GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. K. FKNRHOUT MZ. Christelijke opvoeding in 'sexueek voorlichting.

Orer dit onderwerp hield in September, op de Algemeene Vergaderiog van de Nederlandsche Middernacht-ZendiBg-VereenigiDg, de Utrechtsche predikant Fernhout, te 's Gravechage een voordracht.

Omgewerkt en uitgebreid, vond hij thans voor haar een onderdak in het Tijdschrift Christeniluffi en Maatschappij der heeren VISSCHER en DIEPENHORST en wel als Nummer 6 van Serie 2. Scxueele voorüchting in de opvoeding.

Naar men misschien niet weet, is dat tegen woordig een heel vraagstuk. Vroeger dacht men daar niet zoo diep over ra en liep de zaak meer van zelf, maar in onzen tijd zijn wij al meer tot inzicht gekomen, dat alle zaken veel beter zuilen loopen wanneer wij er richting en stuur aan geven en daartoe is dan allereerst noodig, dat wij er een „vraagstuk" van maken. £a zoo is dan nu cök een vraagstuk of: sixtuele voorlichting al of nitt een integreerend "deel van de opvoeding is ? (p. 6).

Zoo als meer zaken eerst recht donker worden als men er met elkander over gaat nadenken, 100 is het ook met deze. Maar uit die donkerheid treden zij dan ook bij uitruiling der gedachten, door spreken en schrijven over het vraagstuk, straks in des te helderder licht. En aan dat spreken en schrijven over de vraag der sexueeJe voorlichting ontbreekt het nu gelukkig niet. „IQ Duitschland, Engeland, Zweden, de Vereenigde Staten van N.Amerika — ósreral brengt ze meetings en congressen bijeen en zet je vaardige pennen in beweging, die eiken dag den berg van literatuur over dit onderwerp doen groeien." (p. 6).

Ten onzent zitten wij öokniet stil. Niet alleen Ds. FERNHOUT maar ook een dame heeft er. Baar ik onlangs zag, al een boekje over geschreven, dat ik echter niet heb gelezen.

Ik, die van het bijwonen van gtoote verga deringen een bartgrondigeu afkeer heb, kreeg bij het lezen van FERNHOUT'S brochure, een intens gejoel van dankbaarheid. Zij toch maakt een congres, — met, als agitatiemiddel, daaraan voorafgaande meetings — in zake „'exueele voorlictiiiDg als integreerend deel van de opvoeding", naar het mij voorkomt, voorshands ten onzent oonoodig.

Zaii'er gesteld, met helder oog op de vooren nadeelen zoowel der bevestiging als der ontkenning, is bet vraagstuk in deze brochure kort en zakelijk behandeld en tot een, mi dunkt althans, bevredigende oplossing gebracht. Methodisch, zooals wij dit van FERNHOUT ge woon zijn, tracht hij eerst de twee begrippen te bepalen.

Opvoeding als „de bewuste, planmatige werk zaamheid die de vorming van den mensch als meüsch ten doel heeft."

Of het met deze bepaling in den haak is, laat ik over aan de heeren paedagogen van professie.

Sexueele voorlichting als „aanvankelijk beantwoording der vraag naar de geheimenis der geboorte, allengs zich uitbreidend tot het ge slachtelijk leven in 't algemeen."

Zijn resultaat nu is, dat de tweede wèl een integreerend deel van de eerste is en daartoe komt hij door een redeneering waartegen niet veel te zeggen valt.

Hieruit volgt dan weer, dat een gevraagde voorlichting hier nooit geweigerd mag worden; dat men haar niet mag vervangen door een sprookje: van kool of ooievaar of hollen boom dat zij, moet gegeven door, voor zoover noodig en oirbaar, eenvoudigweg de waar/4«rf te zeggen. Door wien en hoe dat dan moet geschieden, wordt DU verder uiteengezet.

FERNHOUT, geeft daarbij zeer verstandige wenken.

Zoo b.v. op p, 30: „De eisch om het schaamtegevoel te ontzien, brengt o.i. mee, dat men opzettelijke en m; er gedetailleerde sexueele voorlichting nooit geve aan de twee sexen in elkanders tegenwoordigheid.

Op School heeft de onderwij «er er zich dan ook, vanwege de coêducatie. van te onthouden, al kan ook zijn onderwijs in plant-en dierkunde een basis worderJ, waarop de ouders bij hiia voorlichting kunnen voortbouwen.

Ook op de Cathechisatie mag evenmin opzettelijke sexueele voorlichting gegeven, maar wel moet men „naar aanleiding van het 7e gebod, over het sexueele leven het licht van Gods heiligen wil te doen vallen" en, door de behandeling van sommige Bijbelsche verhalen en enkele dogma's, onopzettelijk voorlichten.

Maar de eigenlijke taak rust hier op de ÖWif^j en wel op den Vader tegenover de jongens en op de Moeder tegenover de meisjes. Het lezen van de Schrift in de huiselijke godsdienstoefening is vojr Christen-ouders daarbij een voordeel. „De dingen van het sxueele leven, zóó gesien ia de gouden lust van de Heilige Scarifr, zullen de ziel van het kind niet bevlekken, maar haar verschijnen in 't licht van de genade en van hst recht des Verbonds." p. 34.

