GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Een man van Smacten”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Een man van Smacten”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij was veracht, en de onwaardigste onder de menschen, een man van smarten, en verzocht in krankheid; en (een iegelijk) was ais verbergende het aangezicht voor hem. Hij was veracht, en wij hebben hem niet geacht. Jesaja LIII : 3,

In de heilige Lijdensweken vangt 't oor onzer iel telkens weer de klacht uit de Klaagliederen p! »0» gij *l'ea die op den weg voorbijgaat, iet en aanschouwt, of er een smart zij gelijk ijne smart, waarmede de Heere mij bedroefd eeft".

Het druischte zoo «lies teges d« natautlijkste erwachting in.

Er was te Bethlehem een Koningskindeke eboten, erfgenaam van den Troon niet in een ergeten landschap, maar in het rijk dat alle ereldrijken in macht en majesteit te boven ing. Een Koningskindeke dat straks plechtiglijk ou kunnen getuigen: Mij is gegeven alle macht n hemel in op aarde. Wat hooger majesteit, wat machtiger Koning liet zich dan denken?

Meer dan veertig eeuwen had dan ook de profetie van het komen van dat Kindeke getuigd, ia Johanntt was de heraut van Godswege retdi T«s< d)eB«a, om itiaki xijn geborea zijn uit te

roepen. En heel een Etigeleoheir was in Ëfrata's velden neergeduld, om met een Hallelujah, dat de eeuwen overleeft, met een £ere zij God in de hoogste hemelen, dat Koningskind uit den hemel te begroeten.

Had ’t dus niet alzoo moeten zijn, dat al wat er op - a^'le groots en heetlijks was, sich opmaakte om aan dat Koniogskind rijn hulde te bfengen ? Had niet mogen verwacht worden, dat het schitterendst paleis in Rome's Keizerrijk niet doorluchtig genoeg zon zijn, om voor de prachtwieg van dat Kindeke zijn zaaldsuren te ontsluiten? Zon een kleedij te tijk kunnen geacht worden om dit geheel eenig Vorstelijk wicht te mogen dekken? Kon er een weelde, een staatsie, een prachtvertoon denkbaar zijn voor dezen Vorstelijken telg te overdadig? Of, om 't in één woord saam te vatten, zou er onder de kinderen der menechen een vreugde, een blij geluk, een hooge eere uitvindbaar zijn geweest, die niet aan dit heilige Koniagskind meer dan aan iemand zou worden geschonken?

Zoo had 't kunnen, zoo had 't moeten zijn. Maar, helaas, hoe geheel omgekeerd was de werkelijkheid!

Ge denkt aan Golgotha, alsof daa i eerst in dat heilig Kindeke de Man van Smarte was uitgekomen; maar Christus Kerl|^ betuigt 't ons wel anders, als ze in woorden van «oo, diepen zin belijdt, dat de Heere Jezus „aan lichaam en ziel, den ganschen tijd zijns levens op de aarde, wel inzonderheid aan het einde, maar dan toch den ganschen tijd zijns levens, d. i. van zijn geboorte af, den toorn Gods voor ons gedragen heeft.”

Niet eerst Man van Smarte aan het Kruis geworden, maar reeds als Kind der Smarten in de itad Davids ter wereld gekomen.

Wacht er n voor om hier heil in overdrijving te zoeken. Gerekend naar het lijden van pijnen in 't pbysiek bestaan, waren er steeds en zijn er nog ongeiukkigen te over, wier tastbare smart in veel aangrijpender proportie uw deernis gaande maakt. Denk maar aan de weeën en gruwelen die ons nog pas van het slagveld ter oore kwamen. Maar zoo mógen wij 't hier niet nemen. Jezus' smarten waren van ander karakter.

Ook wel uitwendig. Reeds de stal waarin hij 't levenslicht zag, de grove doeken waarin hij gewikkeld werd, de kribbe die voor wieg diende, straks de vlucht naar Egypte en het gevaar dat hem op die vlucht bedreigde; het spreekt alles voor Jszus van een gedrukt levenslot reeds van de eerste dagen zijns aanzijns op aarde af.

