GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De kerk van Christus, de brouw en het huisgezin.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk van Christus, de brouw en het huisgezin.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

In de eerste eeuwen der Christelijke kerk ontvingen de kinderen der christengezinnen hunne opvoeding en eerste onderricht in den godsdienst in den boezem der huisgezinnen. Zoolang 'sHeeren kerk groeide onder de tallooze gevaren van vervolging en haat, kon dit niet wel anders. Daar is wel eens gevraagd, of de Christenen hunne kinderen zonden naar de heidensche scholen of ze er van terug hielden uit gewetensbezwaar. De geschiedkundige getuigen zeggen hiervan niets, maar men mag onderstellen, dat zij, die openbare betrekkingen ontvloden uit vrees om deel te moeten nemen aan de heidensche godsdienstige gebruiken, zich er ook wel voor moesten wachten hunne kinderen toe te vertrouwen aan meesters, die hun de leugenen van het heidendom zouden leeren met het heidensche leven. Wij mogen wel vertrouwen, dat, naarmate de kerken zich institueerden, door haar ook scholen zijn opgericht zoowel voor kinderen als voor ouderen, die zich voorbereidden op den doop of voor de uitoefening van den Evangeliedienst. De eerste sporen van lagere scholen, die wij in de geschiedenis vonden, zijn niet ouder dan de 4e eeuw. Deze scholen ^werden gehouden door Presbyters. De kinderen gingen er heen van hun se jaar af. De monniken hebben hunnerzijds zich bijzonder verdienstelijk gemaakt omtrent het onderwijs en de opvoeding der jeugd. Basilius legt hun dit als een plicht op en geeft wenken over de behande ling van het kind. Onder den invloed des Christendoms heeft de opvoeding der kinderen een godsdienstig karakter gekregen, was zij bijgevolg heel wat zedelijker dan in de oude wereld.

Ziedaar wat de oude kerk voor het huisgezin, de vrouw en het kind deed, toen zij het heidendom bestreed en uitdreef en Gods Woord tot eere bracht. Deze beginselen zijn in den loop der eeuwen door de kerk gehandhaafd. Wel dreigde de Roomsche kerk, toen zij in haren bloeitijd gedurende de middeneeuwen het gransche menschenleven aan haar grootheid en eer trachtte dienstbaar te maken, in hetzelfde euvel te vallen als het Heidendom van Griekenland en Rome, en alles te doen opgaan in de kerk en haar egoïsme. Maar dit kon niet lukken door den machtigen tegenstand dien zij van vele zijden, zoowel van die des ongeloofs als van die der geloovigen, welke van de Heilige Schriften niet geheel vervreemd waren, ondervond. Intusschen ward in dien tijd de hooge be teekenis van het familieleven wel aangetast door de verheerlijking van den ongehuwden staat, welke geeischt werd voor alle geestelijken. Ook het dogma dat het huwelijk als sacrament voorstelde, deed schade aan de wat wij zouden willen noemen maatschappelijke zijde van het huwelijk. Voorts werd bij de opvoeding en het onderwijs des kinds te weinig aan de rechten en verplichtingen der ouders gedacht en deze door de kerk te veel op zij gedrongen.

Eerst de reformatie der i6de eeuw brak dezen ban en herstelde de oude beproefde beginselen voor huwelijk, huisgezin en opvoeding des kinds. Of wij zoowel in het een als in het ander het ideaal bereikt hebben, valt te betwijfelen, maar hoe meer de Heilige Schrift tot haar recht komt en hare heerschappij uitoefent, zullen wij nader daaraan gebracht worden.

Slaan wij nu nog een korten blik op de sociale verhou­ dingen, zooals de kerk der eerste eeuwen die naar de Heilige - Schriften nastreefde.

De sociale toestand der oudheid berustte op de zooge-'naamde natuurlijke ongelijkheid der menschen. De wijsten onder de ouden handhaafden deze stelling. De leer van Christus alleen predikt de leer der onderlinge gelijkheid. De kerkvaders, tolken der Christelijke idéé, spreken eenpariglijk zich in dezen geest uit.

Gedurende de vervolgingen en daarna, toen Jezus' kerk tot zegepraal was gekomen, wijzen de kerkvaders op den gemeenschappelijken oorsprong en de gemeenschappelijke bestemming van alle menschen, hunne natuurlijke gelijkheid. Geschapen door denzelfden Schepper, naar het beeld Gods, stammen zij af van eenzelfde ouderenpaar, zijn hunne lichamen uit dezelfde stof geformeerd, worden zij allen even zsvak en naakt geboren, en wacht hun dezelfde dood; zij hebben allen zielen, die onsterfelijk zijn, in staat om den Heiligen Geest te ontvangen; zonder uitzondering zijn zij voorwerpen van de barmhartigheid Gods. Als er verschillen zijn in de wereld, dan zijn die niet gegrond in de natuur, raaar zijn ze toevallig. De geboorte adelt niet, de ware adel is die der ziel; de menschen zijn van elkander onderscheiden alleen door den trap waarop hun geloof, hun godsvrucht staat. Even weinig als de geringheid van iemands uitwendige positie een hinderpaal is vooi; zijn zedelijke waarde, even weinig is de hoogheid van deze positie, op zich zelve beschouwd, een grond voor ware grootheid. „Gij zegt, dat uw vader consul is, dat uwe moeder vroom en goed is; " zeide Chrysostomus, „wat gaat mij dat aan, toon mij uw eigen leven; daarnaar kan ik over u oordeelen. Zelfs al is iemand nog niet tot het geloof in den Heere Jezus gekomen, moet hij toch als mensch worden ontzien. Van welke natie hij zij, tot welke religie hij behoort, de band van dezelfde ouders bindt de menschen onderling; de heiden en de Jood zijn de naasten ook der Christenen. Zoowel den boozen als den goeden moeten de geloovigen hunne liefde toezeg­ gen. Het egoïsme der heidenwereld wordt door de kerk des Heeren, met al den ernst die in haar is, verfoeid. Alle kerkvaders dringen aan op liefde. Hare openbaring is van veel meer beteekenis, dan het strengste leven der onthouding van de wereld. Chrysostomus stelt haar boven vasten en boetedoeningen. Hij wil niet, dat men de wereld ontvlucht, door zich terug te trekken in de woestijnen of op de bergen, maar blijve leven te midden der maatschappij, het stichtende door eenen kuischen wandel der liefde, want de liefde, de zachtmoedigheid en de vrijgevigheid voor den arme, zijn grooter dan het ongehuwde leven. Meent men in de eenzaamheid te moeten gaan, dan moet men haar heiligen door de liefde anders beteekent het niets.

De bron dezer werkzame liefde, is het besef van de grootte der liefde van Jezus Christus, de genade der verzoening met God door 'sHeilands bloed. Ziet de Christen in lederen mensch zijnen naaste, zijne medegeloovigen zijn zijne broeders. Wij zijn allen een in den Heere, zegtGregorius van Natron, zoowel de rijke als de arme, de slaaf als de vrije, de sterke als de zwakke; één is ons hoofd. Deze broederlijke liefde leerde de Christenen samen te strijden, satnen te lijden. De liefdemaaltijden waren symbool der onderlinge liefde.

Het onderscheid tusschen de Heidensche maatschappij en die met den geest van Christus zijn vervuld schreef Augustinus in dit woord, dat alles zegt: De rechtvaardigheid is onmogelijk waar de liefde niet heerscht. Het hoog houden des rechts, de bevrijding der menschen uit eene onbillijke afhankelijkheid kunnen slechts komen uit de liefde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's

De kerk van Christus, de brouw en het huisgezin.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's