GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Noorwegen. Eene vrije theologische faculteit.

Wij deelden in dit blad reeds mede, dat het plan in Noorwegen door de Vereeniging voor Inwendige Zending gekoesterd werd, om eene bijzondere theologische faculteit, „Gemeentefaculteit" genoemd, te stichten. Dit plan is verwezenlijkt, zoodat den isten September van dit jaar deze faculteit hare lessen hoopt te openen in eene gehuurde woning in de Christiaan-Augustusstraat te Christiania. De hoogleeraar Dr. Odland, zal de NieuwTestamentische uitlegkunde; de predikant Hognestad de Oud-Testamentische uitlegkunde, en de predikant Sverdrup de kerkgeschiedenis doceeren. Een hoogleeraar voor de dogmatiek is nog niet benoemd, maar men hoopt dien in den candidaat Hallesby gevonden te hebben, die thans nog in Duitschland studeert. De hoogleeraar Dr. Odland heeft zich reeds als een degelijk geleerde doen kennen. Ook van de andere hoogleeraren is te verwachten, dat zij het peil van het onderwijs hoog zullen houden, zoodat de faculteit niet bij de staatsfaculteit, wat wetenschappelijk gehalte betreft, zal behoeven achter te staan. Menschen die over Noorsche toestanden kunnen oordeelen, beweren, dat de „Gemeentefaculteit" wel een behoorlijk aantal studenten zal trekken. Het is wel een groot bezwaar, dat de „Gemeentefaculteit" vooreerst geen recht tot examineeren krijgen zal, zoodat hare leerlingen examen bij de staatsfaculteit moeten doen, doch daar zijn andere redenen, waarom men verwachten kan, dat zij geen gebrek aan leerlingen hebben zal. Het is toch te verwachten, dat familiën, die egenwoordig hunne kinderen niet aan de leiding van ongeloovige hoogleeraren durven toeverrouwen, hare zonen aan de „Gemeentefaculteit" ullen toevertrouwen.

In elk geval is het stichten van deze vrije theologische faculteit, die geheel door gaven van particulieren onderhouden wordt, een daad des geloofs geweest, die grooten invloed hebben zal op den loop van zaken in de kerk van Noorwegen. In de eerste plaats hoopt men van haar leeraren der gemeente te verkrijgen, die de zuivere Luthersche leer verkondigen, welke van de staatsfaculteit niet te verwachten zijn. In de tweede plaats verwacht men van deze faculteit, dat zij de Luthersche kerk van Noorwegen zal vrij maken.

In het land der Noren is de macht over de kerk geheel in handen van den staat. Op staatkundig gebied is het land in het bezit van eene zeer milde constitutie. Het volk dat aan zijn kerk hangt, verlangt ook voor de kerk vrijheid. De volksvertegenwoordiging, de Storthing, heeft onder den tegenwoordigen toestand alles over de kerk te zeggen. Om daarin verandering te brengen, heeft men een comité gevormd, dat een voorstel aan de regeering zond, volgens welke de bestuursorganisatie van de kerk geheel zal veranderd worden. Ook is men van plan eene politieke partij te vormen, die voor de vrijheid der kerk strijden zal.

De regeering heeft op het voorstel van het omité geantwoord, door het benoemen eener taatscommissie, die het kerkelijk vraagstuk zoo eelzijdig mogelijk zal bestudeeren. De mannen ie de kerk lief hebben, meenen dat dit een

middel is om de zaak in de doofpot te doen.

Reeds is er een politieke partij, die de vrijmaking der kerk beoogt, gesticht. De laatste vergadering van de Vereeniging voor Inwendige Zending, die te Drontheim van 21—24 Juni vergaderde, heeft haar orgaan, het Christelijk Weekblad, voor de nieuwe partij afgestaan.

N.-Amerika. Uitgang der Classis Hackensack.

Wij deelden onzen lezers mede, dat eengroot deel der Classis Hackensack van deChr.Geref, kerk die kerk verliet. De Wachter deelt hieromtrent het volgende mede:

„Er was in de laatste tijden in onze Eng. sprekende classis groote bedrijvigheid, want alles werd in gereedheid gebracht om te verhuizen en ons met zak en pak te verlaten. Sedert 1890 met ons vereenigd, heeft deze classis altoos een eigenaardige positie ingenomen, en het is voor velen in 't minst niet een verrassing dat 't eindelijk op zulk een crisis uitliep. Classis Hackensack v/erd geboren in het jaar 1822 Men had zich afgescheiden van de Geref. Kerk, j want men beschuldigde de moederkerk van groote afwijking beide in leer en in tucht. De Gereformeerde Kerk weid voor een valsche kerk verklaard, en men kwam samen om op plechtige wijze deze geheele kerk onder den ban te stellen en met hel formulier haar van de ware kerk af te snijden. Ondanks deze eenzijdigheid nam de scheiding steeds grootere afmetingen aan, want vele gemeenten en leeraars verlieten de Geref. Ktrk en sloten zich aan bij de ware Geref. Kerk. zooals de gescheidenen zichzelven noemden. Later echter keerden velen weer tot de moederkerk terug, zoodat er hoogstens een twintigtal gemeenten overbleven. Maar onder deze kleine groep, die zich tot eene classis vormde, heerschte niet een gezonde, gereformeerde geest. Daar men geen eigen theologische School had, liet de bediening des Woords zeer veel te wenschen over. Strikt geïsoleerd van andere kerken, geheel opgesloten in eigen kring, dreven ze af tot vreemde praktijken en mystieke eenzijdigheid. Het Labadisme gaf den toon aan.

