangelie. Christus moest aftredïn als eenigen koning der kerk, het menschelijk gezag, straks in handen van den Paus van Rome, beteekende hoe langer iioe meer. Geen wonder, dat er tal van dwalingen in de kerk inslopen. Het verderf sloop al verder en verder. Allen werden er mee vergiftigd.

Allen zeg ik, behalve de uitzonderingen. Tot deze uitzonderingen behoorde omstreeks het einde der elfde of in het begin der twaalfde eeuw de priester Petrus de Bruis, die in het zuiden van Frankrijk zijne stemverhief tegen de misbruiken in de kerk. Uit alles, wat wij van hem weten, blijkt met zekerheid, dat hij het gezag der kerk en der groote leeraren, waarop men gewoon was zich te beroepen, verwierp, terwijl hij niet als regel des

geloofs wilde aannemen, wat niet uit den Bijbel kon bewezen _ worden. Wel hebben zijne vijanden hem allerlei ketterijen toegeschreven, z. a. dat hij niet aan den geheelen Bijbel het hoogste gezag toeschreef, en in het Heilig Avondmaal geen instelling voor alle tijden zag, maar al deze beschuldigingen zijn te onzeker en weifelend, om er een oordeel op te bouwen. Met heftigheid bestreed hij de leer van de mis 'en met name de bewering der priesters, dat zij het lichaam van Christus konden voortbrengen en het offer door Hem gebracht herhalend. Hij ging dus in tegen de transsubstantieleer. Niet minder ijverde hij tegen de vereering van het kruis dat z. 1. geene vereering waardig was. Deze ijver voerde hem en zijn aanhang, er op zekeren Goeden Vrijdag toe, om alle kruisen, die men machtig kon worden door de volksmenigte, welke zich om hen heen verzameld had, te doen bijeenbrengen. Van deze liet hij een groot vuur stoken, waarop vleesch gekookt v/erd, dat vervolgens in spijt der kerkelijke vastenwetten, aan allen werd toegediend. Ook wilde hij alle kerken, uitsluitend aan den dienst Gods afgezonderd, afbreken. »God kan zoo g«ied in een wijnhuis en op de markt als in deze kerk aangebeden worden en waar Hij aangeroepen wordt, daar hoort en verhoort Hij de zijnen, om het even, of zij voor een altaar of in een stal tot hem bidden". p: veneens verwierp hij het kerkgezang. Dat hij op sommige punten te_ ver gmg, is niet vreemd voor hen, die bedenken, dat hij in een eeuw leefde, toen het woord Gods schaarsch was. Daaruit is te verklaren, dat hij den kinderdoop verwierp en alleen volwassen geloovigen meende te mogen en te kunnen doopen.

Twintig jaren lang behaagde het den Heeye dezen De Bruis als een prediker vaa Gods Woord in het Zuiden van Frankrijk te doen optreden.

, Ten slotte werd hij te St. Gilles in Lariguedoc door eenen woedenden volkshoop aangevallen en naar den brandstapel gesleept. Maar ook na zijnen dood werd zijne leer in vele streken, vooral van Gascogne, gepredikt. Tegen dezen aanhang van Bruis schreef de abt van Chiny een geschrift, waarin hij de bisschoppen en aartsbisschoppen opriep om de dwalenden tot bekeering te roepen en de ketterij, desnoods met geweld, uit te roeien.

ÜËNDBIK VAW TOULOUSE.

Hendrik van Toulouse was uit Zwitserland geboortig. Als jongeling ging hij in het klooster van Chiny, hetzij omdat hij de wereld en hare geneugten moede, de hoogere dingen zocht, hetzij omdat zijne ouders hem reeds als kind tot monnik bestemd hadden. Niet lang is hij in het klooster gebleven, want hij verlangde een werkzaam leven. Als boetprediker trok hij in zijn monnikspij het land door, de waarheid der Heilige Schrift verkondigende. Op zijne reis nam hij zijnen intrek bij de burgers cf landlieden, aan wie hij het Woord Gods verkondigde, en was dan tevreden met alles, wat men hem voorzette. Het eerst trad Hendrik en I^ousanne op. Vandaar begaf hij zich naar het Zuiden van Frankrijk, waar velen zich bij hem voegden en onder zijne leiding, eene Apostolische vereeniging vormden. AVanneer hij reisde, droegen zijne tochtgenooten een kruisvaandel voor hem uit. Waar hij kwam predikte hij boete en bekeering en waarschuwde tegen schijnchristendom. Later trok hij te velde tegen de slechte geestelijken, wier schandelijk leven hij vrijmoedig aantastte. Groot was zijne welsprekendheid. »Zelfs een steenen hart" zeide men, moest door zijne taal zacht gemaakt worden." In 1116 vroeg en kreeg hij van den bisschop toestemming, om gedurende den vastentijd in de stad en in het bisdom Mans te prediken. Bisschop Hildebert had zooveel van mans boeteprediking gehoord, dat hij het wenschelijk vond, dat Hendrik ook in zijne diocese predikte. Hij gebood dus den priesters, den boetgezant tijdens zijne afwezigheid te steunen. lïendrik trad dan ook op onder een ontzaggelijken toeloop van volk. Ook de jongen geestelijken voegden zich bij hem. De hooge geestelijkheid echter weerstond Hendrik en trachtte hem te verdrijven. Het gelukte him echter niet. Veeleer wies zijn invloed. Eerst bisschop Hildebert wist met zachtheid den prediker buiten zijn gebied te krijgen. Deze toog naar het Zuidea van Frankrijk, waar Hendrik de Bruis had geleerd. Met ernst kwam hij tegen vele vervalschmgen van het Christendom op; vooral tegen de vereering der heiligen. Terwijl hij in Provence was en een grooten aanhang won, traden de bisschoppea krachtig tegea hem op. Eindelijk viel hij in handen van den aartsbisschop van Arles, die hem in 1134 voor het concilie van Pisa bracht. Deze vergadering verklaarde hem schuldig aan ketterij en veroordeelde hem tot gevangenisstraf.

Na eenigen tijd werd hij weer vrijgelaten, waarop hij opnieuw naar het zuiden van Frankrijk, naar Toulouse en Alby ging. Wederom kreeg hij grooten opgang onder alle standen. Dooh paus Eugena III kon dat niet langer gedoogen. Hij zond den kardinaal Albert en den abt Bernard van Clauveau naar de streken, waar Hendrik piedikte. Zij slaagden echter niet noemenswaard in hun pogen, om den invloed van Hendrik te keeren, voordat deze gevangen genomen en naar Reims gebracht was, waar hij in 1148 als ketter werd veroordeeld tot levenslange gevangenis en schrale kost.

Na zijnen dood ontstond er eene hevige vervolging tegen allen, die zijne leer vasthielden, van welke velen den marteldood stierven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's