GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

China.

Vervolging der Christenen.

Voortdurend komen er uit China berichten omtrent de vervolging der Christenen aldaar, zoodat het nu van lieverlede mogelijk wordt eenig denkbeeld daarvan te krijgen.

Die vervolgingen begonnen in de provincie Szetschuen, en wel in de hoofdstad Tschenglu. De aanleiding tot de beroering was de volgende:

Een te Tschengtu arbeidende zendeling-arts had bij eene Chineesche kraamvrouw eene operatie gedaan. Het kind kwam als een krachtige jongen ter wereld, maar de moeder werd van dag tot dag zwakker. Zij werd door den zendeling-arts behandeld en stierf ten slotte. De man ontbood toen den arts en zoo spoedig deze de vrouw voor dood verklaarde, sprong hij op hem los en beschuldigde hem aan den dood zijner vrouw schuld te hebben. Een gevecht ontstond daardoor, doch het gelukte den arts naar buiten te komen, gevolgd door den man van de gestorvene. Diens luid geschreeuw bracht weldra een groote menschenmassa op de been en toen een uit de menigte den arts een slag toebracht en deze zich daarop begon te verdedigen, werd algemeen de kreet aangeheven: »vermoord hem." De arts zocht zijn leven te redden door te vluchten en het gelukte hem ook, om door het gepeupel gevolgd in zijn hospitaal te komen. Een deel van de menigte drong wel het gebouw mede binnen, doch werd door den doctor daaruit weder verdreven, die daarop den weg tot de deur afsloot. Daar het inmiddels nacht geworden was, verspreidde de volksmenigte zich weder.

De zaak werd aan de overheid bericht, die beval, dat het lijk van de gestorven vrouw zou worden geschouwd. Een volle twee dagen was de geheele stad in oproer, (22 en 23 Mei) Ieder ging naar het sterfhuis, om de door den zendeling vermoorde vrouw te zien. Het volk dacht niet anders, dan dat de vrouw door den zendeling-arts was omgebracht. Dagelijks gingen er groote menschenmenigten voorbij het huis van den arts, terwijl er luide geschreeuwd werd: »steek de huizen der vreemden in brand."

Zooals het steeds gaat, werd door het volk de zaak altijd erger, zoodat in het eind van Mei het volk te hoop liep en de daar aanwezige inrichtingen voor de Zending verwoestte. Toen men het Fransche zendingsgebouw te Tschengtu ten onderstboven keerde, brak het gepeupel ook het graf open van den voor 70 jaren onthoofden bisschop Dufresse, dat zich in den tuin van het Roomsche zendingshuis bevond, en nam het gebeente er uit. Dit gebeente werd toen door de straten van Tschengtu gedragen, terwijl men riep, dat dit de beenderen van Chineezen waren, die de zendelingen vermoord hadden; men had ze in de kelders van hun huis gevonden. Dit deed de gemoederen nog meer in woede losbarsten. De zendelingen werden echter niet aangevallen, met uitzondering van den Roomschen bisschop Dunaud. Van Tschengtu uit verbreidde zich de beweging tegen de zendelingen naar andere plaatsen in Oost-Szetschuen. De protestantsche zendelingen begaven zich gezamenlijk naar Honkon; de Roomsche zendelingen bleven op hunne stations.

Veel ernstiger was de beweging in de provincie Honan, Daar trad de secte der vegetariërs tegen de zendelingen op. Eerst na het uitbreken van den oorlog met Japan kreeg deze secte macht en invloed. Reeds in Augustus van het vorige jaar vielen zij de Christenen in een dorpje aan, mishandelden ze en beroofden hen van hun_ eigendom. Toen zij niet alleen tegen de Christenen optraden, maar nog andere euveldaden deden, werd de overheid er toe gebracht, om maatregelen tegen hen te nemen. Dit was het teeken tot een algemeenen opstand tegen de overheidspersonen, die daarbij aan he kortste eind trokken. Reeds in December van het vorige jaar, toen de secte een soort van algemeene vergadering te Kutscheng hield, was de toestand van de Chineezen, die tot he Christendom overgingen, zeer bedenkelijk en zij verzochten daarom den leider. Dr. Stewart van het Engelsche zendingshuis, om hen van wapenen te voorzien. Deze weigerde dit echter en wees er op dat, als het op een strijden zou aankomen, zij toch door hun klein getal het onderspit moesten delven. Reeds bij den aanvang van het jaar werd het getal leden der secte geschat op 3000 zielen, meest lieden uit de nederigste volksklassen. Daar hadden de gebeurtenissen in Tschengtu plaats. Men had verwacht, dat de zendelingen zich uit Honan zouden terugtrekken, maar in plaats daarvan verwisselden de protestantsche zendelingen de eene provincie met de andere, terwijl de Roomsche niet van hunne plaats weken.

De mandarijnen te Peking, die de vreemdelingen geen goed hart toedragen, schenen daarin wemig behagen te scheppen. Men ging nu een krachtiger werkend middel aangrijpen, om de vreemdelingen te verdrijven en wel door te Kutscheng een bloedige vervolging op touw te zetten.

De bijzonderheden van den moord te Kutscheng hebben we reeds in dit blad medegedeeld. De aanvallen op het daar aanwezige Engelsche zendingstation, waarin meest vrouwen arbeidden, werden door 50 vegetariërs ten uitvoer gebracht. Die vrouwen smeekten om haar leven. Zij waren bereid al haar goed en al haar versierselen over te geven, maar de aanvoerder van de bende beval geen genade te gebruiken en de vrouwen aanstonds neder te houwen. Zoo werden dan behalve de zendeling Stewart, zijne vrouw en twee zijner kinderen en nog zes vrouwelijke zendelingen, meest dochters van Engelsche predikanten, omgebracht. De andere kinderen van Stewart en een zendelinge werden zwaar verwond; vier mochten veischoond blijven.

De vermoorde predikant Stewart was sedert 1876 in^d.ienst van de Church-Mission. Hij studeerde aan het Trinitz-College te Dublin. Onderscheidene jaren was hij director van he theologische Seminarium te Futschau. Daarna werd hij ziek. In 1893 ging hij met zijne vrouw weder naar China, Hij moet met zegen onder het opkomend geslacht hebben gearbeid. Hoe weerloos de zendelingen te Kutscheng waren, bewijst een telegram aan de Church-Mission, volgens hetwelk de soldaten, die afgezonden waren om het zendingsstation te verdedigen, daar inbraken en het plunderden.

Inmiddels is de vervolging voortgegaan. Den 7den Augustus zijn de Engelsche en Amerikaansche zendingstations te Futschau bij Kanton aangevallen en de hospitalen verwoest. Eenige van de zendelingen ontvloden naar Schamin, andere bleven te Futschau. Een Chineesche met kanonnen gewapende boot werd tot herstel der orde gezonden. Het gerucht loopt, dat weldra alle zendingstations van de provincie Kwangtong zullen verwoest worden. De bond van vegetariërs telt thans 12.000 man, die wel gewapend en georganiseerd in staat zijn, om de Chineesche troepen weerstand te bieden.

Wel mag een gebed opgaan voor de vervolgde kerk in het uitgebreide land, dat even weinig in staat schijnt de vijanden van buiten als de oproermakers van binnen te breidelen.

WINCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's