Steeds afnemende en stervende sloot zich deze classis in 1890 bij onze kerk aan. Het was te hopen, dat ze ten volle met ons zou samengroeien en ze door een toevloeien van nieuw levensbloed weer mocht herleven en met den blos der gezondheid verrijkt worden. Maar niets ds^rvan. Onze kerk gaf toe aan gevaarlijke concessies door hun het zingen van 52 gezangen en het behcud van eigen kerkregeering toe te staan, iets - wat een organische ineensmelting zoo niet onmogelijk, dan toch zeer moeielijk maakte. Vooral hun eigen vorm van kerkregeering gaf meermalen aanleiding tot allerlei botsing en onbroederlijke wrijving. Hadden ze echter ondanks dit alles toch kunnen ingroeien op onzen stam en meer homogeen worden met onze kerk, het zou ons een oorzaak van blij moedigen dank geweest zijn. Maar waar dit niet wilde en niet mogelijk bleek en we na een 18 jarig samenwonen verder van elkaar stonden dan bij het begin, daar stemt het tot dank dat het tot deze crisis kwam en dat uit elkaar gaat wat toch niet saam behoort. Natuurlijk, we verdedigen de actie dezer uitgewekenen niet. Ze hebben niet een enkelen, houdbaren grond waarop ze hunne scheiding zouden kunnen rechtvaardigen.

Van onze zijde echter staat de zaak geheel anders, want van uit bedoelde classis dreigde ons als Kerk een niet gering gevaar, en waar dit gevaar werd afgewend, hebben we hierin de leiding van Gods voorzienigheid te erkennen. Het weggaan der zeven gemeenten, hoewel samen slechts een tweehonderd huisgezinnen, heeft niet weinig bijgedragen om de kerkelijke lucht op te klaren. Voor de drie gemeenten die getrouw bleven en die althans voorloopig de classis Hackensack uitmaken, is er alle hoop dat ze zich ten volle laten assimileeren. Alleen blijkt ook v, 'eer uit deze geschiedenis, hoe onvoorzichtig en ondoordacht de aansluiting van Classis Hackensack op de Synode van 1890 is doorgedreven. Zucht naar uitbreiding leidde ons af in geheel verkeerde richting. Trouwens, dit is een kwaad waarvoor wij ons ook voor de toekomst zeer hebben te wachten. Wij mógen geen uitbreiding zoeken ten koste van het beginsel. De tactiek van vele kerken is om hare deuren zoo wijd mogelijk voor allen te openen. De ledenjicht overvleugelt al het andere, want men wil uitbreiden en groot zijn. Op classis en synode reikt men de eerepalm toe aan den kerkeraad die de hoogste statistiek van uitbreiding vertoonen kan. Maar zulke kerken glijden dan ook langzaam maar zeker van den weg der waarheid af, want beginsel na beginsel moet worden prijsgegeven. Wachten wij ons steeds voor dezen geest. Zoeken wij onze kracht nooit in de getallen, maar in onze gereformeerde beginselen. We kunnen klein zijn en toch machtig."

Dit is een stuk geschiedenis dat wij onzen lezers niet wilden onthouden.

Perzië, Een noodkreet.

In de Duitsche Christelijke bladen komt een noodkreet voor uit Perzië. Daar heerscht de revolutie. Russische kozakken en Turksche soldaten kwamen over de grenzen. Koerdische rooverscharen grepen de gelegenheid aan, hunne Armenische naburen uit te plunderen. UitKhoï hoort meE: „Vrouwen en meisjes worden voortgesleept. Mannen en jongelingen versmachten in de gevangenissen. Men snijdt hun de tong uit, men steekt ze op puntige ^stukken hout. Velen sterven van honger."

Een bericht uit het Duitsche zendingshuis te Urmia luidt: „Geen stuk land kan bearbeid worden, geen wijnberg! Geen vooruitzicht op een oogst! Gisteren brachten dorpsbewoners een zak met stuk gehakte lijkendeelen van kleine kin deren bij den gouverneur — wraak en hulp verlangend — maar de onmachtige man kan niets doen!"

Op een twee mijlen sfstands van Urmia zijn de dorpen, bijna zonder uitzondering, geheel van menschen ontbloot. Wie eenigszins daartoe in staat is, ea niet onderweg door Koerden en Turken neergehakt wordt, vlucht in de stad. Urmia is vol menschen, zoodat weldra geen plaatsje onbezet is. Bij de schaarschte van levensmiddelen, bij de heerschende hitte en bij het ontbreken van reinheid, is hierin een groot gevaar. Geheele gezinnen zijn uitgemoord. Toen de Koerden aanrukten, wierpen vele vrouwen hare kinderen in de rivier en sprongen er daarna zelf in, om gevreesde mishandeling te ontgaan. De stad is tot hiertoe gespaard. Maar yvat nog gebeuren kan, is niet te zeggen. Hij die in dezen vreeselijken nood hulp verleenen wil, wordt verzocht, zijn gaven te zenden aan „het bureau der Deutschen Orient-Mission, te Potsdam, Gr, Weinmeisterstr. 50."

WiNCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 augustus 1908

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 augustus 1908

De Heraut | 2 Pagina's