GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Naar het goeddunken huns harten”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Naar het goeddunken huns harten”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar hebben gewandeld naar het goeddunken huns harten, en naar de Ba als, hetwelk hunne vaders hun geleerd hadden. Jeremia 9 : 14.

In zekeren zia kunt ge seggen, dat ieder vtfj man altoos naar het goeddunken ztjns harten wandelt. Oas doen en laten gaat tot op zekere hoogte, ZDO lang we vrrj man zijn, altoos naar we het zelf goed vinden. Wat we doen, dat willen we doen, en we v/eten zeer wel dat we er aansprakelijk voor zijn. Of we tot iets verleid werden, dan wel uit eigen beweging overgicgen tot wat we deden, altoos zijn wij het toch die er toe besloten. Het was en bleef ónze daad. En in zooverre kan dan ook zonder overdrijving gezegd, dat het altoos, zoo lang ge vrij zijf, het goeddunken van uw eigen persoon is, waardoor uw gedraging wordt bepaald. Het Is zoo, een enkel maal komen er gevallen van dwang voor. Die moeten we dus uitzonderen. Maar in het gemeen genomen, is het ten slotte toch altoos ons ik dat beslist. Dit geldt van den martelaar die zqn geloof niet verzaken wil en er den dood voor sterft, maar evenzoo van den boosvïcht, die sqn heilloos en misdadig plan doorzet en er door op 't schavot komt. Voor wat we met klare bewustheid, ter doorzetting van ODzen wil, gedaan hebben, blijft uw ik deswege de verantwoordelqke persocfn. Wat ge deedt of liet, hebt ge gedaan, of gelaten naar uw eigen goeddunken, en in óztgoed dunken sprak de keus van uw eigen hart.

De vraag is nu maar, koe uw hart in dit z^n goeddunken koos. Zie 't maar aan 't jonge kind. Sterk is de trek in 't hart van den jongen knaap, om als de voordeur openstaat, op straat te wippen, en heel alleen den weg op te gaan. Aan zichzelf overgelaten, zou hij dit dan ook stellig doen. Maar nu verbiedt zijn moeder 't hem. Straks zal moeder met haar lieveling meegaan, maar nu kan ze nog niet, en alleen mag hij niet gaan. Dat zou te veel gewaagd zijn.

Nu komt er in 't hart van dien knaap strijd, een strijd tusschen tweeërlei goeddunken van zijn hart. Het ééne is, om tóch te gaan, want zelf ziet de knaap er geen gevaar In. Dat eerste goeddunken van zijn hart is dus, om zich niet te laten gezeggen, maar te doen naar de trek van zijn hart 't hem ingeeft. Maar nu is er ook een tweede goeddunken, dat op kan komen, en dit bestaat hierin dat de jingen op voet van vrede met zijn lieve moeder wil blijven, en het dus naar dat betere goeddunken van zijn hart niet doet, en wacht tot moeder straks met hem gaat. Het eerste staat lager. Het is 't toegeven aan den trek naar genot; het tweede staat hooger want het is de neiging van zijn wil om aan het gezag van zgn moeder en aan de liefde voor zijn moeder niet te kort te doen.

Wie nu goed staat, keurt zelf 't eerste af en erkent in 't andere zijn plicht. Hat is de strijd tusschen zonde en heilige roeping die er meè in geding komt. En hierdoor komt 't vanzelf zoo gespannen tusschen God en ons eigen zondig hart te staan. Dan gaat Gods wil tegen het gbeddunkeR van ons eigen hart in, en is het tegen dat eigenwilUg goeddunken van ons eigen hart, dat de wil en wet van onzen God door geloofskracht, in Gods genade, moet worden gehandhaafd.

Bij Jezus kon die strq'd niet opkomen. Zelfs In Gethsémané eindigt de Man van Smarte met het goeddunken van zijneigen hart in den wil zijns Vaders met volkomen overgave te doen rusten. Ook in het rijk der heerlijkheid dat komt, zal 't In niet één gezaligde anders z^n. Vaa strijd tusschen Gods wil en het begeéren van den eigen wil zal in de toekomende zaligheid geen spoor meer over z^n. Het tot volkomen heerlijkheid opgeklommen kind van God zal In het eeuwig koninkr^k vanzelf in volstrekte eenswillendheld met den Drieëenigen God zijn glorie openbaren. In het eeuwige leven zal ' geen strqd meer gekend zijn. Geen wanklank zal daar zich uiten. In heilige harmonie zal 't creatuur er geen ander leven kennen, dan dat uit de fontein van alle leven hem heiliglijk toevloeit.

