GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. F. W. GROSHEIDE. BIJIÏLYERTAJLEN. Amsterdam. H. A. van Bottgnburg 19)6.

I.

In den laatsteu tijd zijn, ook in onze kringea, . stemmen opgegaan ter verkrijging van eisn nieuwe BijbelvertalTng.

Op de in 1914 te 'S-GRAVKNHAOE gchoudea Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland zijn daartoe.zelfs reeds voorstellen ingekomen; is het «vraagstuk" besproken; is een Commissie ­ benoenid, welke over die voorstellen aan de volgende Synode zal rapporteeren.

In die Commissie heeft ook zitting DR. F. W. GROSHEIDE, hoogleeraar in de N.-T.ISCHE vakken aan de VRIJE UNIVERSITEIT.

Meê aan deze omstandigheden is het zeker te danken, dat hij zich gedrongen heeft gevoeld een brochure over BIJBEL VERTALEN te schrijven.

Het maken van een nieuwe Bijbelvertaling is metterdaad een »vraagstuk c, een probleem. Niet ieder, die het plan er toe opwerpt, is zich bewust van wat er voor en tegen is of kent de bezwaren, die aan de uitvoering zijn verbonden, en de bedoeling van dit geschrift is dan ook, een poging te wagen om in deze moeilijke zaak eenige meerdere klaarheid te brengen. ^

Het wil mij voorkomen, dat de schrijver zijn doel getroffen heeft.

Zoo iemand, dan is hij, theoloog èn philoloög en daarbij onwrikbaar vast staande in het geloof aan den Bijbel als Gods 'Woord, derechte man om over de kwestie van het Bijbelvertalên licht te werpen.

En wie dit in akademische kalmte en toch in gloed van geloofsovertuiging geschreven boekje van even 80 bladzijden, met-zijn 109 Aanteekeningen, die saam nog ruim 30 bladzijden vullen, gelezen heeft, zal van Bijbelvertalên zboveèl ^grijpen, dat er heel wat meer aan vast is, dan velen, en wellicht ook hij zelf, wel dachten.

De vraag naar een nieuwe Bijbelvertaling raakt het volk, en terecht is het boekje da» ook zoo geschreven, dat men nog geen theoloog van zijn vak behoeft te wezen om het te verstaan. Toch zullen ook theologanten en theologen goed doen er kennis van te nemen, en met name in de AANTEEKENINGEN is veel materiaal onder dak gebracht, dat hüu zeker iilet minder zal interesseeren dan het geschrift zelf.

In rijn INLEIUING .wijst Pr. G. er Of, dat wanneer 'ovw Bijbelvertaleti" wordt assprokcn, dit La deu rtgel g«schjcdt ttitsluitt»2 laet'het

Óög''6ji ^ic'jjiaküjkv Zöó in hét geval waóoeer ide - SSeading • dea Bijbel - wiï overbrengen in de taal vüin een yolk waaronder atij korter of langer tijd. heeft gearbeid. Maar ook gaat. men over . Kjbelvertaling spreken en schrijven in het geval, ' wanneer een volk, dat sinds lang den Bijbel in • de landstaal bezit, overtuigd raakt, dat de bestaande overzetting niet meer voldoet. ^

E> an, al komt de vraag naar Bijbelvertalen nu ook uit den drang van het leven dat handelen cischt, achter de praktijk zit ook hier de theorie, de beschouwing, de bezinning wat een Bijbelvertaling behoort te zijn en hoè zij tot sijind njoet komen. En al is dan ook vaak in de beide 200 even genoemde gevallen, , de »praktijk de theorie vooruitgesneld*, wenschelijk is het .zeer zeker, om, als het kin, aan het handelen 4« rustige bezinning vooraf te doen gaan.

Dit nu doet ook PROF. BIJBELVERTALEN. GROSHEIDE in zijn

Heel zijn onderwerp is daar verdeeld in twee deelen, die hij betitelt aJs PRINCIPIEEL en PRAK­ TISCH deel.

Wijl de kwestie van een nieuwe Bijbelvertaling zoowel niet-theologen als theologen thans , . beisig houdt en dit boekje de zaak helder belicht, wil ik er hier een eenigszins breedvoerige " bespreking van geven, en zie daar alleen kans 'toe door er een tweetal LEESTAFELS aan te wijden. Ditmaal alzoo over het PRINCIPIEELE Deel en daarvan dan slechts het eerste Hoofdrstuk, waarmee' ik dan juist aan de tweede helft - = van BIJBELVERTALEN toekom (p. S—40).

