GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CXIX.

De Waldenzen van Mirandol en Cabrlere.

Nadat de geestelijken, welke in Avignon vergaderd waren geweest, orde gesteld hadden op de vervolging, welke in die stad en haren omtrek huns inziens noodig was, ging ieder zijns weegs naar zijn eigen arbeidsveld De bisschop van Aix begaf zich naar Aix en zocht den president van het hof dat de Waldenzen van Mirandol had veroordeeld, om bij hem aan te dringen op de uitvoering van het vonnis. Be president meende echter, dat het hof daartoe niet moest overgaan. Het vonnis had toch slechts ten doel gehad, schrik te brengen onder de Hervormingsgezinden. De bisschop drong echter aan op den dood der geloovigen. Maar wat te doen, als de koning van dat vonnis hoorende, het afkeurde. Daar zullen mj voor zorgen, beloofde de geestelijke.

Eindelijk lieten de president en raadsheeren van het hof zich overhalen het vonnis uittevoeren.

De kapiteins kregen bevel, om mét hunne manschappen, zoo voetknechten als ruiters, de veroordeelden te halen. Zij naderden reeds Mirandol, toen zij onverwacht bevel kregen, om terug te keeren naar Aix. Wat was er gebeurd ? De heer van Alencon was voor de veroordeelden opgekomen bij den president en had dezen aangetoond, dat het vonnis onrechtvaardig was.

Ondertusschen had ook koning Frans I vernomen van het vonnis van Mirandol en liet zich daaromtrent alsmede omtrent de gevonnisden inlichten. De uitslag van deze inlichtingen waren van dien aard, dat de vorst brieven uitvaardigde, waarin hij verklaarde, dat hg met de mannen van Mirandol liever den weg van overreding en overtuiging dan van het strenge recht wilde gaan. Daarom wenschte hij dat het hof van Aix aan de veroordeelden drie maanden tijd zouden geven, of zij ook tot verzaking van hunne ketterij zouden komen. Deze broeders werden langen tijd verborgen gehouden. En toen dit niet langer kon, werd aan ieder der veroordeelden een afschrift er van aangeboden voor een kroon. Doch dezen kwamen hiertegen op en kregen de brieven kosteloos, terwijl zij ook aangeplakt werden.

Daarop gaven de Waldenzen hun belijdenis over, waarmee ook Frans I wilde bekend gemaakt worden. Hierin toonden zij aan, hoe zij gekweld wierden. Eindelijk wezen zij de beschuldiging, als zouden zij oproermakers zijn, af. Zij eerden den koning en verlangden naar Gods Woord te leven en daaruit overtuigd te worden van dwaling, indien zij werkelijk dwaalden.

De bisschop van Cavaillon trachtte daarop op zoeten toon die van Mirandol over te halen tot eene algemeene afzwering van hunne dwaling, maar het onveranderlijk antwoord van dezen was: »Wij kunnen dat niet doen."

Ziende, dat men met sluwheid niet vorderde, drong de bisschop van Aix bij Jean Durandi, raadsheer bij het hof van Provence, om, volgens den last hem gegeven, zich «iet bisschop van Cavaillon, een dokter in de godgeleerdheid, een griffier met verscheidene edellieden en geleerden^ zich "•-'-naar Mirandol te begeven, ten einde de veroor-H^? H if **n°°'^^"' zooals de koning bevolen had. Durandi tw^-A IJ *'°'"™»ssie liet André Magnard den baljuw, ^frt w ! '^f" ^"-^T^ ouderlingen vin Mirandol voor word., o"' l^" '^'"'^^ °^" '^'^"'^^ ketterijen gehoord te Ttellen w2S \ ''"'°.'^' °^ '« '^" ^< ï^°kaat mochten stelen, werd ontkennend beantwoord. Durandi legde zijn last bloot, steunende op het doodvonnis door het hof van Provence over hen uitgesproken en tevens aan de bege­ nadiging des konings. Hij wilde nu weten, of zij voornemens waren 's konings wensch te doen en hunne ketterijen te belijden, Na ruggespraak, antwoordden allen achter elkaar, dat zij eerst dienden te weten, welke ketterijen bij hen ontdekt waren. Noch de bisschop van Cavaillon, noch de theologische dokter wilden hierop antwoorden, zoodat, na lang over • en weer praten, de heer Durandi verplicht was de zitting op te heffen. De confessie der beschuldigden, den koning op diens verzoek overgeleverd, werd bij die gelegenheid ook gelezen en maakte op velen een diepea indruk door haar wandel en eenvoudigheid.

