GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gekeurd in de smeltkroe  der ellende.''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gekeurd in de smeltkroe der ellende.''

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, De heb u gelouterd, doch niet als zilver. Ik heb u gekeurd in den smeltkroes der ellende, Jes. 48 : 10,

Het doen Gods met zijn geloovigen is déarom voor ons zoo raadselachtig, omdat het zoo sterk uiteenloopt.

Ook nu nog treft het herhaaldelijk onze aandacht, hoe er geloovige vrouwen en mannen zijn, die voorspoedig geboren werden, een gelukkig gezinsleven kenden, armoede noch vervolging leden, en, gewone kleine krankheden nu uitgezonderd, bijna tot aan hun sterven toe zich in de velerlei vreugden des levens verkwikken mochten.

En in tegenstelling met deze bevoorrechten nu komt èn de Heilige Schrift, èn de historie, èn het leven om ons heen, ons gedurig verhalen van den velerlei jammer, waarin geloovigen gekeurd ziftt als in een smeltkroes van ellende.

Ook dit tegenstrevend lot is intusschen allerminst eender. Zelfs mag aangenomen, dat de vele geloovigen, die door allerlei beproefd werden, toch volstrekt niet altoos de keur in den smeltkroes te doorstaan hadden. Veeleer mag dankbaar erkend, dat verreweg de meeste geloovigen bij veel leed en teleurstelling toch ook schier eiken dag voor een zegen van hun God te danken hadden, en dat ze wel soms dicht aan den smeltkroes naderden, maar nooit, om er als in verzwolgen te worden.

Het gekeurd worden in den smeltkroes der ellende, zooals Job hiervan het toonbeeld blijft, treft gemeenlijk slechts een zeer klein deel der geloovigen. En dan maakt 't nog zoo sterk sprekend verschil, of de ellende die straks komt en ons bijna verteert, gevolg is van vroegere zonden die geboet worden, oftewel ingrijpt in een anders normaal leven, waarin althans van een zóó ver gaande zonde geen sprake was.

Waar al zulk keuren in den smeltkroes der ellende intreedt, is dan ook vast niet anders te belijden, dan dat 't Gode belieft den éénen geloovigen slechts ten deele te beproeven, een ander als door de bange kracht van het lijden tot ernst te stemmen, en slechts een klein deel van hen, - '.onder dat wij er de bijzondere oorzaak van doorzien kunnen, op zoo buitengewone wijze met het lijden naar ziel en lichaam te overstelpen, dat ge gevoelt hoe 't beeld van het gekeurd worden in den smeltkroes der ellende op hen in 't oog loopend van toepassing is.

Waarom dit nu aan een Job wel beschoren werd, en aan den patriarch IzaSc zoo goed als niet, is en blijft voor ons een raadsel,

Toegegeven moet, dat er niet zelden overgeërfde schuld van het voorgeslacht is, die in de nakomelingen moet geboet, om't geheele geslacht van zedelijken ondergang te redden. Ook móet erkend, dat er in niet weinige gevallen, waarbij door ons geen bijzondere schuld ontwaard werd, toch geheime zonden gewrocht hadden, die 't God behaagde in een anders vroom geslacht door dubbel harde kracht tot staan te brengen en uit te roeien. Zelfs zij zonder voorbehoud erkend, dat mannen als Johannes de Dooper, en meer dan één apostel, dubbel leden om een dubbelen zegen aan Gods Kerk te kunnen achterlaten. Maar ook al wordt op dit alles gelet, toch merkt ge in het gewone leven gedurig van ouden en van jongen, van mannen en van vrouwen, onder de geloovigen, aan wie een zoo overstelpend bitter levenslot ten deel viel, dat ge haast begrijpt hoe de verzoeking om de hand aan zich zelf te slaan, soms in hen opkwam. Van zielsverdriet is dit uiteraard het bangst en het nijpendst, maar toch ook lichamelijk lijden door gebrek en krankheid kan ten slotte zóó bang en zielverterend worden, dat zelfs het teederst mededoogen te kort schiet, om uw medegevoel hun lijden te doen evenaren.

En vergeet nu niet, hoe deze grievendste en bitterste indompeling in den smeltkroes der ellende, in verreweg de meeste gevallen bijna zonder anderer deernis geleden wordt. Geleden door vergeten lijders die in eigen huis of ziekengesticht schreien, zuchten en verkwijnen, zonder dat de wereld er van hoort, of zelfs familie er zich veel om bekommert.