Dit eerste deel toch is onderverdeeld in , hoofdstuk I HET WEZEN VAN HET. BIJBELVER­ TALEN p. 5—40 en Hoofdstuk II BIJZONDERHEDEN 80 HET - BIJBELVERTALEN TER SPRAKE KOMEND (p. 40—63), Terwijl het tweede of PRACTISCHE Deel mét zijn twee hoofdstukken: HET VERTALEN en DE INRICHTING DER VERTALING van p. 63—«3 loopt.

Alzoo ditmaal HET WEZEN VAN HET BIJBEL-• VKVbTAtEü of het Ie hoofdstuk van het PRINC KiSELE deel. Dit hoofdstuk bevat 7 § % waarvan • ik, , om een overzicht te geven, hier de titels .laat volgen.

S l. Noodzakelijkheid van het Bijbelvertalen; S 2. .Vertalen in het algemeen; S 3. Vertalen en yVciord Gods; § 4. Mogelijkheid van het Bijbelvertalen ; S" 5. De aansluiting aan het oorspronkelijke; S 6. Vertalen en Uitleggen; § 7. Bijbelvertalen eiï^Ketk.

Van deze 1%^ zal ik hier dcii inhoud zoo injil mogelijk saam vatten.

ladien de. schrift door het volk zal wordeu • verstaan, 'moet' zij geschreven zyn in een faa! die het volk verstaat. Het Hcbrèeüwsch en Grieksch waarin God de Schrift heeft doen opstellen, worden door het volk niet verstaan. . Alzóö is het het vertalen van de Schrift noodzakelijk. SI...

Dit, brengt DB. GROSHEIDE dan tot een bij-20.ader lezenswaardige uiteenzetting over, vertalen _in het algemeen. Bijzonder lezenswaardig, omdat , daarbij de zaak van zuiver philologiscUé zijde wordt bezien. «Vertalen*, zóó schrijft hij hier, »bedoelt een stuk, dat in eetr bepalde 'taal geschreven is, zóó weer te geven in ee.i) andere taal, dat de vertaling geheel dezelfde, gedachten geeft als het oorspronkelijke, en dal: ia. een vorm die zoo dicht mogehjk bij dien, w van het oorspronkelijke staat*. 5 2.

Nu is de Bijbel een in de wereld besteand geschrift en in zooVer geldt ook van Bijbelvertalen wat van vertalen in het algemeen geldt? Maar wie, als wij Gereformeerden, de Schrift houdt" vpor het door den Heiligen Geest inge-^geveu Woord van God, voor dien is de Bijbel • soortelijk onderscheiden'van alle andere geschif-'tcii, die in de wereld zijn. In den Bijbel vinden wij toch een Woord Gods dat zich bedient, van het menschenwoord. De gereformeërde dogmatiek onderscheidt hier terecht tusschen den goddelijken-en den menschelijken factor, den auctor primafius .^n Acjo. auctor secundarius-Daarin is de Schrift anders dan andere boeken en stelt zij, bij de algemeene, ook bijzondere cischen aan wie haar wil vertalen. Maar daarom staat men dan ook bij het vertalen van de Schrift als Gods Woord voor een eigenaardige moeilijkheid. §3.

Die eigenaardige moeilijkheid nu staat in verband met den •zooeven genoemden Goddekjken .en.menschelijkea factor in de Schrift. Het verstaan der Godsgedachten in de Schrift ons geopenbaard, is slechts tot op zekere hoogte. En dit zoowel doordien de Schrift die gedachten ni^et adekwaat uitdrukt, als doordat een mensch 'niet lil' stait is om die gedachten ooit ten volle te doorzien. - ^

Daarom is het vertalen van den Bijbel, hoe .80©d? akelijk . ook, wel mogelijk-maar uiterst moeilijk. Al .is het ook, dat een kind Gods met de meeste vertalingen het in leven en sterven , ; jyel doen • kan, wijl zij voldoende zijn om hem : de» weg der zaligheid en wat God van hem eigcht te doen weten, — een vertaling van den .Bijbel, hoe. goed zij ook moge wezen, zal altijd onvolkomen zijn: achterstaan bij het oorspronkelijke § 4. '