Nu de zaak eenmaal een „vraagstuk" is gef.'orden, — naar het mij voorkomt, voor de Opvoeding van de j; ugd in onze steden meer van belang, daa voor die van de jeugd op he 'and, wijl die dichter bij de natuur leeft — zou ikdit boekje gaarne ia handen zien van onderwijzers, predikanten en vooral ouders.

Niet alleen toch da*^, maar vooral hoè, wat FERNHOUT noemt de niet opzettelijke of de iilegentlic/ie en de opzettelijke voorlichting doo den opvoeder moet gegeven, wordt er goed ia meegedeeld.

2. DR. H. H. KUYPER. Calvijn en Nederland Hetzelfde Tijdschrift Christendom en Maat ithappij^ dat per serie van ro nummers ƒ 3 50 kost en waarvan afzonderlijke nummers voor / 0, 60 cents bij den uhgever G. J. A. Ruys te UTRECHT zijn te verkrijgen — brengt als Nummer 7 van Serie 2, een studie over CALV.JN EN NEDEKLAND.

Et v/ordt in nagegaan èa hoe de nauwe band 'usschen Calvijn en Nederland is ontstaan èa wel-«Q invloed Calvijn op ons volk heeft uitgeoefend.

Wit het eerste betreft, stelt de schrijver in •'S' licht, dat Calvijn, die in 1564 sterft, — reeds 'wee jïar aizoo vóórdat in r566 „hagepreek 'i^ beeldenstorm toonden, hoe diep in de ziel "sa oas volk het verzet tegen Rome's hiërarchie "> eeredienst reeds wortel had geschoten" — 'venmin aan een baad met Nederland, als Nederland aanvankelijk aan een band met Calvijn leeft gedacht.

Aaavaukelijk scheen ons laTid dan ook voor "*5chik». om, bij de enge verbinding met Duitsch. land, veeleer te komen tot de Reformatie in Lutherschen zin.

De band kwam echter èa door Calvijns geschriften, met name de INSTITUTIE, èn door zijn persoonlijken omgang met ballingen uit Nederland tot stand.

Het moeielijke vraagstuk waarom Calvijn's invloed in Nederland zoo overheerschend is geworden, wordt daarna besproken, waarbij o. m. gewezen wordt op de geestelijke verwantschap tusschen hem en onzen volksaard.

„Maar", zegt de geachte schrijver, „hoezeer al deze factoren hebben megewerkt om Cilvijn's denkbeelden in Nederland ingang te verschaffen, toch meene men daarom niet, dat het Calvinisme ooit in Nederland de alleenheerschappij heeft gevoerd". En hij verwijst, ter verklaring van dit feit, naar de omstandigheid, „dat het Calvinisme èn in zijn belijdenis van Gods absolute Sjuvereiniteit èn in de handhaving van zijn zedelijk ideaal zoo hoog staat, dat het nooit een vplkskerk in eigenlijken zin stichten kan. Electie en volkskerk sluiten elkander uit".

Wat nu het tweede betreft: den invloed door Calvijn op ons volk uitgeoefend, — dan is wat KuyPER daaromtrent schrijft bijzonder leeenswaardig. Hier is de echte historicus aan het woord, wien het om niets anders dan den juisten kijk op de feiten te doen is. , , Niet al wat in ons glorietijdvak Nederland's roem uitmaakte, mag op rekening van het Calvinisme alleen worden gesteld". — Bij wijze van voorbeeld wijst hij dan op de vrijheid van religie en toont daarbij duidelijk aan, dat deze allerminst een vrucht van het Calvinisme was. Maar anderzijds toont hij ook duidelijk aan, wat Nederland aan CALvrjNS invloed te danken heeft ia betrekking tot zijn nationale zelfstandigheid, constitutioneele vrijheden en de positie die het innam onder de volkeren van Europa. Iets wat in te eigenaardiger licht treedt door een vergelijking met wat, naar alle waarschijnlijkheid, het gevolg zou zijn geweest indien Nederland gelutheraniseerd en onder invloed van Duitschland ware gebleven. De fijue teekening van CALVIJNS hoogschatting voor, wat ik noem, de materieele cultuur der isaatschappij, inzonderheid wat betreft handel en nijverheid, — zou op zich zelf reeds voldoende zijn, deze studie een eereplaats te verzekeren in een tijdschrift als CHRISTENDOM en MAAT­ SCHAPPIJ.

Ook dit Nr. van C. en M. verdient een nog ruimer kring van lezers, inzonderheid onder ons Calvinisten, dan die waarin deze periodiek 2ich nu reeds mag verheugen. 3. Van een nog ruimer kring van lezers gesproker, J. BREÜSEN, „De Gedachtenis des Rechtvaardigen, '' HET LEVEN VAN H, L DIBBËTZ. Een vriend van Dr. A. Kuyper — door mij verleden week als „premie" bij het Jaarboekj-a van den Gereformeerden Jongelingsb-ond aangekondigd, — is ook afzonderlijk uitgegeven bij J. H. KOK te KAMPEN.

De prijs is 75 ets.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 februari 1910

De Heraut | 4 Pagina's