GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onwaarheid in de Nederl. Hervormde Kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onwaarheid in de Nederl. Hervormde Kerk.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 23 October 1896.

Deze titel is niet van ons.

Hij is van een Hervormd predkant, en wel van Ds. G. Bruna, predikant te Buurse.

Hij zelf plaatste deze aanklacht als titel aan het hoofd van een vlugschrift, door hem in Juni dezes jaars uitgegeven.

Het loont de moeite op dit opmerkelijk geschrift nader ia te gaan.

Deze predikant toch maakt al den indruk van rondborstig te zijn, geen advocatenpleidooi te voeren, ' maar waarheid te bedoelen.

Lees slechts deze paragraaf over de Doleantie:

Is dus het doel, dat we moeten bereiken souvereiniteit van eiken kring, dan komt van zelve de vraag bij ons op: waarom dan niet de kortste weg genomen en u aangesloten bij die kringen, waar deze souvereiniteit reeds is: vrije gemeenten. Gereformeerde kerken?

Nu zoude hierin zeer zeker, vooral voor de predikanten, het financieel bezwaar mogen meespreken, daar de uittredenden alle recht op bezittingen en uitkeeringen verliezen.

Maar moge dit mede spreken, dit stoffelijk bezwaar alleen zou geenj oogenblik tegen geestelijk voordeel mogen opgewogen worden.

Er is echter een geestelijk verlies bij zulk een handelwijze, dat medewegen mag.

Omdat in groote kringen van leden der Ned. Herv. Kerk nog geloof aan die kerk als geestelijk instituut gevonden wordt en de oogen voor de onwaarheid daarvan gesloten zijn, daarom wordt in die kringen ieder die de kerk verlaat, voor een scheurmaker of afvallige gehoudsn. De geschiedenis der doleantie wijst dit uit.

En het uittreden van b. v. de Gereformeerden zou dan ook geen ander gevolg hebben, dan dat men groote scharen, die nu nog met de waarheid bereikbaar zijn, aan niet-gereformeerden invloed moest overlaten. En dit geldt evenzoo van de modernen en van de Groningers en van elke andere richting: die uittreedt verlaat een arbeidsveld en verliest het.

Eerst als er geen spartie grise" meer is, als tot in alle kringen de scheiding der belijdenissen in 't bewustzijn is doorgevoerd, eerst dan kan er sprake zijn van andere scheiding.

Het grondbezwaar tegen de doleantie bij vele Gereformeerden is dan ook niet het beginsel, maar alleen de uitvoering, toen het nog te vroeg was, een goede, maar onrijp geplukte vrucht.

Is het hieruit duidelijk, dat een uittreding van personen en groepjes niet wenschelijk is, nog moet worden gevraagd of het inblijven mogelijk is.

Want indien deze wenschelijkheid verandering van beginselen moest veroorzaken, dan natuurlijk zou al 't wenschelijke verdwijnen en zouden de beginselen moeten gehandhaafd worden.

Dit bezwaar bestaat bij modernen en Groningers niet: ze zien niet 't minste bezwaar er in, om een kind van geloovige ouders te doopen of een orthodoxe aan het avondmaal toe te laten. Maar bij de orthodoxe richtingen bestaat dit bezwaar wel: op grond van hun beginsel mag de Gereformeerde geen kind van ongeloovigen doopen noch een niet-belijder van den Christus toelaten tot het Heilig Avondmaal. En nu is de vraag: kan dit beginsel gehandhaafd worden door die Gereformeerden, welke onder het verband der Ned. Herv. Kerk leven? Zoo ja, dan blijven om de mogelijke winst, zooeven genoemd, zoo neen, dan uittreden, wat het ook koste.

Let nu op deze gewichtige verklaringen: i", een Gereformeerd predikant kan geen niet-belijder tot het heilig Avondmaal toelaten; 2". wordt hij hiertoe gedrongen, dan moet hij uittreden, wat het ook koste,

In 1886 stond de Gereformeerde kerketciad van Amsterdam juist voor deze pertinente vraag. Hij verklaarde: Ik kan en mag deze niet-belijders niet tot het heilig Avondmaal toelaten.

De Hoogere Besturen antwoordden: Gij moet het toch doen.

Amsterdam weigerde.

En toen schreef het Classicaal Bestuur van Amsterdam, doende wat des kerkeraads is, die niet-belijders toch in, verschool zich achter de Beheers-quaestie, en zette den kerkeraad af.

Juist wat Ds. Bruna hier als gedragslijn voorschrijft, is alzoo door den kerkeraad van Amsterdam in 1866 gedaan.

Het was daarom wenschelijk dat hij er zich over uitsprak, hoe hij desniettemin oordeelen kan, dat deze kerkeraad anders had moeien handelen.

Een Gereformeard predikant, zegt hij, kan en mag geen kind van ongeloovige ouders doopen, noch ook een niet-belijder tot het heilig Avondmaal toelaten. Dus mag ook geen ouderling hiertoe medewerken.

Toch dwingt men hiertoe jaar aan jaar tal van predikanten en ouderlingen, die zeggen Gereformeerd te zijn.

Wat de kerkeraad doet, doen zij voor hun deel mede.

Of iemand op attestatie door u tot het Avondmaal wordt toegelaten of op aanneming staat precies gelijk.

En een ieder weet, dat in elke groote gemeente van de Hervormde kerk tal van personen, onder het zegel van een Gereformeerden kerkeraad, recht op Doop en Advondmaal hebben, die feitelijk buiten alle positief Christelijk geloof staan.

Nu zegt Ds. Bruna: Dat mag niet.

Toch doet men het algemeen.

Er is na 1886 geen voorbeeld bekend, dat óf Doop, óf Avondmaal, óf attestatie geweigerd is.

Men doet het, niet goedschiks, maar kwaadschiks.

Men zou, o, zoo gaarne, weigeren. Vroeger deed men dat dan ook. Maar nu durft men niet meer, omdat men weet dat het op afzetten uitloopt.

Ds. Bruna keurt dit af.

Hij zegt: Als mea u dwingt, uittreden, wat het ook koste 1

Maar zijn stem vindt geen gehoor.

Men laat zich dwingen, doet het toch, ca blijft, omdat het zooveel kosten zou.

Een grondbezwaar tegen de Doleantie heeft hij niet. In beginsel valt hij ons bij. Maar, zoo klaagt hij, de uitvoering van het beginsel kwam te vroeg, de vrucht was nog niet rijp om geplukt te worden. d

Inmiddels geeft hij zeil aan, wanneer de vrucht rijp is, en moet geplukt worden.

Dat tijdstip is z. i gekomen, als men u dwingt om een niet belijder tot het heilig Avondmaal toe te laten.

Welnu, dat tijdstip ligt niet in de toekomst.

Dat tijdstip was in l886 gekomen.

Toen deden wij, wat hij zelf aanraadt. We lieten ons niet dwingen, en traden uit het Synodaal verband, wat het ook kostte.

Dat tijdstip is er nog.

Men dwingt er nog elk vierendeel jaars de Gereformeerden in de Hervormde kerk toe.

Maar zij treden niet uit.

Zij latea zich dwingen.

Zij blijven.

Omdat het zooveel kosten zou.

En Ds. Bruna staat met hen tegenover ons. Vrage: Hoe rijmt ge dit ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Onwaarheid in de Nederl. Hervormde Kerk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1896

De Heraut | 4 Pagina's