Is, alzoo het vertalen van den Bijbel, juist op : ons sta«dpunt, volgens hetwelk hij Gods Woord is, wel moeilijk ; maar toch mogelijk, thans doet zieh de vraag op of er moet zijn een andere, ; dan wel dezelfde verhouding tusschen het oorspronkelijke en de vertaling, als bij andere geschriften. Dr. G. meent, en dat zeker terecht, deze •vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Ook .bij het vertalen van de Schrift geldt als bij alle geschriften de eisch : »de gedachten van het oor-.«pr.onkelijke weer te geven in een vorm, die .«00 na mogelijk komt aan den vorm van hei te vertalen stufc«. Die eisch wordt dan nader bezien, en. wel in betrekking tot Hebreeawsche ep Grieksehe zegswijzen; tot namen van boomen, dieren en voorwerpen van dagelijisch gebruik welke aan. het volk waarvoor men vertaalt, geheel .onbekend zijn; tot geesteUjke dingen, deugden 5 oC ondeugden, - waarvoor bij een volk geen woord , c, beataat; en: eindelijk tot Hebreeuwsche namen van maten, munten en gewichten, en wel of die - namen moeten blijven staan dan wel overge-.bracht. $.5. ; ,

In de volgende § 6 handelt de schrijver 'xm% altijd in betrekking tot de eischen die aan het vertalen van den Bijbel zijn te stellen, over •vertalen en uitleggen. Hij zegt daaromtrent op p., 29: Een vertaling; die waariijk aan haar doel •wil beantwoorden, moet zoo weinig mogelijk verklaren. Het is immers de bedoeling om door de overzetting de lezers, die de taal van het oorspronkelijke niet machtig zijn, toch hetzelfde, althans zooveel mogelijk hetzelfde te geven, als dat. oorspronkeüjk aan den taalkundige ; biedt. En de vertaler moet niet gijn verklaring'van, het; , 'Oorsptonkclijke. aan zijn lezers voorleggen, .

., - Hij'.• moet, zooveel als het maar kan, zorgen, ' diat dB .rertaling dezelfde; verklaringen toelaat als bet oorspronkelijk. Vertalen is niet omschrijven en niet uitleggen.,

' *'"Maïr, - il i's veirtaleé' oo.k geëti 'üitleggeti, ; toch haü^t'i"'Ket eèïst'e rhef Ikatsté • ih .zoó^errl^'vii^ïm, •dafÖè' gfifiifa'atiSch-hist'ofisch^é'vertóariifg, als het lagere deel van de uitlegging, tot de vertaling nöodig is. Ook daarbij zelfs zal echter het theologisch standpunt va, n den vertaler invloed oefenen, en Dr. G. acht dan' ook een sumen-•werten bij het Bijbelvertalen tusschen modernen en orthodoxen onmogelijk; niet aUoo tusschen orthodoxen, al zijn zij in veel verdeeld. Dit laatste acht hij zelfs gewenscht, en wel om twéé redenen. Wanneer toch iedere theologische richting onder dé orthodoxen den Bijbel gaat vertalen, dan ontstaan er in een land te veel Bijbelvertalingen. En ook, het verschil in theologisch standpunt zal, onder orthodoxen, bij wederzijdsche kontroleering, tegen het »inleggen« van eigen meening in de vertaling kunnen behoeden. «Onvoorwaardelijke eisch is echter, dat het Bijbelvertalen wordt verricht onder de leiding va.n den Geest van Go4< . (p. 34).

De aanmerking is elders gemaakt, dat Prof. GROSHEIDE dit laatste niet voldoende heeft toegelicht. Deze aanmerking, al kwam zij ook van bevriende zijde, dunkt mij, vooral na lezing van wat in AANMERKING 42 staat, minder juist.

Eindeüjk de laatste % van dit eerste hoofdstuk uit het PRINCIPIEELE deel.

BIJBELVERTALEN EN KERK § 7.

Hierin beantwoordt de schrijver de vraag: »in hoeverre de Kerk met het Bijbelvertalen heeft te maken ? "

Zijn betoog, om tot haar beantwoording te" komen, samenvattend, schrijft hij op p. 38 en 39, en naar ook ik meen, volkomen juist: »de Kerk heeft hier zeker een roeping. Zij heeft te waken over de vertaling, te zien of deze goed is, of zij soms verbetering of vervanging behoeft. Zij heeft te zorgen, dat geen vreemde indringers binnenkomen, zij heeft op te wekken tot gestadigen arbeid, in welk opzicht die noodig is. In het uiterste geval heeft zij zelf te vertalen, in elk geval het laatste en beslissende woord te spreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's