GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 27

Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

30 vrijbrief,

door

het recht uitgereikt, altoos door de zedelijkheid ge-

contrasigneerd Deze voorstelling komt uit een misverstand voort, en wel van gelijken aard, als dat, hetwelk somtijds aanleiding heeft gegeven tot de bewering,

dat op zedelijk terrein goed en kwaad niet onmiddellijk

aan elkaêr grenzen, maar

dat er nog een kleurloos tusschenvak is,

dat den overgang uit het eene naar het andere vormt. mers, zoo wordt

dan gevraagd, niet mogelijk

Het is im-

iedere daad óf als

zedelijk te loven, óf als onzedelijk te laken, en dies moet men wel een derde aannemen voor wat noch het een noch het ander i s . — De praemisse is juist, maar de conclusie deugt niet. Gewis verdient niet iedere handeling uit zedelijk oogpunt óf prijs óf blaam, edoch, — en dit vergeet men, — niet iedere handeling is vatbaar om naar zedelijken maatstaf te worden gemeten. zedelijken

levens

Wat buiten het gebied des

ligt, naar daaraan ontleende tegenstelling te be-

oordeelen, is als wilde men de lichtkleur eener symphonie bepalen oi wegen de geur van eene bloem. Dezelfde feil nu wordt begaan door hen, die in straks bedoelden trant een strijd meenen ie ontdekken tusschen recht en zedelijkheid. Tal van daden vallen niet binnen den kring van het recht en kunnen mitsdien ook niet door het recht worden gewraakt, maar dit stilzwijgen geeft niet de vrijheid hier het qui tacet consmtirè videtur toe te passen. Zeer juist wordt omtrent dit punt door Ahrens opgemerkt: »on

dit quelquefois que Ie droit permet ce qui est defendu par la

morale.

Mais Texpression

irnplique une connexilé fendue.

Or

est impropre, car Ie mot de permission

entre Ie droit et une action moralement dé-

Ie droit ne se trouve dans aucun rapport avec elle, il 2

lui est étranger, 1'action n'esl pas pour Ie droit. ) " Geen strijd dan in beginsel van recht en zedelijkheid. Veel meer het eerste aan het laatste diensthaar. door

von

8

Savigny )

en

En dit niet slechts, gelijk het

anderen wordt gezegd, wijl het recht de

*) Ook Falck (t. a. p., S. 81) merkt op »dasz mehrere Rechte mit dem Sittengesetze iui Widerspi'uch steken, und also durch dieses nicht gegeben seyn können." ) T. a. p., p. 95. ••<) T. a. p., Bd. I. S. 332. 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880

Inaugurele redes | 41 Pagina's

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880

Inaugurele redes | 41 Pagina's