Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 72
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
70 daarbuiten de aangevangene usucapio als door usurpatio van kraeht te berooven. Usu heette de vrouw dan in manum mariti te zijn gekomen. Zeker kan het moeielijk de aandacht ontgaan, hoe deze beide middelen om de manus te vestigen, coëmtio en tisus, ten nauwste samenhangen met de gewone wijzen van eigendomsverkrijging ^). Maar zonder twijfel zoude het toch van oppervlakkigheid getuigen, indien men daaruit het besluit afleidde, dat de Romein in zijne vrouw een gewoon voorwerp van eigendom zag. Holder wijst er op, hoe oudtijds te Rome de als pand gegeven zaak in het eigendom van den schuldeischer overging, ofschoon dit door de bedoeling om zakelijke zekerheid te geven, geenszins gevorderd werd. Zelfs werd het geven van een pand daardoor bemoeielijkt. Doch men zoeke niet in den aanvang der geschiedenis een passenden vorm voor elke betrekking afzonderlijk. Veeleer heeft men dan slechts éénen vorm voor wat onderling zeer verschillend is. Ook in dezen is de historische vooruitgang een voortschrijden uit de eenvormigheid naar de verscheidenheid. Van den usus zegt voorts Gaius reeds: »hoc totum ius partim legibus sublatum est, partim ipsa desuetudine oblitteratum est." ^) En daar in den klassieken tijd confarreatio reeds eene zeldzaamheid geworden was, ontstond toen de manus schier uitsluitend nog door coëmtio. Toch kwam ook deze vorm wellicht niet veel meer voor. Althans Wachter meent, dat tijdens Augustus reeds de manus in het algemeen slechts onder de hoogere standen aangetroffen werd ^). Ook als de vrouw coëmtione of usu zich in manu bevond was alleen de man tot echtscheiding bevoegd. En zelfs Wachter meent, dat hier de reden onverschillig was *). Had er bij het sluiten van ») Cf. Wachter, t. a p., p. 56. 2) I. 111. Cf. Wachter, t. a. p., p. 53. 3) T. a. p., p. 140. *) T. a. p., p. 67. Den vooriiaamsten grond hiervoor vindt Wachter in hetgeen van de senes co'émtiqnales wordt gemeld, de grijsaards, met wie rijke erfdochters coëmtione een huwelijk aangingen, ten einde zich van hunne sacra privata te ontslaan, welk huwelijk echter gesloten werd onder voorwaarde, dat de man aanstonds den echt weer zoude ontbinden. Terwijl de man de zaken, waaruit het vermogen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884
Rectorale redes | 102 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884
Rectorale redes | 102 Pagina's