GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gaarne verleenen we ditmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gaarne verleenen we ditmaal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 April 1920.

Gaarne verleenen we ditmaal de eereplaats aan het volgend schrijven, dat ons toegezonden werd:

EEN „HONGAARSCHE HERAUT”.

Prof. Dr. Jéno Sebestyén, Hoogleeraar aan de Theologische School te Boedapest, is ook onder de Gereformeerden van Nederland een goede bekende. Man van singuliere gaven, voortreffelijk redenaar en vaardig penvoerder, vrijdt hij zijn leven aan de wederopleving der Gereformeerde beginselen in zijn vaderland, Hongarije.

Er is een tijd geweest, dat schier heel Hongarije voor het Calvinisme gewonnen was. En dat de vreeselijke vervolgingen het Calvinisme er niet geheel hebben kunnen uitroeien, is hoofdzakelijk te danken aan den taaien weerstand van de Calvinistische boeren op het platte land van Donau en Teisz. Vraagt men de nakomelingen dezer helden heden ten dage naar hun godsdienst, dan antwoorden zij: Wel, den Hongaarschen natuurlijk". En bedoelen daarmee, dat zij Gereformeerd zijn.

Wat ook het Hongaarsche volk in d« laatste drie eeuwen geleden hebbe van vervolging en verdrukking en oorlogen, — de Calvinistische beginselen zijn trots allen tegenspoed blijven voortleven in de Hongaarsche volksziel. Ten deele zijn die beginselen verstard en daardoor verouderd, zooals ook in ons land in het midden der vorige eeuw; ten deele zijn zij verwaterd, soms schier verdwenen. Zelfs bij honderden Hongaren, die het nog altijd een eere vinden zich Calvinistisch te noemen.')

Prof. Sebestyén wenscht het Calvinisme in k Hongarije tot nieuwen bloei te brengen, in zuivere vormen, , en die beantwoorden aan de eischen van onzen tijd. ^Hij is de erkende leider der neo-Calvinistische beweging in Hongarije.

Zijn grootsche plannen, aanvankelijk slagend, zijn bijna alle door den vreeselijken oorlog, in duigen gevallen.

Maar onverzettelijk Calvinist als hij is, geeft hij den moed niet op.

En thans is hij bezig een Revue Calviniste of Hongaarsche Heraut op te richten.

Onze secretaresse was door enkele Haagsche Gereformeerden in staat gesteld Prof. Sebestyén een kist levensmiddelen toe te zenden; de geldelijke gaven voor dit doel stroomden zoo rijkelijk toe, dat zij bijna f 400 overhad, en aan Prof. Sebestyén vroeg, welke bestemming z. i. het best aan deze gaven te geven ware.

Ziehier zijn antwoord. (Opzettelijk worden de enkele fouten, die Prof. Sebestyén in 't HoUandsch maakt, niet verbeterd. Ze zijn veel te aardig, en maken het goede Hollandsch, dat deze vreemdeling in zin na zin schrijft, des te bewonderenswaardiger.) „Lieve juffrouw Kuyper, ik geef u onmiddellijk en zonder aarzelen mijn antwoord: „Geef u mij dit som voor onze Gereformeerde pers \"

Want wij zijn vreeselijk arm in dit opzicht. Er zijn geen, of zeer weinig abonneurs, omdat de Protestantsche streken door de Roemenen zijn nog altijd bezet. Terwijl wij voelen toch de zedelijke plicht, om onze geloofsgenooten te \oeden en geestelijk te leiden.

Ik ben juist in deze weken bezig om een Hongaarsche Heraut of Calvinittische Revue op te richten. Dit is, of dit zou de eerste orgaan in Hongarije zijn, die zuiver in Gereformeerden geest zou geredigeerd worden! a En dit is zoo noodig voor ons volk. Maar de onkosten zijn vreeselijk duur, en de belangstellenden, die werkelijk iets voor het Calvinisme voelen, zijn betrekkelijk weinig. Ik kan dus vooral in een klein geworden Hongarije niet op veel abonné's rekenen. Maar ik voel het ook, dat de ideaal moet tóch hooggehouden worden, en de bazuin moet een zekeren klank geven, en niet stom blijven. n

Zoo beschouw ik dan uwe collecte als een teeken van de bijzondere genade des Heeren, die mij in dit laatste oogenblik ter hulpe wam, omdat ik was al juist op het punt, om ijn heele actie te laten stop zetten en wach­ o en op een betere toekomst.

1)Zoo goed staat Calvijn nog altijd in Hongarije angeschreven, dat een der mooiste pleinen in Boedaest het Calvijnplein heet, en ee> der bette restauaties de Calvijnrestauratie.

Maar door uw hulp zal nu alles anders aan... Dh zal heerlijk zijn! En ik ben ge­ s eel opgewekt. Want de menschen, de „trouwen" verwachten al mijn Revue, en ik zal bijzonder blij zijn, indien de éérste stappen door de broedere hulp van mijn trouwe Nederlandsche Gereformeerde vrienden zullen kunnen gedaan worden".