Hier beneden daarentegen wordt die zalige harmonie tusschen eigen lust en Gods wil nog lang niet volkomen, en allerminst duurzaam genoten.

Wel drinkt de geloovige er telkens weer nieuwe teugen van in. Er zqn zonden en onheiiigheden, waartoe 't kind van God zich reeds hier op aarde niet meer getrokken voelt. Er wordt aan den geloovige reeds hier beneden een heilig saamleven met zijn God gegund, dat er vanzelf op uit is, om 'ï goeddunken van 't eigen hart tot een nastamelen van 't goeddunken van zijn God te maken. Er werkt, hoe zwak ook, inden verloste een motief van zielsinnigen dank voor de verkregen verlossing, die telkens weer aan het goedvinden van zijn eigen hart, zoo 't tegen Gods wil in zou gaan, het zwijgen oplegt. Vooral brj kalme naturen is er soms een schier heilige toestand bereikt, dat men nog wel bad om vergiffenis voor de verborgen afdwalingen, maar zich, aan 't einde van een doorleefden dag, soms niet éen enkel volgen van 't goeddunken van 't eigen hart in strijd met Gods wil herinnerde.

Maar realiteit werd dit uiteraard vóór'tsterven nooit. Wie weer verder kwam, ziet DU van achteren zeer wel vaak zonde in wat, toen hij er aan toegaf, toch geen zondigen indruk bij hem achterliet.

Slechts éen ding heeft Gods kind, dat hem principieel van den ongeloovige onderscheidt: Niet de ongeloovige, maar /^^kent het goeddunken van ztjn Vader die in de hemelen Is, en stelt daar nooit met opzet het goeddunken van zijn eigen hart tegenover.

Ten slotte komt 't dus altoos op deze hoofdvraag neer: Wie is uw heer en meester.' Zfjt gtj dat zelf.' Of Is 't de Heere uw God.?

Wie stelt u wet en regel.' Doet gij dat, voor wat uw eigen leven aangaat, zelf.' Of aanvaardt ge Gods wil als wet en regel voor heel uw existenite?

Nu ligt die machtige levensvraag niet zoo eenvoudig, als ge u vaak inbeeldt. Zeker, er zi^n roepingen in 't leven, die u zeer klaar en duidel^'k uw plicht aanwijzen, en zoo ook omgekeerd zijn er tal van dingen, waarin het u volkomen helder en doorzichtig Is, dat uw God ze u verbiedt. Maar hierin gaat uw leven niet op. Veeleer vindt ge u, keer op keer, schier eiken dag voor ingewikkelde vragen geplaatst, waarop zelfs lang niet alle geloovigen een eensluidend antwoord geven, en waarbij de verhoudingen en gelegenheden vaak zoo verward en ingewikkeld zgn, dat ge, raad bij anderen zoekend, dien bijna nooit eensluidend bij hen vinden zult. Bang, spannend en hoog ernstig kan dan de onzekerheid zijn, die daaruit opkomt. Vooral zoo 't levensvragen geldt.

Vaak leidt ons dan de algemeene opvatting onder de geloovigen met wie we In eenzelfden kring samenleven, ofookzdfsde usantiëa die onder ons volk in eere zijn.

Met formeele, uitwendige plichtsbetrachting zijn we er niet van af. De moeil^kheid komt eerst recht op, als er ons keuze btj is gelaten. Hoe, om dit ééae slechts te noemen, uit te maken, een hoeveelste deel van uw jaarirjksch inkomen ge hebt af te zonderen voor Gods Koninkrijk of voor de armer? En dan juist begint het goeddunken van ons eigen hart weer mee te spreken, en dan meest in averechtschen zin. Juist op dat punt hebt ge dus de wacht voor uw ziel uit te zetten; bij twijfel altoos te kiezen voor wat u zelf 't minste aantrekt; te volgen niet wat slappe, maar wat hoogernstige vrienden u aanraden; en onder alle$ door te waken, dat ge, als eindelijk de keuze moet gedaan, en de beslissing valler. moet, er voor u zei ven zeker van zijt, dat niet 't goeddunken van uw eigen hart, maar uw zucht om Gods wil te doen, uw keuze bepaald heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 augustus 1913

De Heraut | 2 Pagina's

„Naar het goeddunken huns harten”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 augustus 1913

De Heraut | 2 Pagina's