Sints dien tijd hadden de inwoners van Mirandol rust. Dit was vooral het gevolg van den dood van den bekenden president Chassoné en het ontzettend sterven van den monnik Johan de Roma, die vroeger vreeselijk gewoed had tegen de Christenen van Mirandol en Cabrière. Anders werd het echter, toen Jean Menier, heer van Oppeda, tijdens de afwezigheid van den gouverneur Grignan, het hoogste gezag in handen had. Die toch was reeds vroeger bekend geweest door zijne vervolgingen tegen de Christenen, teneinde zich te verrijken. Daar van dezen verscheidenen naar Cabrière waren gevlucht en daar vriendelijk ontvangen waren, besloot Jean Menier zich op de geloovigen van Cabrière te wreken. Hiertoe vond hij gelegenheid in het bekende vonnis. Die van Cabrière en Mirandol zochten heul bij den koning en deze verleende ze, een commissie gelastende hem omtrent genoemde mannen nader in te lichten. Desniettemin wist Menier den koning een bevel te ontlokken, om met het vonnis voort te gaan, hém wijs makende dat geheel de streek van Mirandol en Cabrière in opstand was. Zondag den laden April 1545 kwam het parlement van Aix samen, en las de heer van Oppeda de brieven voor, die hij reeds in Januari van den procureur-generaal gekregen en tot dien tijd verborgen gehouden had.

Het vonnis zou dus tegen Mirandol enz. uitgevoerd worden. Een commissie werd benoemd, die het bevel zou volbrengen. De heer van Oppeda bood aan in persoon die commissie te steunen en hun de soldaten des konings ten dienste te stellen. Den isden April trok de commissie eerst naar Pertuis en voerts naar Cadenst en vandaar begon het branden en moorden en berooven, Mirandol vond men ledig, want de inwoners waren naar het bosch gevlucht. Slechts een jong man, met name Madrizi Blana, vond men er. Op bevel van den heer van Oppeda werd hij aan een o ijfboom gebonden en op wrefde wijze doorschoten. Hij stierf met de o ogen ten heiJbl gericht. Mirandol werd met den grond gelijk gemaakt. Daarna kwamen de plunderaars en moordenaars bij Cabrière, dat zijne poorten gesloten had, maar ze opende op de belofte, dat hun geen kwaad zou geschieden. Nauwelijks waren er de vijanden, of 25 menschen werden terstond gevangen genomen en naar buiten op het veld gebracht, waar ze op de gruwelijkste wijze werden gedood. Zij waren echter niet de eenigen, die jammerlijk vermoord werden. O. a. werden 40 vrouwen in een schuur opgesloten en verbrand en zoo andere. Omstreeks 800 menschen, mannen, vrouwen en kinderen werden, zegt men, omgebracht.

' Daarop werden de mannen van Mirandol, die in het bosch waren, opgeëischt. Zij verzochten vrijen aftocht naar Duitschland. De heer van Oppeda weigerde dit besluit. De Dienaren des Woords spraken toen allen moed in, herinnerden aan de beloften Gods en waarschuwden, dat niemand den Heere zou verloochenen.

Des anderen daags kwamen de ^ soldaten in het bosch en dooden daar die zij vonden, daar en op verscheidene andere plaatsen, daarbij gelegen.

Zoo werden om des geloofswille vele honderden ge loovigen gedood.

DE GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's