GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tegen het vloeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tegen het vloeken.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Amsterdamsche Kerkbode kwam een ingezonden schrijven voor van den heer R., waarin hij evenals'wij tegen deze nationale zonde opkomt en tevens een practischen raad geeft, hoe wij Christenen hiertegen kunnen getuigen:

Onder de nationale zonden van ons volk behoort zeer zeker in de eerste plaats het vloeken, het ijdel gebruikéri van Gods naam; alzoo de overtreding van het derde gebod.

Dit kwaad heeft een schrikkelijken omvang aangenomen, zelfs onder de meest fatsoenlijke en beschaafde menschen; overal om ons heen, waar we ook komen, neemt men het waar, zelfs uit den mond van kinderen, die daarin onbewust de ouders navolgen; het kan dan ook niet anders, of we halen ons mede daardoor Gods oordeelen op den hals, die in dezen tijd de wereld al zoo geweldig teisteren.

Wij, Christenen, behoorden daarom met ernst den strijd aan te binden tegen deze niet alleen hoogst onbeschaafde, maar vooral afschuwelijke volkszonde, die gewis ook eenmaal Gods toorn zal doen ontbranden over ons Nederlandsche volk, dat hierin veel verder gaat dan de meeste andere volken, en, zij het dan ook veelal in sleur, zich op groote schaal overgeeft aan het ijdel gebruik van des Heeren naam.

Nu is het inderdaad moeilijk om telkenmale wanneer men hoort vloeken, den schuldige te waarschuwen, schoon het eigenlijk zeker op onzen weg zou liggen; maar we kunnen er toch allicht nog op andere wijze tegen ageeren, althans pogen daarin een aanloop te vinden voor eene algemeene bestrijding van het kwaad.

Ik bedoel namelijk dit: laten onze christelijke uitgevers en boekhandelaars in den handel brengen eene plaat of kaart, waarop in zeer duidelijke letters het derde gebod worde afgedrukt, en waarbij tevens nog eene ernstige waarschuwing worde gevoegd tegen de overtreding er van.

En laat een ieder die het vloeken verafschuwt, een exemplaar van die kaart, op in het oog vallende plaatsen, ophangen in zijn kamers, zijn kantoor, zijn wachtkamer, zijn winkel, zijn fabriek, of waar het hem dan ook het beste voorkomt, opdat de waarschuwing zoo kwistig mogelijk uitga en bijna iedereen bereike.

Omtrent de redactie zou overleg kunnen gepleegd worden, opdat de inhoud liefst overal ongeveer gelijkluidend zij.

Maar er worde zoo spoedig mogelijk ernstig overwogen, in hoeverre aan dit denkbeeld uitvoering is te geven; de finantieele kant zal wel geen bezwaren opleveren, maar anders zullen eventueele bijdragen ervoor gemakkelijk genoeg kunnen verkregen worden.

In mijn jeugd fungeerde hier te Amsterdam als kantonrechter Mr. Jeronimo de Vries, wiens kabinet en wachtkamer vol hingen van Bijbelteksten. Maar buiten op de deur van zijn privévertrek hing een groot bord, waarop naar Mattheüs S vers 25, vermeld stond: „Weest haastelijk welgezind jegens uwe wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt."

Deze tekst daar op die deur maakte op mij steeds een diepen indruk; en wie zal zeggen hoevelen er wellicht door zijn teruggehouden hun twistzaak aan des kantonrechters oordeel te onderwerpen.

Mocht eene dergelijke waarschuwing ook hier hare uitwerking niet missen en er veel toe bijdragen, dat een einde kome aan het in dezen bedoelden kwaad.

Naar het ons voorkomt, verdient dit practisch middel zeer zeker aanbeveling.

Zelfs zou het de vraag wezen, of niet alleen door particulieren, maar ook door de Regeering zulke waarschuwingskaarten legen het vloeken in publieke gebouwen tonden worden aangebracht, met name in onze kazernes.

Men waarschuwt tegenwoordig met zulke plakkaten voor allerlei; voor mishandeling van dieren, voor het spuwen in de trams en wachtlokalen, voor het rooken voor de loketten in onze postkantoren, voor het wegwerpen van lucifers of sigaren in onze bosschen.

Waarom zou men dan ook niet publiek waarschuwen voor datgene, wat veel erger is dan 't mishandelen van dieren of 't brandgevaar in onze bosschen of de besmetting door tuberkelbacillen, het schandelijk misbruik maken van den naam des Heeren?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 november 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Tegen het vloeken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 november 1916

De Heraut | 4 Pagina's