GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XVII.

Na Amerika doorkruist te hebben, ten einde overal de resultaten der zending na te speuren, zoeken wij Afrika op. Dit werelddeel, het derde in grootte, is het laatste in peichaving en ontwikkeling. Voor zooverre het bekend is \r i!*^'' '^^ kleine uitzonderingen na, óf heidensch of Mohammedaansch. De binnenlanden zijn bovendien zoo g02d als gesloten voor ons. Toch ontbreekt in Afrika de ^? ['^ing, niet. AVat geprofeteerd is in Psalm 68 : 32: iKinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Mooren-. land^ zal zich haasten zijne handen tot God uit te strek-'^'^1 is bij aanvang vervuld. De morgenstond is gekomen, ofschoon het nog nacht is.

Eerst willen wij den zendingsarbeid in Noord-Afrika be-, l'^™.'}-Achtereenvolgens brengen wij dan een bezoek aan « Nijldal, de ku ten der MiddellandscheZee en het noorde-'JK deel van de westkust tot aan den Senegal. De bevolking ^ezer landen behoort voor het grootste gedeelte tot die Cha-'ren, welkeof met de negers in het geheel niets gemeen heb-^ n of ondanks hunne vermenging met negerstammen toch 'Ch " '? ^g^'''aal spreken. Bijna zou men kunnen zeggen van de namiten, dat hoe onvermengder hun bloed is, des te sterker • I 'nvloed van den Islam op hen. Hoe geheel anders is het ^e eerste eeuwen onzer jaartelling geweest onder deze menschen. Toen bestonden er bloeiende kerken te Alexandrië, te Hippo enz. enz. Toen leefden hier geestelijke leidslieden als Augustinus en Athanasius, wier namen de Christelijke kerk tot den huldigen dag met eer bied noemt. Toen was het bloed van martelaren als Perpetua en Felicitas het zaad der kerk. Doch toen ook openbaarden zich hier de eerste dwalingen, met name die van Arius en de Monophysiten (drijvers van ééne natuur in Christus), welke tot den zedelijken val dier eens zoo bloeiende kerken hebben meilegevverkt. Thans zijn er nog resten van die oude Christelijke kerken, die echter alle in geestelijk verval zijn.

Abessynië of Aethiopié, zooals het in den laatsten tijd weer genoemd werd, is als een burcht van dat verbleekte naam-Christendom. Zijne bruine inwoners, Afrikanen vermengd met Zuid-Arabieren, hebben in de 4e eeuw het Christendom aangenomen en zich in de se eeuw bij de Monophysitische kerk van Egypte gevoegd, van wie zij nog afhankelijk is, in zooverre de Abuna of Opperherder van de Abessinische kerk altijd nog door den Koptischen Patriarch wordt geordend. Toen in de 7e eeuw de Islam langs de kusten van N.-Afrika toog om Europa van den kant van Spanje aan te vallen en aan zich te onderwerpen, sneed het tegelijk Aethiopië af van de overige Christelijke wereld, waarvan het gevolg was, dat 't Christendom aldaar versteende. In dronkenschap, ontucht en bijgeloof leeft nu het volk, het kust kerksteenen, roept vele heiligen aan, vast dikwijls en wordt geleid door onwetende priesters en monniken.

In de i6e eeuw verschenen de Jezuiten in dit land en arbeidden er met zooveel vrucht, dat het Pausdom het Monophysitisme scheen te zullen overwinnen, toen de Negus (hoofd) Fasilidas de nationale kerk weer herstelde en de dienaars van Rome verdreef. Kort daarop kwam de vrome Lubecker P. Heijling (1635) herwaarts, om er het zuivere christendom weer te brengen, doch zonder veel vrucht. Later werden opnieuw pogingen aangewend, om Abessinië voor de ware leer des kruizes te winnen. Maar noch de bekende Samuel Gobatt (1826), noch Isenberg en Krapf (1839) konden den tegenstand tegen hunne leer over winnen en eindelijk werden zij verdreven. Nadat Abessinië, dat lange jaren in drie rijken verdeeld was, wederom vereenigd was ouder Theodorus III knoopte Gobat met dezen briefwisseling aan en beval hem zendeling-werklieden van de Chrischona-zending aan.

De Negus ontving dezen wel, maar liet hen niet toe onder zijn volk den Christus te prediken; hij hield hen bij zich als ingenieurs. Meer vrijheid genoten de zendelingen onder de Joden. Doch toen Theodorus ontstemd werd tegen de Europeanen zette hij de missionairen in de gevangenis. Een Engelsch leger verloste hen uit den kerker, maar nam hen tegelijk meê, daar hun leven niet veilig was. Alleen bleven er bijbels achter in de handen van eenige weinige christenen uit de Abessiniërs. Beter dagen scheen de negus Menelik te zullen brengen voor de zen ding. Doch nieuwe staatkundige verwarrmgen dreven zelfs de laatste zendelingen weg.

Thans bepaalt zich de arbeid der missie tot het invoeren Yan bijbels en geschriften, die dan door de weinige bekeerde Abessiniërs en Joden worden verspreid. Alleen te Massawa is een Zweedsehe zendingspost.

Met het christendom is het-in Egypte niet minder droevig gesteld dan in Abessinië. Zijne 6.818.000 inwoners staan onder Turksche oppermacht en Britsche protectie en zijn voor het grootste gedeelte Mohammedanen.

In de 7de eeuw bloeide hier nog de Christelijke kerk, thans vindt men er ternauwernood 200.000 naam-Christenen, Kopten genoemd. Onder dezen arbeidden thans de Schotsche en Amerikaansche Presbyterianen te Kaïro, Alexandrië, Mansura, Sinu, hierbij gesteund door 70 inlandsche helpers. De scholen, die zij gesticht hebben, tellen 1200 leerlingen. Miss AVhateley's groote school te Kaïro is ook voor Mohammedaansche meisjes toegankelijk. Op bescheidener voet dan de Amerikanen en Schotten, zijn ook de Nederlanders in het oude land der Faraonen werkzaam tot uitbreiding des Evangelies van den Christus. Door de bemoeiingen van Ds. Witteveen is vele jaren geleden te Calioub (niet ver van Kaïro) een zendingspost gesticht. In 1866 landden J. en A. Mooy met eenige Engelschen in Egypte aan, waar de eerste overleed en de anderen na 1I/3 jaar huiswaarts keerden.

Nyland kwam in 1871 te Alexandrië en begon te Calioub te werken. In 1874 werd hij door Spillenaar afgelost, die hier nog voortdurend werkzaam is. Na den dood van Ds. Witteveen kwam deze zending in 1886 onder het comité „Vereeniging tot Uitbreiding van het Evangelie in Eg)'pte, " dat in Mei 18S9 A. de Vlieger als medehelper van Spillenaar uitzond, bijzonderlijk voor de zendingsschool. Slechts korten tijd is die arbeider in Calioub geweest. De door hem opengelaten plaats zal, zoo God wü, spoedig worden vervuld door Pennings.

DE GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 februari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

De Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 februari 1899

De Heraut | 4 Pagina's