GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CL VIII.

PHILIPPE DE LUNS.

ïMaar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus". Zoo heeft Paulus gejuiclit in het aangezicht van den dood, omdat hij wist, wien hij toebehoorde en welke hope hij had voor de eeuwigheid. Zoo heeft na liem gejuicht een wolke van martelaren, toen zij de ure huns stervens zagen naderen.

Reeds van verscheidene martelaren hebben wij dit aangetoond. Meestal waren dezen mannen, doch daar is ook eene breede rij van vrouwen, die op het schavot voor de eere en den naam haars konings zijn uitgekomen. Onder de laatstgenoemden behoort ook Philippe de Graveron van Luns, eene vrouw geboorUg uit Gase in het kerspel Luns, in het bisdom Perigneur. Zij was nog slechts 23 jaren oud, toen zij den marteldood inging.

Ten einde zich bij de kerk des Heeren te kunnen voegen, verliet zij, na haar huwelijk, met haren man Gascogne en vestigde zich te Parijs, waar zij door haren godzaligen wandel iedereen ten voorbeeld strekl-e. Haar huis stond altijd open voor de samenkomsten der gemeente. Omstreeks de maand Mei werd haar man, de heer de Grave­ ron die ouderling was, ernstig ziek en stierf. In haren weduwstaat bleef de vrouwe de Graveron den Heere dienen en werd in de samenkomst der gemeente met anderen gevangen genomen. Van toen af werd haar de kerker een kampplaats. Zij had er veel te strijden zoowel met de rechters als met de geleerden. Maar Gods genade droeg haar telkens als overwinnares uit den strijd. Haar gewone antwoord was, dat zij hare geloofsbelijdenis uit het Woord Gods had en er dus in wilde leven en sterven. Toen de geleerde Maillard tot haar kwam, verweet zij hem zijn zondig leven en weigerde hem te antwoorden.

Als zij voor hare rechters kwam, zuchtte zij soms, doch hare antwoorden getuigden van een overmoedigen en blijmoedigen geest. Den heer Murnier antwoordde zij op zijne vraag, of zij niet geloofde, dat Jezus Christus hchamelijk in het Sacrament des altaars (zooals zij 't Avondmaal noemden) aamvezig was, dat niemand moest gelooven, dat het lichaam van Hem, wien alle macht gegeven is in hemel en op aarde, door menschen kon worden doorknaagd.

Toen haar ondervrager haar wilde terugzenden naar den kerker, verzocht zij hem het volgende: sMijnheer, gij hebt mijne zuster van mij verwijderd en bevolen, dat ilc alleen moest zitten. Hieruit maak ik op, dat mijn dood aanstaande is. Zoo ik dan ooit troost noodig gehad heb, behoef ik dien nu. Daarom bid ik u, mij een Bijbel of ten minste een Nieuw Testament te doen bezorgen, opdat ik daaruit troost zou mogen putten."

Deze godzalige vrouw werd ook door hare buren zwaar beschuldigd. Wel bekenden zij te voren, dat zij onberispelijk leefde en zeer weldadig was, maar daarbij voegden zij de aanklacht, dat er in haar huis onophoudelijk psalmen werden gezongen. Een paar malen had men zelfs een groot aantal menschen uit haar huis zien komen. Ja, toen haar man op sterven lag, had zij geen priester bij hem geroepen. Ook wist men niet, waar haar man begraven was. Wat haar kind betrof, had men nooit gehoord of het gedoopt was.

Nadat deze getuigenissen waren afgelegd, gingen de buren weg. Twee hunner kregen onderweg twist en de een doodde den ander met een mes. Zoo volgde hen het oordeel Gods. De dood dezer vrouw werd verhaast door den ijver van hen, die de verbeurdverklaring harer goederen hadden verkregen. Met name deed dit de zegelbewaarder Jean Bertrand, die vroeger overheidspersoon geweest was maar sinds den dood zijner gade in den geestelijken stand overgegaan en in 1557 kardinaal was geworden, alsnïede zijn schoonzoon de Markies de Tran.

Gevraagd naar verschillende stukken harer belijdenis, sprak zij onomwonden het uit, dat zij geenen anderen rechter in de zaken des geloofs erkende, dan Gods heilig Woord. Omtrent de macht des Pausen had zij nergens iets gelezen in den Bijbel. Ook kende zij geen ander gezag in de kerk dan dat van Jezus Christus — van kerkelijke overheden te spreken was onschriftuurlijk.

Den 27en September 1558 werd zij tegelijk met de hiervoren genoemde martelaren Nic. Clinet en T. Grayèlle ter dood veroordeeld. Na de pijniging werd zij in de kapel gebracht, waar een priester tot haar kwam, om haar de biecht af te nemen. Zij gaf echter ten antwoord: jAan God wil ik mijne zonden belijden en ik ben zeker, dat Hij die vergeven zal. Ik geloof trouwens niet, dat iemand anders dan God mijne zonden kan vergeven." Toen eenige raadsheeren van het hof verlangden, dat zij een houten kruis in de hand zou nemen, zooals anderen deden, die ter strafplaats gevoerd werden, terwijl zij tevens zinspeelden op het woord der Schrift: ïNeem uw kruis op u, " antwoordde de vrouwe de Graveron: jMijne heeren, gij laat mij wel mijn kruis dragen, daar gij mij, tegen recht en billijkheid in, ter dood veroordeeld hebt, omdat ik al mijn hoop op Christus stel, die nooit van zulk een kruisdragen als waarvan gij spreekt, geleerd heeft. Evenals aan 'hare medegevangenen wilde men haar de tong uitsnijden. Gewillig onderwierp zij zich aan deze mishandeling, zeggende: Daar ik om mijn geheele lichaam niet treur, waarom zou ik dan om mijne tong treuren r Op de strafplaats was vrouwe Philippe de Graveron blijmoediger en vroolijker dan hare medestrijders. Haar buitengev/oon schoon gelaat onderging niet de minste verandering. Had zij vroeger om den dood haars mans rouwkleederen gedragen en zich, volgens de gewoonte des lands, in 't wit gekleed, nu legde zij haar rouwgewaad af en trok feestkleederen aan, daar zij immers haren hemelschen Bruidegom tegemoet ging. Vrouwe Philippe werd aan de strafpaal eerst geworgd en daarna verbrand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's