Dit alles nu is Gods bestel, en God verantwoordt er zich niet over, waarom het zoo den één wel, en den ander ganschelijk niet treft. Job is dan nog weer bijgekomen, en zelfs in nog rijker gelukstaat, eer hij Stierf, ingegaan. Doch van deze gekeurden in den smeltkroes der ellende zijn er zoo velen, die uit den smeltkroes naar het graf werden uitgedragen, soms zelfs zonder dat iemand om hen rouwde, en dat ze door niemand schenen beweend. Niet zelden was de eenige naklank op hun graf: »Gelukkig dat die arme man, die bitter lijdende vrouw er eindelijk dan toch uit zijn«.

Heerscht hierin nu wilkeur? Is dit zoo verschillend lot dat den geloovigen wedervaart, opkomend zonder beslissende oorzaak en zonder scherp gekozen doel?

We spreken nu eeniglijk van de geloovigen. Van hen die buiten Jezus heel hun leven stonden en buiten Jezus stierven, spreken we nu in dit verband niet. Met het oog op dezulken toch geeft de Schrift ons een geheel ander inzicht. Het verband dat bij de geloovigen geldt, past op dezulken niet.

Doch letten wc nu enkel op de geloovigen, en zien we dan zoo klaarlijk, hoe het Gode belieft het ééne van zijn kinderen zoo geheel anders ter zaligheid in te leiden dan het andere, dan kan de oorzaak hiervan (zeer sterke schuldgevallen nu uitgezonderd) niet anders liggen dan in Godes vrijmachtige beschikking. Het is die vrijmachtige beschikking en deze alleen, die te - vi^Qg brengt, dat de één wel en de ander schier ganschelijk niet met den smeltkroes der ellende die nadere en bijzondere kennis maakt, dat 't is oi versmelting het hun toebedeelde lot ware.

Maar nooit mag daarom Gods vrijmacht als Goddelijke willekeur door ons vertolkt worden.

Het diepst was de Christus, toen hij het Lama Sabachtani uitriep, in den smeltkroes der ellende om onzentwil verzonken, en toch, nooit schooner en nooit heerlijker dan juist aan het Kruis werd het Goddelijk oogmerk gerechtvaardigd.

Ten deele gaat hierover nu ook in het lijden der geloovigen voor ons niet zelden een verklarend licht op. We verstaan wat die «smeltkroes der ellendes uitwerken moest bij de martelaren.' We verstaan het bij een ingezonken familie, die door zoo bitter lijden van vader, moeder of kind tot "ernst gestemd werd en tot bekeering mocht komen. We verstaan het, hoe van zulk een lijdenssponde of zulk een sterfbed zelfs in een gasthuis een heilige invloed kan uitgaan op hen, die 't lijden aanzien en toch den juich toon beluisteren mogen. Ja, we verstaan het, hoe zelfs op 't slagveld een bang gehavend soldaat door zijn mannenmoed en stille geloofsuiting andere gewonden goed doet. Maar meen nu niet, dat ge hiermede het raadsel van den smeltkroes hebt opgelost. Zie 't maar aan de artsen, hoe ongevoelig voor God ze vaak den lijder bejegenen. De smeltkroes die 't echt metaal van het aankleefsel zuivert, ontbreekt zoo telkens, en het mysterie waarom God den één bijna zonder smart verscheiden doet, terwijl de ander zoo bitter lijdt, blijft voor ons onopgelost.

Oplossing van 't raadsel schenkt God zelf alleen, en dan niet in uitlegging door woorden, maar eeniglijk door mystieke zielsindrukken, die alleen de lijder zelf ondergaat. Het zijn die Goddelijke zielsindrukken, die het zoo gansch onverklaarbare voor ons te weeg brengen, dat wie in den smeltkroes verzonk, toch zijn tranen bedwong, zijn geschrei beheerschen kon, zijn bittere klacht inhield, en soms zelfs, waar familieleden aan zijn ziekbed stonden te schreien, nog een juichtoon aan zijn ziel ontlokte en zich gelouterd gevoelde in zijn God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1917

De Heraut | 2 Pagina's

Gekeurd in de smeltkroe  der ellende.''

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1917

De Heraut | 2 Pagina's