GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 31

Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

34 Zijne

hulp

niets gedaan kan worden, veelmin de schoonste deugd

bereikbaar is te achien, zoolang de mensch niet Hem als zijn Heer en zijn Koning belijdt. En daarom, ook al beseft men, dat men, waar zulk een overmoe­ dig beweren als opschrift boven de deur der school is gesteld, geen vrijheid heeft te pogen als ter sluiks de waar, die daar wordt uit­ gereikt,

te zuiveren

van

wat zou kunnen schaden, en te mengen

met de medicijn, die alleen bate brengen k a n ; reeds om niet straks, juist

wat

zoo nog

hoe

toch

ook

wordt,

werd gekweekt, als bewijs te zien aangevoerd,

de school,

de Christelijke

waar 's Heeren Naam niet aangeroepen

deugd kan doen ontluiken en mitsdien het

zedelijk leven blijkbaar niet in Christus wortelt; — toch is met het stichten

van betere kweekplaatsen alleen nog niet genoeg gedaan.

Leg u oor slechts te luisteren en hoor dan hoe er, o niet met schel misbaar, — eer stillekens, gelijk de druppel zachtkens valt, maar die toch

door

boort, van

het

dikwijls

vallen ten leste zelfs den steen een holte

zoo ook van dag tot dag op nauwelijks merkbaren toon als

der

scholen

gevels

den volke wordt gepredikt: ook voor de

reinste deugd is Jezus Christus niet onmisbaar.

En zoude het dan

niet voor wie eenigszins den invloed weet te weten eener dus tegen des

Heeren

woord

ingaande

prediking; ja

niet om de eere des

Heilands Zeiven geboden zijn, geene poging onbeproefd te laten, dat aan

dezen

mond worde

de slagorden des levenden Gods honenden

worde

gesnoerd,

weggedaan,

eene ontchrislelijkte

dat

en althans

die

de Christelijke

Filistijn de

ergernis uit ons midden deugd als vrucht van zulk l

school wordt toegezegd ? )

>) Eere daarom aan den heer Jhr. J. L. de Jonge, lid van de Tweede Kamer onzer Staten-Generaal, die bij gelegenheid van de beraadslaging over de wet van 17 Augustus 1878 (Stbl. n°. 127) een daartoe strekkend amendement heeft voorge­ steld, dat echter met 53 tegen 28 stemmen verwoipen is geworden. (Cf. Handd. 1877—78, bl. 1222—1251) Terecht schreef ook wijlen de Hoogleeraar Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper: «Wanneer onder opleiding tot Christelijke deugden zoo iets verstaan wordt, dat de meest rechtzinnige Israëliet er geen aanstoot aan nam, dan zou voorzeker het woord Christelijk in de wet slechts een leuswoord zijn, inderdaad een schandelijk, een onheilig bedrog." Op het eerste deel dezer zinsnede teekent

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880

Inaugurele redes | 41 Pagina's

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880

Inaugurele redes | 41 Pagina's