Ook in de jaren van zijn opgroeien, en van zijn le^en als man, ontbrak zoo alles schier, waarin welstand, laat staan weelde zich te uiten pleegt. De eerste levensjaren in een vlek doorleftd, en dat wel in een boutscbuur die u nog getoond wordt. Later, heel zijn aardsche aanzijn lang, een leven van liefdegaven, „De vossen hadden holen, en de vogelen des hemels nesten, maat de Zoon des menscheu had niet waar hij 't hoofd zou nederlsggen." Onbegrepen in Jozefs huisgezin, zelfs in den tempel op Sion eenzaam, doolt Jezus het land door, en mist geheel het genot van een eigen woning, van een eigen thuis. Vermoeienis zonder einde om 't land op en neer door te trekken. Gedurig wordt hij achtervolgd, bespied, beloerd. Vijandschap en bittere baat sprak uit zoo menig oog dat hem begluurde. Zelfs op Jezus leven werd 't meer dan esns aangelegd.

Eu hierbij kwam dan nog de miskenning, die steeds zijn deel bleef en het zoo vreemdaandoende dat zelfs zijn intiemste vrienden hem niet begrepen. £n onder dit alles Jezus kennende de verwoesting der zonde; wetende hoe in die zonde des harten alle jammer en ellende school; en toch die groote menigte zijn Vader onteereud, weigerend aan hem zich over te geven, en van allen kant satan zijn woede koelend, en de demonen op hem aandrijvend.

En ook dit alles nog slechts het voorspel, tot het verraad begon en hem zijn giftige strit ken spande. Toen het bange worstelen in Gethséaaanée. De handboeien Jezus aangelegd door den hoofdman. Al zijn jongeren gevlucht. Petrus in verloochening vervallen. Het geesel> koord hem striemend. Op weg naar Golgotha neergestort van vermoeienis onder zijn Kruis. Tot ze hem daar ophingen, de woestaards. Ophingen aan het schandhout dat van God gevloekt was. En toen.... dat sterven, dat uitputtend langzaam sterven, uren lang, tot hij eindelijk den geest gaf. En dit alles leed en droeg het heilig Koningskindeke van Bethlehem. Voelt, verstaat ge dan nu wat er lag in dat Man van Smarte I £n hoort ook gij dan zijn roepen niet: „O, gij wandelaar die op den weg voorbijgaat, zie en aanschouw of er een smart is als mijne smart!”

En dair nu komt 't bij Jezus lijden op aan. Bij de herdenking, waartoe de lijdensweken ons roepen, is 't niet een weerzinwekkende tentoonstelling van ijselijkheden, waarin 't vroom gemoed zijn geloofsactie zoekt.

Veelmeer zal tweeërlei, zoo 't goed is, hier de werking zijn.

Eerst een zien op Jezus. Een pogen om in te leven in wat in de ziel van uw Heiland, in zijn verborgen ^moedsleven, in zijn innerlijk heilig bestaan al die jaren zijns levens moet zijn omgegaan. Hoe Jezus de wereld om zich heen bezien Heeft. En dan altoos om hem heen die eindelooze, zich verdringende menscbenmenigte. Allen zondaren. o Allen 't eeuwig verderf tegenijlend. En Jezus gekomen om te redden wie gelooven wilde. En dan toch dat stugge ongeloof. Die versteenende vethardicg. Die blik van haat, dien hij opving, waar dank en trouw in zijn ziel d werd afgebeden. Tegenover de klimmende verwijdering ze\U zijn jongeren zoo vreemd tegenover hem blijvend, £n zoo reeds na dcie jaren E publiek leven ging bij 't einde tegemoet. Aldoor i worstelend met satan. En toen het wreede einde, i de bittere afljop. Het in vloek gedompeld besluit van zijn aardsche leven. Wie onzer zal S ooit den Man van Smarte verstaan?

Dat is ’t ééne.

En dan daartegenover wat er in u omgaat. Omgaat, als ge eerst recht gevoeld hebt wat er omging in uw Heiland. Verstaat ge wat 't is, te lijden met zijn lijden ? Voelt ge wat 't moet geweest zijn, toen Jezus weende} Eerst om ons, en toen om eigen smarte. Alzoo gemeenschap met uw Heiland zoeken. Gemeenschap met uw Redder in de gemeenschap met den Man van Smarte,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1913

De Heraut | 4 Pagina's

„Een man van Smacten”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1913

De Heraut | 4 Pagina's