GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Tegen trittsbewegung. deKirchenaus

Sedert eenige jaren is er in Duitschland een beweging op touw gezet om de menschen te bewegen met de landskerken te breken.

Bij het begin van den oorlog scheen het, alsof deze beweging, voornamelijk door sociaaldemocraten op touw gezet, een knak gekregen had. Na de revolutie heeft zij echter weer nieuwe kracht ontvangen. Het Evangelisch «Preszverband" voor Saksen gaf, om deze te neutraliseeren, dezer dagen een vlugschrift uit, waarin alle redenen die aangevoerd worden om de Kerk - te verlaten, besproken worden. De beschuldiging dat de Kerk Staatsdienares is in de hand der heerschende klasse, wordt weerlegd met de opmerking, dat er geen. Staatskerk meer is, want wedra zal er scheiding van Kerk en Staat plaats hebben. De heerschende klasse is thans de soc-democratie, die niet op de Kerk steunt. De aantijging, dat de Kerk den oorlog niet heeft verhinderd, wordt bestreden met de vraag : heeft de sociaal-democratie den oorlog verhinderd ? Waar zijn «de proletariërs van alle landeoc geweest toen het er op los ging ? Welke houding hebben de «partijgenootenc die tot de «Entente* behoorden, aangenomen, toen Duitschland den smaadvrede opge dongen werd? Op het gezegde, dat de Kerk tot den oorlog opgehitst heeft, luidt het antwoord: in de Kerk wordt geleerd: gij zult niet doodslaan (dit staat in den nu ver­ boden catechismus), hebt uwe vijanden lief! Er wordt bewijs gevraagd voor de stelling, dat in de Kerk tot den oorlog werd aangehitst! Alle Duitschers hebben den oorlog gevoerd uit noodweer.

Voorts wordt op de liefelijke opmerking, dat de Kerk een instelling is om de menschen dom te maken, geantwoord, dat in de overwegend evangelische landen het schoolwezen het hoogst staat. In de niet Christelijke landen is het aantal van hen, die niet lezen noch schrijven kunoen, bet grootst. De oude beschuldiging van wissels trekken op de eeuwigheid, terwijl er niets gedaan wordt voor dit leven, moet ook weer tegen de Kerk dienst doen. Dit wordt wedersproken door te wijzen op het feit, dat in Daitschland 28 000 diakonnessen voor arme zieken, ruim 3000 bewaarschoolonderwijzeressen voor behoeftige kinderen, 354 diakonen voor de verwaarloosde jeugd, 2500 jongelingsvereenigingen, 6000 jongedochtersvereenigiugen voor de aankomende jeugd in dienst der Kerk zongen. Bovendien werd in één jaar 2^ millioen maal een onderdak in een toevluchtsoord der Kerk geboden, 40.000 kreupelen werden in hare inrichtiogen (bijv, Bielefeld) verpleegd, 22.000 zeelieden in hare te huizen opgenomen. De Kerk besteedt daarvoor jaarlijks 400 millioen mark.

Het heet ook, dat de Kerk over verbazend veel geldmiddelen beschikt. In Saksen bezit de Evangelische landskerk inderdaad een 5 millioen mark, maar de afzonderlijke gemeenten zijn met een schuld van 60 millioen mark belast! Ock verluidt het, dat de Kerk aan den Staat zooveel kost. Doch het nuchtere feit bestaat, dat de Kerk voor haar 4J^ millioen leden ook 4J^ millioen mark ontvangt, dat is een mark per hoofd en per jaar, terwijl voor de school 27 millioen uitgegeven wordt.

Bijna al deze antwoorden zijn raak. Laat ons hopen dat zij tot het Saksische volk zullen doordringen. Maar wij betwijfelen, of Saksen en Duitschland in het algemeen waarlijk gebaat zal zijn, wanneer de «Kircheraustriitsbewegungc tot staan wordt gebracht. Wat het land noodig heeft is eene vrije Kerk, die op het fundament harer belijdenis, hare leden geestelijk bearbeidt en verzorgt en te midden van verdervende elementen in het volksleven, het zout is dat bederf weert,

Engeland. Processies en optochten. Het h juden van processies en optochten is tegenwoordig in Ëageland aan de orde van den dag. Op den dag waarop het een jaar geleden was, dat Duitschland een wapenstilstand vroeg, ging er een processie uit de Aaglicaansche kerk van St. Martin's-in-the-fields bij Trafalgar Square. De Aoglicaansche geestelijkheid was er in haar plechtige kleurige gewaden. Het zware gulden kruis werd aan den zwaren staf gedragen. Een groote witte banier werd door zes man gedragen, waarop een afbeelding van den H. Martijn. Een menigte van tweeduizend man sterk droeg lampen en lichten en zong kerkelijke liederen bij het schrijden om Trafalgar Square, rondom de fonteinen, de leeuwen en Nelson's zuil. Maar zonderling genoeg, namen ook een muziekcorps van het Leger des Heils en dames-heilsoldaten deel aan den ommegang. Hadden zij zich vrijwillig bij de processie aangesloten ?

Dit is zeker niet het geval geweest, want toen de openbare ommegang afgeloopen was, gingen ook de mannen en vrouwen van het Leger des Heils mede de kerk van St. Martin's-in-thefields binnen.

Daar liet zich weder het muziekcorps van het Heilsleger hooren en luisterde de opeengepakte massa naar de welsprekende rede van den Aaglicaansche prediker.

Gedurende den oorlog heeft de Y. M, C. A. (Christelijke Jongelingsvereeniging) een belangrijken socialen arbeid verricht, die. haar in aanraking bracht met de vele veldpredikers, welke voor het meerendeel tot de Anglicaansche Kerk behoorden.

Daardoor is een verstandhouding geboren die de kloof tusschen Nonconformisten en Anglicanen of Episcopalen in zoover heeft gedempt, dat gevoeld wordt, dat men moet saamwerken om het Engelsche volk tot Christus te leiden,

In alle Christelijke kringen is men overtuigd, dat de toestand van het Engelsche volk niet in overeenstemming is met de zware beproevingen die de natie in den vijfjarigen oorlog heeft moeten doorstaan. Het is nu een lijd van overgang, maar ook constateert een Christelijk schrijver, dat van de ervaring, opgedaan in de oorlogsjaren nog niet genoeg is doorgedrongen tot den grond waaruit de natie leeft. Daarom moeten de handen van alle Christenen ineengeslagen, en daaruit is ook te verklaren een processie, gelijk die op den gedenkdag van het capituleeren van het Duitsche leger heeft plaats gevonden.

Minder sympathiek deed ons het verslag aan van een optocht van een zesduizend studenten, die zich in massa begaven naar het gebouw waar de Daily News gedrukt wordt, om daar eenige duizenden exemplaren van genoemd blad te verbranden, als protest tegen een bericht daarin voorkomend, hetwelk de studeerende jongelingschap voor een leugen hield. De sop was hier de kool niet waard; toch rustten de demonstreerende studenten niet voordat een der redacteureri zijn excuses gemaakt had.

Nog minder sympathiek was de handeling van een duizend studenten tegenover den heer Johnson, die in een zaal te Londen een p'eidooi hield voor geheel-onthouding. De gedachte dat Londen «droog" zou gemaakt worden, was hun zóó onverdragelijk, dat zij den heer Johson met geweld met zich als in triumf door de straten van Londen medevoerden, waarbij het slachtoflfer van hun moedwil nog een verwonding opliep. Het is te hopen, dat de raddraaiers van dit onwaardig optreden hun welverdiende straf niet zullen ontgaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 januari 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 januari 1920

De Heraut | 4 Pagina's