Deze laatste zin van Prof. Sebestyén deed bij ons de gedachte rijpen, of het niet mogelijk ware, wat in Den Haag op kleine schaal begonnen is, tot een actie over heel het Gereformeerde Nederland uit te breiden.

Het geldt ditmaal geen verzoek om contributies, maar om giften ineens. Helpt ons Gereformeerde Nederland den kloeken strijder voor onze beginselen op zijn eenzamen en moeilijken post aan een voldoend kapitaal voor zijn Hongaarsche Heraut — en met den lagen kronen-koers is met Nederlandsch geld makkelijk een Hongaarsch kapitaal te vormen - ^ dan doen wij daarmede een daad, die niet alleen een weldaad voor het Hongaarsche volk zelf zal zijn, maar in den strijd tegen het Bolsjewisme in Oost-Europa wel eens een factor van wereld-historische beteekenis zou kunnen blijken. Het is in der eeuwen loop meer dan eens Hongarije's roeping geweest, een bolwerk te zijn tegen Europa bedreigende machten uit het Oosten. Wie weet, of Hongarije voor zijn verzwakt bloed niet juist het Calvinistisch staal noodig heeft. Om een bolwerk tegen het opdringend Bolsjewisme te kunnen zijn ?

Prof. Sebestyén schrijft in een lateren brief:

„Het is zeer noodig, nu bij ons, nu, na de groote debacle, de ideeën van het Gereformeerd Christendom krachdg te verkondigen. Het heel lot van óns volk hangt hiermee saamen. En de menschen zijn nu onvergelijkelijk meer vatbaar er voor, dan vroeger"

En in een nog lateren brief:

'„Vindt u het niet aardig, dat het blad juist 1 April verschijnt? Ik heb in deze dagen aan de eigenaardige ontmoeting van de datums gedacht. De Standaard of Heraut (éen van de twee) is voor ongeveer 50 jaren met 1 April verschenen. Vindt U dit als geen goed teeken voor de toekomst bij ons?

De moeilijkheden zijn zeer groot. En dan niet alleen de ontzettend dure prijzen drukken de heele Christelijke pers, maar ook de nood aan drukpapier, wat men per kilogram moet zeer duur betalen. Maar ik voel het, dat wij niettegenstaande al de verschillende moeilijkheden, onze plannen toch verwezenlijken moeten. De Gereformeerden hier in het land verlangen bijzonder naar zoo een weekblad, en zij zullen ons met hun abonnementen ondersteunen.

Men moet zijn idealen hooghouden".

Wij doen een beroep op de offervaardigheid van onze Nederlandsche Calvinisten ten behoeve van hun, ook in geestelijken zin, noodlijdende broeders en zusters die in Hongarije zijn.

Giften voor dit doel, met bijschrift „voor de Hongaarsche Heraut" zullen dankbaar worden aanvaard en in de Hollandsche Heraut worden verantwoord door onzen penningmeester den heer H. W. van Marie Jr., Vügendani 2, Amsterdam, die zich vriendelijk bereid heeft verklaard, voor de inzameling en verzending der gelden zorg te dragen.

De vriendelijke gevers worden dringend verzocht, hun gaven uitsluitend aan onzen penningmeester, en niet aan de overige leden van het Comité te zenden.

Andere bladen worden beleefd verzocht, dit stuk over te nemen, opdat onze oproep een zoo ruim mogelijken weerklank in Nederland vinde.

Het Comité voor de Hongaarsche PROF. DR. H. BAVINCK, Heraut Voorzitter. PROF. DR. H. H. KUYPER. MEJ. H. S. S. KUYPER, Secretaresse. H. W. VAN MARLE JR., Penningm. Amsterdam, Vijgendam, 2.

We behoeven hier wel nauwelijks een woord van aanbeveling aan toe te voegen.

Het is niet het minst aan den litterairen arbeid van Mej. H. S. S. Kuyper te danken, dat ons Gereformeerde volk meer beend is geworden met het Calvinisme, dat in Hongarije weer zoo krachtig aan het opleven was. Bloed is dikker dan water, en nog meer dan de band des bloeds trekt de band van geestelijke gemeenschap door eenheid van belijdenis. Dat verklaart, waarom ons Gereformeerde volk met zoo veel hartelijke liefde hulp in allerlei vorm aan het lijdende I^ongaarsche volk geboden heeft. En dié hulp zal zeker thans niet onthouden worden, waar het geldt aan het weer oplevend Calvinisme een eigen orgaan te verschaffen, dat het pleit voor de Gereformeerde beginselen voeren wil. Het is daarbij een eere voor ons eigen blad, dat Prof. Sebestyén een Hongaarsche Heraut wil oprichten. Onze lezers zullen zeker gaarne hiervoor een bijdrage geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 april 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Gaarne verleenen we ditmaal

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 april 1920

De Heraut | 4 Pagina's